Vertelschets over Jakob's terugreis naar Kanaan

Deze vertelschets gaat over Genesis 31 en hoort bij les B1.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.

Bijbelgedeelte: Genesis 31

Context
In Haran werkt Jakob veertien jaren voor zijn beide vrouwen, Lea en Rachel. Rachel benijdt Lea omdat zij wel kinderen krijgt en eist van Jakob ook kinderen. De dienstmeisjes van de vrouwen baren Jakob kinderen. Na verloop van jaren verhoort de Heere Rachels gebed en zij ontvangt Jozef. Jakob vraagt Laban om loon; de kudden werpen de dieren die hij vraagt. Jakob wordt steeds rijker.

Kerntekst
Genesis 31:3 En de HEERE zeide tot Jakob: Keer weder tot het land uwer vaderen, en tot uw maagschap, en Ik zal met u zijn.

Doelstellingen

  • Het wordt voor de kinderen duidelijk dat Jakob niet zonder meer terug kan keren naar Kanaän.
  • Ze horen dat Laban hem achtervolgt, maar ook hoe God Jakob beschermt.
  • Ze beseffen dat ook zij de zegen en bescherming van de Heere nodig hebben.
  • Ze weten wat een afgod is en wat de Heere daarover zegt.

Zingen

  • Psalm - 46:1,6; 54:1; 62:1; 64:1; 121:4
  • UAM - Als God, mijn God, maar voor mij is
  • UMK - O Heer’ Die daar des hemels tente spreidt
  • ZB - God is getrouw

Geloofsleer

  • HC vraag 95 - Afgoderij

Introductie
Neem een stuk hout (een stevige tak o.i.d.) mee en vraag de kinderen: wat is dit? Laat ze reageren. Vraag: kan dit hout praten? Kan het voelen? En horen?
Helpt het misschien als we een mannetje van dit hout maken? En tegen hem gaan praten?
Nee toch, dit is hout en het blijft hout!
Vroeger maakten de mensen van hout een beeld, een beeld van een god, een afgod. Maar, kan zo’n afgod horen? Kan hij je helpen? Nee toch, het is alleen maar hout. Afgoden bestaan niet!
Alleen de Heere is God, en Hij wil dat iedereen Hem dient. Daarom mag je geen afgoden hebben!

Beginzin
‘Moet je zien hoe rijk hij is. Maar dat heeft hij allemaal van onze vader genomen.’ Keer op keer staan Labans zonen achter hun hand met elkaar te smoezen. ‘Ja, zo kan ik ook rijk worden’, snuift er één.

Vertelschets

  • Wat is Jakob dankbaar! Hij is nu al twintig jaar bij zijn oom Laban en kijk eens wat hij heeft gekregen: grote kudden vee, veel knechten. Bovendien heeft hij twee vrouwen en een aantal kinderen. De Heere heeft hem gezegend.
  • Toch kun je aan Jakob zien dat er iets niet in orde is; hij is niet echt vrolijk. Hij weet wel hoe de zonen van Laban over hem denken. Trouwens, Laban is ook niet meer zo vriendelijk.
  • De Heere ziet het ook en Hij zal Zijn plan uitvoeren. Jakob moet immers terug naar Kanaän. Dát is het land dat de Heere aan Abraham, aan Izak, aan zijn familie heeft beloofd.
  • ‘Ga jij mijn vrouwen eens halen’, beveelt Jakob een knecht. Hij is aan het werk op het land en wil even rustig met Rachel en Lea praten. Als ze nieuwsgierig aan komen lopen, zegt hij: ‘Zien jullie ook dat je vader niet meer zo vriendelijk tegen mij is? Ik heb jarenlang hard voor hem gewerkt. Er was me niets te veel. Elke keer veranderde hij mijn loon.’
  • Jakob vertelt hen hoe de Heere voor hem zorgde: ‘De Heere zag het! Denk maar aan de gespikkelde en gestreepte dieren. Als Laban zei dat de ene soort voor mij zou zijn, zorgde de Heere dat die geboren werden. Zo kreeg ik mijn rijkdom.’
  • ‘De Heere heeft me gezegd dat ik terug moet gaan naar Kanaän.’ Verrast kijken de vrouwen hem aan. Naar dat verre land? Dan zullen ze hun familie nooit meer zien. Maar ze zeggen: ‘We gaan met je mee. Wij zullen toch niets erven. Vader heeft ons behandeld als vreemdelingen.’
  • Jakob wacht tot hij zijn kans ziet. Op een dag, als Laban bij de kudden is om de schapen te scheren, laat hij alles inpakken wat van hem is en op kamelen en ezels laden. De herders drijven zijn kudden bij elkaar en hij trekt weg.
  • Hij zegt niets tegen Laban. Hij had er aan moeten denken, dat de Heere Zelf dit bevel had gegeven. Zou de Heere dan niet zorgen dat hij ook gewoon had kunnen vertrekken en niet stiekem?
  • Misschien jaagt hij die eerste dagen de hele stoet wel op uit angst dat Laban achter hem aan komt. Die komt pas drie dagen later thuis, maar als hij hoort wat er gebeurd is, roept hij zijn mannen bij elkaar en gaat achter Jakob aan. Door de rivier heen, een dag, drie dagen, na zeven dagen komt hij in de buurt van het gebergte Gilead en daar treft hij Jakob aan.
  • ‘Laban, je mag Jakob niets doen. Je mag hem niet zegenen en je mag hem niet vloeken.’ Dat is de stem van de Heere die in de nacht aan Laban verschijnt.
  • ‘Waarom ben je stiekem weggegaan? Ik heb niet eens afscheid kunnen nemen van mijn dochters’, zegt Laban de andere dag. ‘En vertel me eens waarom je mijn terafim, mijn afgodsbeeld, meegenomen hebt?!’ Vol verbazing kijkt Jakob zijn schoonvader aan. Hoe kómt hij erbij dat hij een afgodsbeeld zou stelen. Hij gelooft immers in de lévende God!
  • ‘Zoek maar! En degene bij wie je het vindt, mag je doden!’ Dat is onvoorzichtig. Laban doorzoekt alles, overal kijkt hij. Rachel zit op een kamelenzadel in haar tent en vraagt: ‘Vindt u het goed dat ik blijf zitten? Ik voel me niet goed.’ Vol spanning kijkt ze Laban aan. Als hij nu maar ‘ja’ zegt, want onder het zadel ligt … de terafim. Zíj heeft het meegenomen.
  • Verontwaardigd zegt Jakob: ‘Nou, wat heeft u gevonden? Leg het hier maar neer, zodat iedereen het kan zien. U doet alsof ik een misdadiger ben.’ En dan werpt hij het Laban voor de voeten, hoe die hem de afgelopen twintig jaren heeft behandeld. Alles wat hij opgekropt heeft, gooit hij eruit.
  • ‘Als de God van Abraham en Izak niet voor mij gezorgd had, zou ik nu zonder iets hier staan.’ Jakob weet dat de Heere voor hem gezorgd heeft.
  • Laban zegt niet zoveel meer. ‘Laten we een verbond sluiten’, stelt hij nog voor. Jakob zet een grote steen rechtop en laat zijn mannen stenen op een hoop gooien. Hij eet daar met Laban. Jakob noemt die plaats Gilead (= steenhoop der getuigenis). De Heere is de Getuige van dit verbond. De mannen zullen niet met vijandige bedoelingen langs deze hoop mogen gaan.
  • Ze wensen elkaar het beste voor de toekomst. Jakob roept de naam van de Heere daarbij aan. Hij wil graag terug naar Kanaän, ten diepste om de Heere, de God van zijn vader Izak. Dat is de God Die hij dient.

Slotzin
Jakob vertrouwde ook nu weer op zijn eigen plannen. Telkens laat de Heere hem, en jou!, weer zien dat hij, dat jij, alleen op Hem moet vertrouwen.

Gesprek

  • Kom terug op het voorbeeld uit het begin. Wij maken geen afgoden van hout, maar zijn er nu nog afgoden? Welke? Hoe dien je die?
  • Je bent misschien ook wel eens jaloers. Op wie of wat? Hoe ga je daarmee om? Wat vind je van Rachel?
  • Wat kun jij van deze geschiedenis leren?

Samenvatting
Laban verandert zijn gedrag tegen Jakob. Hij is jaloers op de zegeningen die Jakob van de Heere krijgt. De Heere zegt tegen Jakob dat hij terug moet gaan naar het land Kanaän. Als Laban vertrokken is om zijn schapen te scheren, neemt Jakob alles wat hij heeft mee en gaat op reis naar Kanaän. Rachel steelt de terafim van haar vader, zonder dat Jakob dit weet. Als Laban hoort dat Jakob vertrokken is, gaat hij achter hem aan, maar de Heere verbiedt hem Jakob iets aan te doen. Laban verwijt Jakob dat hij niets gezegd heeft over zijn vertrek en dat hij zijn goden gestolen heeft. Als Laban de terafim niet kan vinden, verwijt Jakob hem dat hij Jakob daarvan verdacht heeft. Laban en Jakob sluiten een verbond, waarna Jakob verder trekt naar het land Kanaän.

Vragen

  1. Waarom zegt Jakob niets tegen Laban als hij vertrekt?
  2. Wie zorgt ervoor dat Laban hem niets aan doet?
  3. Wie heeft de terafim gestolen? Hoe kan het dat Laban deze niet vindt?
  4. Wat verwijt Jakob aan Laban?
  5. Hoe lossen ze het op?


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B1.20

Alles van

Bijbeluitleg over Genesis 31

10 november 2020
Deze exegese gaat over Genesis 31 en hoort bij les B1.20 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
+
Ontwikkeld door
LCJ

Genesis 31:53b met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - Jakob's terugreis naar Kanaan

1 oktober 2021
Dit plaatmateriaal hoort bij les B1.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 31:5 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.20, B3.41 en B3.42 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Jakob terug naar Kanaän

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B1.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ
Naar de methodepagina

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!