Bijbelgedeelte: Mattheüs 2:13-23

Context
De wijzen hebben van Heródes de opdracht gekregen om hem te vertellen waar ze de geboren Koning der Joden hebben gevonden. Hij zegt tegen hen dat hij het Kind ook wil aanbidden. Maar Heródes heeft een gemeen plan, hij wil het Kind doden in plaats van aanbidden.
De Heere maakt de wijzen door een droom duidelijk dat ze via een andere weg naar huis moeten gaan. Het plan van Heródes mislukt. De wijzen gaan via een andere weg naar huis en Heródes wacht tevergeefs.

Kerntekst
Mattheüs 2:15 En was aldaar tot den dood van Heródes; opdat vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: Uit Egypte heb ik Mijn Zoon geroepen.

Doelstellingen

De kinderen beseffen dat de Heere Jezus als Hij nog geen jaar oud is al wordt vervolgd en moet vluchten.
Ze zien dat Jozef de Heere gehoorzaamt en dat de Heere Zijn volk beschermt.
Het wordt hen duidelijk dat de profetie vervuld wordt en dat God doet wat Hij belooft.

Zingen
Psalm - 86:5; 91:1; 138:4
UAM - Een vaste burcht is onze God
UMK - Bewaar ons Heere bij Uw Woord

Geloofsleer

HC vraag 37 - Het lijden van Christus

Introductie
Je vader of moeder vraagt vast weleens of je iets voor hen wilt doen. Wat moet je weleens doen? Hoe vind je dat als ze dat aan je vragen? Doe je het altijd direct? In het verhaal krijgt Jozef van de Heere een opdracht. Luister maar eens wat Jozef dan doet.

Beginzin
‘Maria! Maria, wakker worden!’

Vertelschets

Maria gaat verschrikt overeind zitten. ‘Wat is er?’ ‘Ik heb in een droom een boodschap van de Heere gekregen. We moeten vluchten! Ik moet het Kindje en jou meenemen naar Egypte. Want koning Heródes zal het Kind gaan zoeken om het te doden.’
Maria en Jozef krijgen haast. Snel pakken ze de spullen in die ze mee moeten nemen. Ze pakken kleren voor het Kindje en voor henzelf. Nog wat eten en natuurlijk de spullen die ze gekregen hebben van de wijzen. Die kunnen ze goed gebruiken.
Ze doen de deur van hun huisje open en gaan de donkere nacht in. Het Kindje hebben ze bij zich. Ze moeten vluchten! Vluchten naar Egypte. Ze durven niet te wachten, maar doen wat de Heere heeft gezegd.
Luister jij ook zo naar de Heere? De Heere zegt tegen jou dat je Hem moet liefhebben, dat Hij het belangrijkste moet zijn in jouw leven. Is Hij dat al?
Als het morgen wordt, zijn Jozef en Maria met het Kind al een heel eind op weg naar Egypte. Heródes zal hen daar niet zoeken, daar zal de Heere voor zorgen.
Die morgen wacht koning Heródes ongeduldig in zijn paleis op de wijzen. Langzaam verstrijken de uren, maar hij ziet geen wijzen. Zo gaat de dag langzaam voorbij. Heródes wordt steeds ongeduldiger! Waar blijven ze toch? Ze hadden toch beloofd dat ze het hem zouden vertellen?
Dan beseft koning Heródes dat de wijzen niet zullen komen en dat hij voor niets zit te wachten. Heródes wordt zo boos. ‘Ik ben bedrogen! Ze komen het mij helemaal niet vertellen! Maar ik zal ervoor zorgen dat het Kind toch gedood wordt.’
Heródes denkt dat hij machtiger is dan de Heere, maar de Heere is almachtig. Niemand is sterker dan de Heere. De Heere zorgt ervoor dat Heródes Jezus niet kan doden.
Even later vertrekken soldaten van Heródes uit Jeruzalem en gaan naar Bethlehem. Ze hebben een opdracht gekregen, een vreselijke opdracht. De koning heeft gezegd: ‘Ga naar Bethlehem en dood daar alle jongens van 2 jaar en jonger. En niet alleen in Bethlehem maar ga ook naar de huizen die dichtbij Bethlehem staan.’
Als de soldaten in Bethlehem komen doen ze wat de koning heeft gezegd. Ze trappen de deuren van de huizen open en kijken of er een kindje is. Als ze een jongetje van twee jaar of jonger zien doden ze het. Zo trekken ze door heel Bethlehem en de omgeving. Als de soldaten weer teruggaan hoor je de moeders huilen. Ze huilen om hun kindje, dat door deze soldaten is gedood.
In Egypte wonen Jozef en Maria en de Heere Jezus. Na een tijd droomt Jozef weer, hij krijgt een nieuwe opdracht. De Heere God vertelt hem dat Heródes gestorven is en dat hij met Jezus en Maria terug moet gaan naar Israël.
Het was door de profeet al voorspeld dat dit zou gebeuren. En de Heere doet wat Hij gezegd heeft.
Jozef luistert naar de Heere, want ze pakken hun spullen en beginnen aan de reis naar Israël. Als ze op weg zijn horen ze iets waar ze erg van schrikken: Archelaüs is koning geworden in de plaats van zijn vader Heródes! Dat is de wreedste en gemeenste zoon van Heródes. Zou dat niet te gevaarlijk zijn als ze teruggaan?
De Heere ziet en weet dat Jozef en Maria zich zorgen maken. Daarom krijgt Jozef opnieuw een boodschap van de Heere. Hij moet naar Galiléa gaan, naar het dorpje Nazareth.
En dat doen ze. Er was al lang geleden voorspeld dat de mensen de Heere Jezus Nazaréner zouden noemen. Nazareth was een klein dorpje, daar woonden hele armen mensen. En juist in dat dorpje wil de Heere Jezus gaan wone

Slotzin
Hij wilde arm worden om mensen te redden van de zonden.

Gespreksvragen
Welke opdracht krijgt Jozef? Luistert hij naar de Heere? Wanneer gaat hij naar Egypte? Welke opdracht krijg jij van de Heere? Doe jij wat de Heere aan jou vraagt? Is dat ook moeilijk? Wie wil je daarbij helpen?

Samenvatting
De engel des Heeren vertelt Jozef in een droom dat hij met Maria en het Kind moet vluchten naar Egypte. Herodes komt er namelijk achter dat de wijzen niet naar hem terug komen. Daarom laat hij alle kinderen in Bethlehem van nul tot twee jaar doden. Maar Jezus is veilig in Egypte. Als Herodus gestorven is, vertelt de engel Jozef dat ze terug kunnen keren. Omdat Herodes' zoon koning geworden is, gaan ze in Nazareth wonen. Daar groeit de Heere Jezus op.

Vragen