Bijbelgedeelte: Genesis 28 en 29:1-30

Context
De oude vader Izak besloot dat het tijd werd zijn zoon Ezau te zegenen. Door list en bedrog ontving niet Ezau maar Jakob de eerste zegen. Ezau kreeg een aardse zegen en vol haat nam hij zich voor Jakob te doden na het overlijden van zijn vader.

Kerntekst
Genesis 28:15 En zie, Ik ben met u, en Ik zal u behoeden overal, waarheen gij trekken zult, en Ik zal u wederbrengen in dit land; want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, hetgeen Ik tot u gesproken heb.

Doelstellingen

De kinderen horen hoe de Heere Jakob zegent en met hem is.
Ze beseffen dat het goed is om in vertrouwen op de Heere te leven.

Zingen

Psalm 56:1; 62:4; 65:1; 84:1,2; 121:1-4
UMK - De avond valt – nu is een eind gekomen
ZB - Blijf bij mij Heer /Ga niet alleen door ’t leven / Hij die rustig en stil

Geloofsleer

HC vraag 104 - Het vijfde gebod
HC zondag 42 - Het achtste gebod
NGB art. 26 - Christus is voorspraak

Introductie
Dromen zijn bedrog. Dat is een spreekwoord. Soms droom je van iets dat je heel graag zou doen en dan is het in je droom net echt. Een andere keer droom je van iets engs. Dan is het ook net of het echt is. Als je wakker wordt, ben je de droom vaak vergeten. Een enkele keer weet je het nog een beetje, maar een droom komt niet uit.
Laat de kinderen eventueel vertellen over een droom.

Beginzin
Hij denkt er nog wel eens aan terug, Jakob. Die keer dat Ezau zo’n trek had dat hij zijn eerstgeboorterecht verkocht. Die andere keer dat híj de zegen kreeg en niet Ezau. Ja, daarom loopt hij nu hier, ver van huis.

Vertelschets

‘Ga naar de familie van je moeder Rebekka. Je moet daar een vrouw zoeken, een dochter van Laban.’ Met die woorden heeft Izak Jakob weggestuurd naar Paddan Aram. Nog belangrijker is, dat Izak Jakob de zegen van de Heere heeft gegeven.
Als de Heere je zegent, kun je overal heen gaan, dan is Hij met je. Je mag op Hem vertrouwen.
Ja, als Jakob er over nadenkt en eerlijk is, dan moet hij zeggen dat hij ook op de vlucht is. Zijn broer Ezau haat hem, omdat hij de eerstgeboortezegen kreeg. Hij zou hem willen doden.
Daarom is Jakob nu op weg. Hij kijkt naar de zon, die is al ver naar het westen gedaald. Nog even, dan valt de nacht in. Hij kijkt om zich heen. Waar zal hij moeten slapen? Met zijn hoofd op een steen gaat hij liggen.
Hij droomt. Hij kijkt omhoog langs de ladder die hij ziet. Wat hoog! Tot in de hemel en kijk, er zijn engelen op de ladder, die op en neer klimmen. Hij hoort de stem van God: ‘Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham, en de God van Izak.’ Hij zegt dat dit land voor Jakob zal zijn en voor zijn zaad, zijn familie.
Als Jakob wakker wordt, herinnert hij zich de droom en de belofte van de Heere dat Hij met hem mee zal gaan en hem zal beschermen. Jakobs hart is vól! Hij weet zeker dat de Heere vannacht bij hem was.
Hij trekt de steen omhoog en giet er olie overheen. Deze plaats heet voortaan Beth-El, huis van God. Hij belooft dat hij de Heere zal dienen.
Na een lange reis komt Jakob in Haran. Alleen staat hij bij de put. Hij ziet de kudden schapen met hun herders. Straks zullen ze de steen van de put aftillen en de schapen water geven.
‘Waar komen jullie vandaan?’ De herders vertellen dat ze uit Haran komen. ‘Kennen jullie dan Laban?’ Jazeker, knikken ze. ‘Hoe gaat het met mijn oom Laban?’ ‘Goed. Straks komt zijn dochter, Rachel.’
Even later komt een herderin met een kudde. Dat moet Rachel zijn. Jakob stapt snel naar haar toe, hij rolt de steen van de put en schept water voor haar schapen. Dan begint hij te huilen en vertelt haar wie hij is.
Als hij uitgesproken is, draait ze zich om en gaat snel naar huis, waar ze haar vader alles vertelt. ‘We halen hem meteen hierheen’, zegt Laban en loopt naar de put. Hij omhelst zijn neef en neemt hem mee naar zijn tent. ‘Blijf hier bij ons! Je bent immers familie.’
Jakob is blij dat hij bij Laban kan blijven. Elke dag werkt hij mee op het land en bij de kudden van zijn oom. ‘Jakob, zeg eens wat ik je zal betalen voor het werk dat je doet? Je hoeft niet voor niets te werken.’
Jakob denkt na en dan weet hij het: Laban heeft twee dochters, Lea, de oudste, en Rachel. Rachel is knap, hij houdt van haar. Hij zou wel met haar willen trouwen.
‘Ik zal zeven jaren bij u blijven werken voor Rachel. Ik wil graag met haar trouwen!’ Hij kijkt zijn oom aan. Zou hij instemmen met dit plan? Laban denkt even na en zegt dan: ‘Ik kan haar net zo goed met jou laten trouwen als met een ander.’
Zéven jaar, dát is lang! Voor Jakob vliegen ze voorbij.
Dan maken ze alles klaar voor de bruiloft: eten en drinken, veel mensen worden uitgenodigd. Het is féést.
Die avond brengt Laban de vrouw naar Jakob. Ze draagt een sluier, precies zoals dat de gewoonte is. ‘Hier is je vrouw, Jakob!’ Maar de andere ochtend schrikt Jakob: Lea ligt naast hem. Laban heeft hem bedrogen. Hij wil Jakob bij zich houden om voor hem te werken!
Zou Jakob er aan gedacht hebben dat hij vroeger zijn vader bedroog?
‘Waarom hebt u dat gedaan?!’ ‘Nou, de oudste dochter moet eerst trouwen…’, zegt Laban. ‘Maar als je belooft dat je nog zeven jaar blijft, mag je over een week ook met Rachel trouwen.’
Maar dat is niet goed: de Heere wil dat één man en één vrouw met elkaar trouwen. En als Jakob nu het meeste van Rachel houdt, hoe zal dat dan gaan in het gezin? Zullen ze het goed hebben met elkaar? Nee, Jakob laat duidelijk merken dat hij van Rachel houdt. Lea is niet belangrijk voor hem.
Mag je zó met elkaar omgaan?
Na een poos krijgt Lea een zoon, Ruben. Dat betekent dat de Heere voor haar zorgt. Nu zal Jakob haar wel lief hebben. Daar is ze zeker van als ze nog een zoon krijgt, Simeon. ‘De Heere verhoort’ zegt ze.
Rachel krijgt geen kinderen, terwijl Lea na enkele jaren al vier zoontjes heeft. Het doet Rachel verdriet. Waarom krijgt zij geen kind en Lea wel? Ze begrijpt het niet, maar er staat niet dat ze bidt…

Slotzin
Wat een geweldig wonder dat Lea’s vierde zoon Juda is: uit Juda zal straks de Heere Jezus geboren worden.

Gesprek

Waarom moest Jakob vluchten?
Hoe sprak de Heere tot Jakob? Gebeurt dat nu nog?
Wat vind je van Laban?
Ben jij wel eens jaloers? Wat doe je dan?
Mag je iemand minachtend behandelen? Maar als je die jongen of dat meisje nou echt niet leuk vindt, wat moet je dan doen?
Hoe heetten de zonen van Lea? (Ruben, Simeon, Levi, Juda).

Samenvatting
Rebekka hoort dat Ezau Jakob wil doden en zegt tegen Izak dat Jakob naar haar familie moet gaan om daar een vrouw te zoeken. Als Jakob onderweg overnacht, verschijnt de Heere aan hem in een droom. De Heere maakt Zichzelf bekend en belooft dat Hij dit land aan Jakob en zijn zaad zal geven. Jakob richt de steen, waarop hij met zijn hoofd gerust heeft, op tot een teken en zalft deze met olie. Na een lange reis komt hij bij Laban, de broer van zijn moeder. Hij gaat voor oom Laban werken en zal daarvoor zijn dochter Rachel tot vrouw krijgen. Laban bedriegt hem echter met Lea en nadat Jakob beloofd heeft nog zeven jaar te zullen werken, krijgt hij ook Rachel tot vrouw.

Vragen