Bijbelgedeelte: Lukas 22:7-23 en 39-46

Context
De overpriesters en Schriftgeleerden hebben al besloten Jezus te doden. Judas wil hen wel helpen, hij zoekt naar een gelegenheid om zijn Meester over te leveren.

Kerntekst:
Lukas 22:42 Vader, of Gij wilde dezen drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.

Doelstellingen

De kinderen beseffen dat de Heere Jezus alles weet.
Ze leren de betekenis van het Pascha en het Avondmaal.
Ze weten dat de Heere Jezus zwaar geleden heeft, maar dat gewillig deed.
Ze beseffen iets van Gods liefde voor zondaren, als ze horen van het lijden van de Heere Jezus.

Zingen
Psalm 40:4; 42:7; 43:5; 116:1,2 en 3; GdH:4
ZB - Alzo lief had God de wereld
UAM - Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten
UMK - Lam Gods dat alle zonden

Geloofsleer
HC vraag 37 - Geleden
HC zondag 28-30 - Het Avondmaal
NGB artikel 35 - Het Avondmaal

Introductie
Praat met de kinderen over het Pascha en het heilig Avondmaal. Wat betekenen ze? Wanneer zijn ze ingesteld?

Beginzin
Twee mannen lopen door de poort van de stad Jeruzalem en kijken goed om zich heen.

Vertelschets

Het zijn Petrus en Johannes. Ze hebben een opdracht van de Heere Jezus gekregen.
‘Het moet opvallen, een man met een kruik. Meestal zie je dat vrouwen een kruik dragen.’ Johannes knikt en ondertussen kijken ze goed om zich heen. ‘Kijk eens!’ Johannes wijst en ze kijken in de richting waar een man met een kruik loopt. ‘Die moeten we volgen’, zegt Petrus. En zo lopen ze achter die man aan, totdat hij bij een huis naar binnen wil stappen.
‘De Meester zegt u: waar is de eetzaal, waar Ik de paasmaaltijd met Mijn discipelen kan houden?’ Dat moesten Petrus en Johannes tegen die man zeggen. Ze hebben die opdracht van de Heere Jezus gekregen.
De Heere weet en ziet alles. Hij ziet jou ook. Hij weet wat je doet, zegt en zelfs wat je denkt.
‘Kom maar binnen’, zegt de man. ‘De opperzaal is al klaar.’ Petrus en Johannes lopen achter de man aan naar binnen, volgen hem naar boven en stappen de opperzaal binnen.
De zaal is schoongemaakt, kleden en kussens liggen klaar, er staan pannen en schalen. Dan gaan Petrus en Johannes aan de slag. Ze kopen een lam, laten het slachten en maken het klaar. Ook zorgen ze voor brood, wijn en saus.
Als het avond wordt, is alles klaar om de paasmaaltijd te houden. Nu zullen Jezus en de andere discipelen wel snel komen. Zij weten nog niet waar de paasmaaltijd gehouden zal worden. De Heere Jezus heeft er Zelf voor gezorgd dat niemand het weet. Want nu kan Hij in alle rust met Zijn discipelen het paasfeest houden. Judas mocht het ook niet weten, want Judas mag zijn Meester nu nog niet overleveren aan de vijanden. Dat zal op Gods tijd gebeuren.
Een poosje later hebben alle discipelen een plaats gekregen aan de tafel. Ook Judas is er. Jezus kijkt Zijn discipelen aan en zegt: ‘Ik wil heel graag dit Pascha met jullie houden, voordat Ik sterf.’
Dan pakt Jezus de beker met wijn, Hij dankt en zegt: ‘Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.’ De wijn is een beeld van het bloed van de Heere Jezus. Het bloed van de Heere Jezus kan alle zonden wegwassen. Door het bloed van de Heere Jezus kunnen je zonden vergeven worden.
Jij hebt ook zonden gedaan, elke dag doe je zonden. Alle verkeerde dingen die je zegt, denkt en doet. Met die zonden doe je de Heere verdriet. Heb je al aan Hem gevraagd of Hij je zonden wil vergeven?
Dan breekt Jezus het brood en geeft het aan Zijn discipelen. ‘Dat is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt, doet dat tot Mijn gedachtenis.’ Het brood is een beeld van het lichaam van de Heere Jezus. Zoals het brood gebroken wordt, zo zal ook Zijn lichaam gebroken worden. De Heere Jezus zal sterven om voor de zonden van Zijn volk te betalen.
Opeens kijken de discipelen elkaar verschrikt aan. Hoorden ze dat goed? Zei Jezus dat één van hen Hem zal verraden? ‘Zou, zou ik dat doen?’ Allemaal vragen ze zich dit af. Ook Judas heeft gehoord wat Jezus heeft gezegd. De Heere Jezus zegt dit om te laten zien dat Hij alles weet, maar ook om Judas te laten zien waar hij mee bezig is. Maar in het hart van Judas komt geen berouw, hij vraagt niet om vergeving. Nee, hij staat op om Zijn meester te verraden.
De Heere waarschuwt jou ook. Door de preek, bijbelverhalen, het lezen uit de Bijbel. Luister je naar Hem?
Het is al laat als een groepje mannen stil door de straten van Jeruzalem loopt. Het is volle maan en de maan zorgt zo voor een beetje licht. Ze lopen door de stadspoort en lopen naar beneden het dal in. Ze steken de beek Kidron over en gaan in de richting van Gethsémané. Dat is een tuin vol met olijfbomen. Daar gingen ze wel vaker heen, de Heere Jezus bad daar tot Zijn Vader.
Ze lopen de donkere tuin in. Acht van Zijn discipelen blijven achter bij de ingang. Johannes, Petrus en Jakobus lopen met Jezus mee, verder de tuin in. Ze merken dat Jezus bedroefd en angstig is. ‘Waakt en bidt!’ zegt Jezus tegen hen.
Dan loopt Jezus nog een stukje verder, zo ver als je met een steen kunt gooien. Daar knielt Hij neer en bidt. ‘Vader, wilt U deze drinkbeker van Mij wegnemen?’ Hij smeekt Zijn Vader of Hij niet hoeft te lijden. ‘Maar niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede.’ Als U wilt dat Ik moet lijden en sterven, dan zal Ik het doen.
De Heere Jezus is bang, bang om die beker vol met de toorn van God leeg te drinken. De Heere Jezus heeft geen zonden gedaan, geen straf verdiend, maar de mensen wel. Voor hun zonde moet Hij de straf dragen. De Heere Jezus wordt bang, zo bang, dat Hij bloed begint te zweten. Dat heeft nog nooit iemand gedaan!
Zijn Vader in de hemel ziet het, Hij weet wat Zijn Zoon nodig heeft. Hij stuurt een engel naar Jezus. Dan verdwijnt de angst. Hij wordt gesterkt. Hij zal de toorn van Zijn Vader dragen. Dan kunnen de zonden van allen die in Hem geloven vergeven worden en kan het goed komen tussen hen en Zijn Vader.

Slotzin
Geloof jij al in deze Zaligmaker? Hij heeft geleden, Hij is gestorven om het goed te maken tussen de Heere en zondige mensen. Wat een wonder!

Gespreksvragen
Waarom wilde God de Vader dat de Heere Jezus ging lijden en sterven?
Waarom moest de Heere Jezus de toorn van God over de zonden dragen? Wat betekent dat voor jou?
Denk nog eens aan het gesprekje aan het begin: wat heeft het heilig Avondmaal dat in onze kerk gevierd wordt, te maken met deze geschiedenis? Wat betekent het dat de Heere Jezus dit ingesteld heeft?

Samenvatting
Petrus en Johannes moeten alles klaarmaken voor het pascha. In de stad zal een man hen de weg wijzen. De Heere Jezus viert het pascha met Zijn twaalf discipelen. Hij stelt het Heilig Avondmaal in. Brood en wijn verwijzen naar Zijn lichaam en bloed. Ook de verrader zit met hen aan tafel. Na de maaltijd gaan ze naar de Olijfberg. Daar moeten de discipelen bidden, opdat ze niet in verzoeking komen. Ook Jezus bidt. Hij vraagt Zijn Vader of deze drinkbeker aan Hem voorbij kan gaan. Maar niet Zijn wil, maar Vaders wil moet gebeuren. Een engel uit de hemel versterkt Hem. De strijd is zwaar, de Heere Jezus zweet druppels bloed. Na Zijn gebed vindt Hij de discipelen slapend van droefheid. Ze moeten waken en bidden met Hem.

Vragen