Bijbeluitleg over Numeri 13:17-33 en 14:1-45

Deze exegese gaat over Numeri 13:17-33 en 14:1-45 en hoort bij les B3.1 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Numeri 13:17-33 en 14:1-45

Vers 17
De verspieders worden in opdracht van de HEERE gestuurd! (vers 1) Het volk is gelegerd in Paran, de woestijn ten zuiden van Kanaän. De verspieders komen dus eerst in ‘het zuiden’ van Kanaän, en ‘klimmen’ vervolgens het bergland van Judea op.

Vers 18-20
Zij moeten op twee dingen letten. In de eerste plaats op de vruchtbaarheid van het land, in de tweede plaats op de militaire kracht van de inwoners. ‘Legers’ (vers 19) zijn dorpen zonder muur, ‘sterkten’ zijn ommuurde steden. De tijdsaanduiding van vers 20 betekent dat het eind juli is. De verspieders kunnen dus vruchten meenemen.

Vers 21-24
De verspieders beginnen in het zuiden, bij de woestijn Sin. Rechob en de plaats waarvandaan men naar Hamath gaat, liggen in het uiterste noorden. De belangrijke plaats Hebron wordt nog even apart vermeld. Zoan is een tijd lang de hoofdstad van Egypte geweest. Eskol betekent ‘(druiven)tros’. Dat twee mannen hem moeten dragen, geeft aan dat het een groot exemplaar is geweest.

Vers 25-29
In hun verslag geven de verspieders antwoord op de dubbele opdracht die ze hebben gekregen. Het land is vruchtbaar, dus de belofte van de HEERE is uitgekomen. Maar de militaire problemen krijgen de meeste aandacht; ze voorzien problemen in de ontmoeting met het sterke volk. Enakskinderen zijn reuzen. Ze zijn veertig dagen onderweg geweest. Dit getal komt vaker voor: Mozes was veertig jaren in de woestijn; het volk Israël trok veertig jaren door de woestijn en at al die jaren manna; de Heere Jezus werd veertig dagen verzocht.

Vers 30-33
Van de verspieders toont alleen Kaleb, gesteund door Jozua (hoofdstuk 14:6) dat hij op de HEERE vertrouwt. Als reactie daarop zaaien de andere verspieders bewust ongeloof.

Numeri 14
Vers 1-4
Evenals de tien verspieders let het volk meer op de menselijke bezwaren, dan op de belofte van God. Als één blok komen ze in opstand tegen Mozes en Aäron, en daarmee tegen de HEERE Zelf. De ellende van de Egyptische slavernij lijkt vergeten. Het volk wil zelfs een nieuw ‘hoofd’, een nieuwe leider kiezen.

Vers 5-9
Voor de ogen van het volk zoeken Mozes en Aäron de toevlucht tot de HEERE. Jozua en Kaleb doen een laatste poging het volk tot bedaren te brengen, door te wijzen op de macht en de trouw van de HEERE. Hij zal Zijn belofte waarmaken. Door hun kleren te scheuren tonen ze hun ontsteltenis over de opstand van het volk.

Vers 10
Nu gaat het volk helemaal door het lint: het wil hen stenigen. Dan grijpt de HEERE Zelf in. De heerlijkheid van de HEERE duidt Zijn eigen aanwezigheid aan, waarschijnlijk opnieuw door middel van de wolkkolom.

Vers 11
Het woord ‘geloven’ heeft hier de betekenis ‘houvast vinden’. Het volk vindt geen houvast in hun God, ze vertrouwen de HEERE niet. En door dat gebrek aan vertrouwen komt het steeds weer in opstand.

Vers 12-16
De HEERE doet aan Mozes voor de tweede maal het voorstel het volk te verstoten en Mozes tot een groot volk te maken (zie Exodus 32). Hij wil. Ook nu werpt Mozes zichzelf op als middelaar. Hij doet een beroep op de eer van de HEERE. De Naam van de HEERE is zo met het volk verbonden, dat de ondergang van Israël als machteloosheid van de God van Israël zal worden aangezien. De heidenen hebben namelijk, beter dan Israël zelf, gezien dat dit volk afhankelijk is van Gods trouw en kracht.

Vers 17-19
Mozes stelt daar een andere optie tegenover. Wat zou de Naam van de HEERE verheerlijkt worden als juist nu Zijn barmhartigheid en Zijn geduld zouden blijken. Tegelijk belijdt Mozes dat de HEERE geen God is Die alles over Zijn kant laat gaan.

Vers 20-25
De HEERE doet precies wat Mozes van Hem vraagt. Hij bewijst genade door het volk niet van de aardbodem weg te vagen. Maar op deze grote zonde volgt wel een terechte straf: zij die ondanks al Gods grote daden in de woestijn, toch opnieuw zijn trouw hebben durven betwijfelen, zullen Kanaän nooit zien. Het getal ‘tien’ duidt op ‘steeds opnieuw’. Kaleb, evenals Jozua, vertrouwde op God; zij zullen in het beloofde land komen.

Vers 26-30
Via Mozes en Aäron spreekt de HEERE nu het volk aan. God zegt dat hij de wens van de Israëlieten, te sterven in de woestijn (vers 2) in vervulling zal laten gaan. Iedereen boven de twintig wordt verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen gedrag. Voor de ogen van het volk worden Kaleb en Jozua uitgezonderd. Het opheffen van Gods hand is een teken van zegen.

Vers 31-35
Met de kinderen gaat de HEERE aan een nieuwe toekomst werken. Zo zal het volk door de woestijn trekken, terwijl de jongere generatie op de dood van de oudere generatie wacht. ‘Mijn afbreking’ betekent hier dat het volk zal merken wat het betekent om de HEERE toornend tegenover zich te vinden. ‘Zo ik dit niet doe’ is de formulering van een eed.

Vers 36-38
De tien verspieders die bewust het volk hebben opgestookt, en het door God beloofde land zo negatief hebben voorgesteld, worden direct door de HEERE gedood.

Vers 39-45
Het treuren van het volk is geen oprecht berouw. Ze belijden wel dat ze gezondigd hebben, maar ze accepteren de straf van de HEERE niet. Oprecht berouw accepteert ook de straf. Israël blijft eigenzinnig. In hun ongehoorzaamheid aan Mozes en de HEERE zondigen ze opnieuw: ze trekken op naar de plaats die de HEERE eerder had genoemd. Dat de ark en Mozes achterblijven in de legerplaats, is het bewijs dat de aanval zonder de leiding van de HEERE plaatsvindt. Zonder de zegen van God blijkt het volk kansloos. Chorma ligt in het zuiden van Israël.

Tot slot
Ondanks dat de tien verspieders beamen dat God hen naar een vruchtbaar land heeft gebracht, en dus Zijn belofte heeft vervuld, zien zij en het volk meer op de actuele problemen, dan op de hulp van de HEERE. Ook wij moeten leren: de HEERE zal doen wat Hij belooft!



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B3.1

Alles van

Plaatmateriaal - Twaalf verspieders naar Kanaän gezonden

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les B3.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 145:7 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B3.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Spreuken 16:20b met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B3.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over twaalf verspieders naar Kanaän gezonden

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Numeri 13:17-33 en 14:1-45 en hoort bij les B3.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Twaalf verspieders naar Kanaän

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B3.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!