Bijbelgedeelte: 1 Koningen 19

Context
Op de berg Karmel laat de Heere zien dat Hij alleen de ware God van Israël is. Terwijl de profeten van de Baäl roepen en roepen, antwoordt Baäl niet en alleen de God van Elia antwoordt met vuur uit de hemel. Zo verhoort God het gebed van Elia. Vervolgens worden de profeten van de Baäl gedood door Elia bij de beek Kison. Dan belooft Elia regen aan Achab, terwijl er nog geen wolkje aan de lucht is te zien. Op het vurige gebed van Elia wordt de hemel helemaal zwart. En nog voordat de regen begint, loopt Elia voor de wagen van Achab uit.

Kerntekst
1 Koningen 19:18 Ook heb Ik in Israël doen overblijven zeven duizend, alle knieën die zich niet gebogen hebben voor Baäl, en alle mond die hem niet gekust heeft.

Doelstellingen

De kinderen zien dat ook een profeet van de Heere heel moedeloos kan zijn.
Ze beseffen dat de Heere tóch nabij is.
Ze weten welke drie opdrachten Elia kreeg van de Engel en waarom de Heere juist in de stilte komt.

Zingen

Psalm 34:9; 89:20; 97:2,4
UMK - Achab buigt voor Baäl neer
ZB - Groot is Uw trouw o Heer’ / Op bergen en in dalen

Geloofsleer

DL 3,4, 16 - Hoe God Zich openbaart
NGB art. 27 - De kerk van Christus

Introductie
In de Bijbel spreekt de Heere vaak tot mensen. Hij doet dat op verschillende manieren. Noem eens iets? (storm, aardbeving, bliksem, stilte, visioen/gezicht) Hoe spreekt Hij tot ons?

Beginzin
Daar komt Achab in zijn paleis. Wat heeft hij een hoop meegemaakt vandaag. Dat moet zijn vrouw Izebel ook weten!

Vertelschets

‘Wat!’ roept Izebel uit. ‘Heeft Elia echt alle profeten van Baäl gedood? Hoe durft hij! Wacht maar, morgen zal ik hem laten doden, net zoals hij de profeten heeft gedood!’
Izebel stampt door het paleis. Woedend is ze! Wacht maar, wacht maar! denkt ze. Ze zweert bij de goden dat ze haar mogen straffen als ze Elia niet laat doden.
Ze stuurt een boodschapper naar Elia. Verslagen kijkt Elia de man na. Hij was zo dankbaar dat de Heere Zich op de Karmel als de enige God had laten zien. Nu is hij zo verdrietig omdat Izebel hem wil doden. Zou alles wat er op de Karmel is gebeurd dan voor niets zijn geweest? Hij moet hier weg, hij moet snel vluchten, zo snel mogelijk!
‘Blijf jij maar hier’, zegt Elia tegen zijn knecht als ze in Berséba zijn. ‘Ik wil nu liever alleen zijn, ik ga naar de woestijn.’ En alleen loopt Elia verder. Daar gaat hij door het hete zand. Kilometers achter elkaar. Er staat een grote struik met een beetje schaduw. Oh, hij is zo moe! Dan valt hij neer en zucht: ‘Het is genoeg Heere, laat me nu maar sterven hier. Want ik ben niet beter dan al mijn voorvaderen.’ En dan valt Elia in slaap.
Elia wil niet meer leven. Het heeft voor hem allemaal geen zin meer. Hij is zo moedeloos.
Waarom zou hij nu niet op de Heere vertrouwen dat Hij hem zal helpen?
Plotseling schrikt Elia wakker. Hij hoort een stem! ‘Sta op en eet!’ Elia kijkt verbaasd om zich heen. Het is een engel! Als hij omkijkt, ziet hij een koek liggen, op een steen gebakken, en erbij. Elia eet de koek op en drinkt de fles water leeg. Maar verder doet hij niets. Hij gaat weer liggen en slaapt verder.
Dan schrikt hij voor de tweede keer wakker. ‘Sta op en eet, anders zou de weg veel te zwaar zijn voor je.’ En opnieuw pakt Elia het brood en het water wat er klaarstaat.? Hij voelt nieuwe kracht door zijn lichaam stromen. Hij kan weer verder gaan; hij loopt verder de woestijn in. Veertig dagen en veertig nachten achter elkaar, zonder verder te hoeven eten en drinken. Wat een wonder van de Heere!
Elia kijkt op. Met zijn hand boven zijn ogen tuurt hij het landschap af. Daar in de verte ziet hij een hoge berg: de berg Horeb of Sinaï. Daar heeft de Heere lang geleden Zijn wet aan het volk gegeven. Hij komt dichter bij de berg en begint erop te klimmen. Daar is een spelonk tussen de rotsen. Zou hij daar de nacht door kunnen brengen?
‘Elia, wat doe je hier?’ vraagt de stem van de Heere. ‘Heere, ik heb toch mijn best gedaan voor U? Ik heb de mensen van Israël gewaarschuwd, maar ze hebben het verbond met U verbroken. Ze hebben Uw altaren afgebroken en uw profeten met het zwaard gedood. Ik ben maar alleen overgebleven en nu willen ze mij ook doden’, antwoord Elia.
‘Maar Elia, ga jij eens uit deze spelonk en blijf eens op de berg staan voor Mij’, spreekt de Heere. Terwijl Elia de spelonk uitloopt, komt er een machtige stormwind over de berg. De bergen beginnen te scheuren en de rotsen breken open. Maar de Heere komt niet.
Een aardbeving schudt de berg heen en weer. Rotsen storten de diepte in. Maar de Heere komt niet. Dan begint het te bliksemen, maar ook daarin komt de Heere niet. En dan blijft het stil. Heel stil…
Elia hoort het; geen enkel geluid meer van storm, aardbevingen of bliksem. Maar alleen maar stilte. Hij weet dat hij veilig is bij de Heere. De Heere is veel machtiger dan koningin Izebel voor wie hij zo bang is. In de stilte spreekt de Heere tot hem.
‘Elia, wat doe je hier?’ vraagt de Heere. ‘Heere, ik heb mijn best gedaan voor U. Maar het volk heeft het verbond met U verbroken. Ze hebben altaren gesloopt en profeten gedood met het zwaard. Ik ben maar alleen overgebleven en nu willen ze mij ook doden.’
‘Maar Elia, je moet terug. Je moet naar de woestijn van Damaskus en koning Hazaël in Syrië zalven. En je moet naar Jehu om hem tot koning over Israël te zalven. Ook moet je Elisa, de zoon van Safat in Abel-Mehola tot profeet zalven in jouw plaats. Door middel van Hazaël, Jehu en Elisa zal ik de dienaren van de Baäl straffen. En weet je Elia, ik heb nog zevenduizend mensen in Israël die niet voor de Baäl knielen en die Baäl niet gekust hebben.

Slotzin
Dan is de stilte voorbij. Alles wordt weer hetzelfde. Maar Elia is veranderd. Wat is de Heere goed voor hem. Hij heeft de Heere nodig; de Heere zal voor hem én voor Zijn eigen volk zorgen! Want ook al zijn de mensen ontrouw, de Heere Zelf blijft trouw. Dan gaat Elia terug.

Gesprek
Hoe sprak de Heere tot Elia? Begrijp je dat Elia liever niet meer wil leven? Waarom is dat niet goed? Hoe zie je in deze geschiedenis dat de Heere voor Zijn volk en voor Elia zorgt?

Samenvatting
Als Achab alles verteld heeft, laat Izébel Elia zeggen dat ze hem zal laten doden. Elia vlucht een dagreis de woestijn in en vraagt de Heere hem te laten sterven. Een engel draagt hem op te eten en verder te trekken. Veertig dagen is Elia onderweg naar de berg Horeb. Op de vraag van de Heere vertelt Elia de situatie. Elia moet op de berg gaan staan, waar de Heere hem zal verschijnen. Dit gebeurt niet in de storm, de aardbeving of het vuur, maar in een stilte. Met zijn mantel voor zijn gezicht hoort Elia Gods opdracht aan: hij moet twee koningen zalven en Elisa als zijn eigen opvolger.

Vragen