Bijbelgedeelte: Lukas 23:33-56

Context
Het Sanhedrin heeft de Heere Jezus veroordeeld, maar Pilatus en Herodes vinden geen schuld in Hem. Tot slot wast Pilatus zijn handen in onschuld en legt de verantwoordelijkheid op het volk. Met de Heere Jezus worden twee moordenaars afgevoerd om gekruisigd te worden.

Kerntekst
Lukas 23: 38 Deze is de Koning der Joden.

Doelstellingen

De kinderen horen hoe de Heere Jezus aan het kruis wordt verzocht.
Ze weten van de plotselinge bekering van een moordenaar, ze weten dat God in Christus zondaren genadig wil zijn.
De kinderen kennen de betekenis van het sterven en begraven worden van de Heere Jezus.

Zingen

Psalm 16:5,6; 22:1,3,4,6-11; 103:7,9; 116:2;3
ZB - Ik wil zingen van mijn Heiland / Op die heuvel daarginds
UAM - O hoofd vol bloed en wonden / Leer mij o Heer’, Uw lijden recht betrachten
UMK - Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis

Geloofsleer

HC zondag 15 - Geleden en gestorven
HC zondag 16 - Begraven
NGB art. 19 - God en mens
NGB art. 20 - Rechtvaardigheid en barmhartigheid in God
NBG art. 22 - Rechtvaardigmaking
DL 2,4 - De genoegzaamheid van de dood van Christus

Introductie
Teken op een bord of papier een groot hart met een kruis erin. Vraag: waarom wordt de kruisiging van de Heere Jezus ook wel het hart van het christelijke geloof genoemd?
Schrijf eventueel de antwoorden om het hart heen.

Beginzin
Daar lopen ze, de wrede en sterke soldaten. Ze grijpen de Heere Jezus beet, trekken Zijn kleren uit en leggen Hem op de balk die op de grond ligt. Dan strekken ze Zijn armen en binden die vast aan de balk. Een soldaat heeft een hamer en lange spijkers en slaat ze door de polsen van de Heere Jezus.

Vertelschets

Je hoort de Heere Jezus zeggen: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.’ De Heere Jezus bidt voor Zijn vijanden, terwijl zij Hem zoveel pijn doen.
Er zijn nog twee andere mannen die ook aan een kruis vastgemaakt worden. Het zijn twee misdadigers. De één wordt aan de rechterkant van de Heere Jezus gehangen en de ander aan de linkerkant. Zo hangt de Heere Jezus in het midden op de Hoofdschedelplaats.
De soldaten onder Hem zijn druk bezig. Ze verloten de kleren van de Heere Jezus. Het opperkleed is een groot kleed, ze scheuren het in stukken en verdelen het. Voor iedere soldaat een stuk. Maar het onderkleed van de Heere Jezus scheuren ze niet; dat is uit één stuk geweven. Ze verloten het.
Opeens klinken er stemmen op de weg die langs Golgotha gaat. ‘Ha, anderen heeft Hij verlost, laat Hem nu Zichzelf verlossen als Hij de Christus is, de Uitverkorene van God!’ Spottend kijken de overpriesters en andere mensen naar de Heere Jezus.
Ook enkele soldaten lopen weer naar de Heere Jezus toe. Ze geven Hem edik te drinken. Eén van de soldaten kijkt naar het bordje boven het hoofd van de Heere Jezus: ‘Deze is de Koning der Joden.’ Hij spot: ‘Als U dan de Koning van de Joden bent, verlos Uzelf dan van het kruis!’
En de Heere Jezus? Kan Hij niet van het kruis komen? Is Hij daar dan niet machtig genoeg voor? Jawel! Maar Hij wil het niet. Hij wil juist voor de zondaren de straf dragen, zelfs de ergste straf: de dood. Toch is het vreselijk dat de mensen dit tegen Hem roepen. Het maakt Zijn lijden nog zwaarder.
Dan klinkt de stem van één van de moordenaars. Ook hij begint te spotten tegen de Heere Jezus. ‘Als U dan de Christus bent, verlos Uzelf, en verlos ons ook gelijk!’
Maar de andere moordenaar wordt hoe langer hoe stiller. Hij heeft op de Heere Jezus gelet. Eén ding weet hij zeker: de Heere Jezus is onschuldig! En hij, hij is juist schuldig. Als hij straks zal sterven, dan… Dan zal het verkeerd met hem aflopen! Hij heeft de Heere Jezus als Zijn verlosser nodig!
‘Ben jij niet bang voor God?’ vraagt hij aan de andere spottende moordenaar. ‘Wij hebben straf gekregen die we hebben verdiend, maar Deze Jezus heeft niets verkeerds, niets kwaads gedaan!’
Smekend vraagt hij de Heere Jezus: ‘Heere, wilt U aan mij denken als U in Uw Koninkrijk gekomen bent?’ De Heere Jezus zegt: ‘Voorwaar, Ik zeg u: Heden zult Gij met Mij in het Paradijs zijn.’ Nog even moet hij vreselijke pijn lijden, maar dan zal hij voor altijd bij Koning Jezus in de hemel zijn! En dat is het heerlijkste wat er is!
Het is bijna twaalf uur in de middag. Brandend schijnt de felle zon. Plotseling komt er een grote duisternis. Iedereen kijkt angstig om zich heen, hoe kan dat? Midden op de dag en dan helemaal donker?
Drie uur lang blijft het donker. Drie lange uren waarin de Heere Jezus van Zijn God in de hemel is verlaten. Waarin Hij de vreselijkste pijnen moet lijden. Als de drie uur voorbij zijn, begint de Heere Jezus met Zijn laatste krachten nog iets te roepen: ‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest.’ Als Hij dit gezegd heeft, buigt Hij Zijn hoofd en sterft.
In de tempel gebeurt er op dat moment een wonder. Het voorhangsel tussen het heilige en het heilige der heilige scheurt middendoor. Nu kunnen de priesters in de tempel zo naar de allerheiligste plek lopen. Dat doen ze niet; ze maken het grote, zware doek snel weer dicht. Ze hebben het niet begrepen. Op Golgotha is de Heere Jezus gestorven. Nu zijn er geen offers meer nodig in de tempel. De Heere Jezus is het Offer! Nu is de weg naar God de Vader in de hemel ook weer open. Wij mogen tot Hem bidden: ‘Wilt U, door het werk van Uw Zoon, ook mijn zonden wegnemen?’
De hoofdman kijkt verwonderd naar de Heere Jezus. Hij leeft niet meer… Dan roept hij het uit: ‘Waarlijk, deze Mens was rechtvaardig.’ Hij erkent dat de Heere Jezus geen zonden had gedaan. Anderen lopen verdrietig weg. Net stonden ze nog te spotten, nu weten ze niets meer te zeggen.
Ook de familie en de vrienden van de Heere Jezus komen aanlopen. Ze hebben alles vanuit de verte gezien. Jozef van Arimathea vraagt Pilatus of hij het lichaam van de Heere Jezus mag begraven. Samen met de vrouwen die de Heere Jezus zo lief hadden, zorgt hij ervoor dat het lichaam van de Heere Jezus heel voorzichtig wordt begraven.

Slotzin
Dan wordt het helemaal stil in de stad Jeruzalem. Vol verdriet gaan de vrouwen en Jozef van Arimathea naar hun huis.

Gespreksvragen
Waarom was het voor de Heere Jezus zo moeilijk dat de mensen zeiden: ‘Als U de Christus bent, kom dan van het kruis af’?
Waarom is het zo’n wonder dat de moordenaar toch bij de Heere Jezus in het paradijs mag komen?
Waarom scheurde het voorhangsel en wat betekent het?

Samenvatting
De Heere Jezus wordt gekruisigd. Hij bidt om vergeving voor degenen die Hem kruisigen. Onder het kruis verdelen de soldaten Zijn kleren. Het volk zegt: 'Anderen heeft Hij verlost, laat Hij nu Zichzelf verlossen.' Ze bespotten Hem. Boven Zijn kruis hangt een opschrift: 'Deze is de Koning der Joden.' Ook één van de misdadigers naast Hem spot. De andere waarschuwt hem en vraagt: 'Heere, gedenk aan mij als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.' Dan belooft de Heere Jezus: 'Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.' Drie uur lang is het donker op aarde. Het voorhangsel van de tempel scheurt. De Heere Jezus roept: 'Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest' en Hij geeft de geest. Een hoofdman verheerlijkt God. Jozef van Arimathéa legt het lichaam van de Heere Jezus in een nieuw graf.

Vragen