Bijbelgedeelte: Markus 14:12-31

Context
Het is de laatste week van de omwandeling van de Heere Jezus op aarde. Het is donderdag geworden, de eerste dag van de ongehevelde broden. De Heere Jezus verblijft met Zijn discipelen nog in Bethanië. ’s Avonds zullen ze het Pascha vieren in Jeruzalem. De volgende dag zal Jezus sterven.

Kerntekst
Markus 14:22 en 23: En als zij aten, nam Jezus brood, en als Hij gezegend had, brak Hij het, en gaf het hun, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. En Hij nam de drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun die; en zij dronken allen daar uit.

Doelstelling

De kinderen leren dat de Heere Jezus het Heilig Avondmaal ingesteld heeft.
Ze begrijpen de betekenis van het Heilig Avondmaal.
Ze beseffen dat

Zingen

Psalm 113-118 (Het Hallel)
UMK - Lam Gods dat alle zonden / Ik heb je bij je naam geroepen
ZB - Heer’, wat wilt Gij dat ik doe? / Heer’, Uw bloed dat reinigt mij

Geloofsleer

HC zondag 28 - 30 Het Heilig Avondmaal
NGB art. 35 Het Heilig Avondmaal
DL 2, 3 en 8 De dood van Christus
HC vraag 127 De zesde bede
Avondmaalsformulier

Introductie
Moeder heeft de tafel gedekt. Samen gaan ze Pascha vieren. Vader spreekt de zegen uit. Ze eten vruchtenmoes en drinken wijn. ‘Vader, waarom is deze avond anders dan de andere avonden?’ vraagt Tsvika, de jongste. Vader vertelt over de verdrukking in Egypte, de instelling van het Pascha, het bloed aan de deurposten en de verlossing door JHWH. ‘JHWH wil dat we dit nooit zullen vergeten en daarom vieren we ieder jaar Pascha.’ Samen zingen ze de psalmen 113 en 114. Opnieuw drinken ze wijn. Vader spreekt de zegen uit over het ongezuurde brood, het brood dat niet gerezen is. Dan eten ze het brood, het lam, de bittere kruiden en de moes. Ook drinken ze weer wijn. Tot slot zingen ze nog de psalmen 115 tot 118.

Beginzin
‘Wie weet waar we de paasmaaltijd vanavond zullen houden?’ De discipelen kijken elkaar vragend aan, maar niemand geeft antwoord. ‘Laten we het Jezus Zelf vragen’, stellen ze voor.

Vertelschets

En met die vraag gaan ze naar Jezus. Daarop zendt Jezus Petrus en Johannes naar Jeruzalem. ‘Volg een mens, die een kruik water draagt, tot in het huis waar hij naar binnen gaat. Vraag dan aan de heer van dat huis waar de eetzaal is, waar de Meester met Zijn discipelen het Pascha zal eten.’
Wonderlijke opdracht, maar Petrus en Johannes gaan op weg. Speurend kijken ze rond: ‘Kijk, daar, een man met een kruik water.’ Ze volgen hem en in het huis vragen ze: ‘Waar is de eetzaal?’ De man loopt mee naar boven. De zaal die hij wijst is helemaal klaargemaakt: er staan tafels en ligbanken. Bij de deur staat water, er zijn schalen en kannen. Het is precies zoals Jezus hun gezegd had. Samen maken ze daar alles voor het Pascha klaar.
’s Avonds komt Jezus met de andere discipelen. Als ze aan tafel liggen, neemt Jezus het woord. De discipelen zien dat Zijn gezicht ernstig staat. ‘Eén van jullie zal Mij verraden!’ zegt Hij. Hè? Wat zegt Jezus daar? Verraden? Eén van hen? Nee toch? Verward en verdrietig kijken ze naar elkaar. Ze worden er helemaal onzeker van. Ze willen weten wie van hen dát zal doen. En om de beurt vragen ze: ‘Ben ik het?’ Zou dat mogelijk zijn dat ze hun Meester zouden verraden?
Jezus bevestigt dat het een van de twaalf is, namelijk degene die tegelijk met Hem zijn brood in de saus doopt. Dit blijkt Judas te zijn. De andere discipelen weten dat niet en Jezus zegt het ook niet openlijk. Maar Judas zelf heeft het goed begrepen dat Jezus het weet.
Hieruit laat Jezus zien dat er niets gebeurt zonder dat Hij het weet en buiten Zijn wil. Alles was al voorzegd. Hij is het Paaslam, dat geslacht moet worden. Hij gaat Zijn leven geven. Vrijwillig. Maar degene die Hem verraadt, is wel schuldig, hij had beter niet geboren kunnen worden.
Jezus neemt het brood. Maar wat de Heere Jezus nu doet, is nieuw voor hen, Hij geeft een nieuwe uitleg aan het Pascha. Terwijl Hij het brood zegent en breekt zegt Hij: ‘Neemt, eet, dat is Mijn lichaam’. Daarna neemt Hij de drinkbeker, dankt en zegt: ‘Dit is Mijn bloed’. Hiermee wil Hij iets bijzonders zeggen. Zoals het brood verbroken wordt, zo zal Zijn lichaam verbroken worden. En zoals de wijn vergoten wordt, zo zal Zijn bloed vergoten worden. Hij zal dus echt sterven, voor hen, maar ook voor vele anderen.
‘Jullie moeten dat telkens weer doen om aan Mij te gedenken’, zegt Hij dan tegen Zijn discipelen. De discipelen zeggen niets. Ze eten van het brood en drinken van de wijn. Zullen ze het begrepen hebben?
Ze besluiten de paasmaaltijd met het zingen van de lofzang en gaan op weg naar de Olijfberg.
Terwijl ze daar lopen, zegt Jezus ineens: ‘Jullie zullen je vannacht allemaal aan Mij ergeren en Mij verlaten’. ‘Oh, nu moet het niet erger worden’, denkt Petrus. Zij, zich ergeren aan de Heere Jezus? Nou ja, de anderen misschien, maar hij toch niet? ‘Ook al zal iedereen zich aan U ergeren, ik niet hoor Heere’ zegt hij. Jezus kijkt hem bedroefd aan. Petrus, Petrus wat denk je nog goed van jezelf. ‘Je zult je niet alleen aan Mij ergeren, je zult Mij zelfs verloochenen. Drie keer deze nacht, nog voordat de haan tweemaal gekraaid zal hebben.’ ‘Ik? Nee, dat zal ik nooit doen, Heere, ook al zou ik met U moeten sterven, dan zou ik U nog niet verloochenen.’ De andere discipelen vallen hem bij. Hoe kan Jezus dit van hen denken?
De Heere Jezus geeft geen antwoord. Hij weet wat er komt. Hij zal alleen die zware weg moeten gaan. Niemand van de discipelen zal Hem bijstaan. Ze zullen vluchten. Ze kennen zichzelf nog zo weinig. Maar Hij kent hen. Hij zal Zijn leven voor hen geven. Uit liefde.

Slotzin
Verraden. Verloochenen. Vluchten. Tjonge, jonge, dat is niet niks. Dat zou jij toch niet doen. Of wel? De discipelen dachten ook dat zij dat niet zouden doen. Dat ze alles voor de Heere Jezus over zouden hebben, zelfs hun leven. Misschien denk jij dit ook wel. Ken jij jezelf dan wel?

Gesprek

Praat over overeenkomsten en verschillen tussen Pascha en Heilig Avondmaal. Wat betekent het Heilig Avondmaal, de vervulling in Christus? Wat is het nieuwe verbond? Wat is de betekenis van brood en wijn? Wanneer heb je deel aan Christus? Wie nemen deel aan het Avondmaal?
Wat zal Petrus zeker doen, volgens hemzelf? Wat zegt Jezus daar van? Wat kun je leren van de opmerkingen die Petrus maakt? Wanneer zal Petrus begrijpen wat Jezus zei?

Samenvatting
Tijdens de Pascha maaltijd met de discipelen zegt de Heere Jezus dat één van hen Hem verraden zal. De discipelen worden heel verdrietig en vragen elk aan de Heere Jezus of ze het zelf zijn. Het antwoord is dat degene die tegelijk met Jezus het brood in de schotel met saus doopt, Hem zal verraden. Tijdens dit Pascha stelt de Heere Jezus het Heilig Avondmaal in. Hij leert Zijn discipelen dat het brood symbool staat voor Zijn lichaam en de wijn voor Zijn bloed en geeft hun de opdracht dit te eten en te drinken. Tenslotte voorzegt de Heere Jezus dat ze Hem allen in de steek zullen laten en dat Petrus Hem verloochenen zal. Deze verzekert de Heere Jezus dat dit echt niet zal gebeuren.

Vragen

Uit welke drie voorbeelden in deze geschiedenis blijkt dat de Heere Jezus weet wat er gebeuren gaat?
Waarom zou de Evangelist juist nu zo nadrukkelijk laten uitkomen dat de Heere Jezus alwetend is?
Wat vind je ervan dat elke discipel bang is dat hij het is die Hem verraden zal?
Wat bedoelt de Heere Jezus als Hij zegt dat het brood Zijn lichaam is en de wijn Zijn bloed?

naar overzichtspagina