Bijbelgedeelte: Markus 15:16-47

Context
De Heere Jezus is gevangengenomen en voor Pilatus gebracht. Pilatus is ervan overtuigd dat de Heere Jezus volkomen onschuldig is en doet ook zijn best om Hem vrij te laten. Hij probeert het oordeel over te laten aan het Sanhedrin en later aan Herodus, maar die laat het laatste woord aan Pilatus over. Dan probeert hij de Heere Jezus vrij te krijgen door Hem op tweetal te zetten met Barabbas, waardoor juist Barabbas wordt losgelaten in plaats van de Heere Jezus. Tenslotte, als laatste poging, laat hij de Heere Jezus geselen. Maar zelfs dan heeft het volk geen enkel medelijden met de mishandelde Jezus. Als Pilatus de beslissing vervolgens aan het volk overlaat, kan hij niet meer terug. In het rechthuis veroordeelt hij deze Onschuldige tot de kruisdood.

Kerntekst
Markus 15:26 En het opschrift Zijner beschuldiging was boven Hem geschreven: DE KONING DER JODEN.

Doelstelling

De kinderen laten weten dat de zwaarste verzoeking voor de Heere Jezus aan het kruis is gekomen
Ze zien de betekenis van de kruisdood van de Heere Jezus
Ze ontdekken de moed van Jozef van Arimathéa om de Heere Jezus te begraven

Zingen

Psalm 22:1; 31:4; 116:2,3
UMK - Lam Gods, dat zo onschuldig / O hoofd vol bloed en wonden / Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis
ZB - Heer’, Uw bloed dat reinigt mij / Op die heuvel daarginds

Geloofsleer

HC zondag 15 en 16 - Het lijden van Christus
NGB art. 19 - God en mens

Introductie
Praat met de kinderen over ‘gemeen doen’. Is er iemand die zelf wel eens heel gemeen heeft gedaan? Waarom? Zag je een ander weleens gemeen doen of deed je het zelf? Hoe voelt dat? Is er iemand die je dan kan helpen, thuis of op school? Wie? Wat zou je zelf kunnen doen? Wat vind je er van?

Beginzin
Hardhandig duwt een soldaat de Heere Jezus naar de binnenplaats van het rechthuis. Snel doet hij zijn rode soldatenmantel af en werpt hem om de schouders van de Heere Jezus.

Vertelschets

Een ander vlecht een kroon van scherpe doornen en duwt die op het hoofd van de Heere Jezus. Een gemene lach staat om zijn mond… Ze doen alsof ze terugkomen van een gevecht. Ze begroeten hun koning. Spottend kijken ze naar de Heere Jezus en maken een buiging: ‘Gegroet, koning van de Joden!’ Om hen heen wordt hard gelachen. En al snel slaan ze de Heere Jezus op Zijn hoofd met een stok en spugen Hem in Zijn gezicht.
Staan de ogen van Jezus boos en wil Hij gaan schreeuwen? Nee, Hij blijft stil.
Ruw leggen de soldaten een zware balk op Zijn rug. Straks zullen ze Zijn handen daar aan vastnagelen. Een hoofdman geeft het sein om te vertrekken.
Over de weg komt Simon aangelopen. Even is hij bij zijn akker geweest, net buiten de stad, en nu loopt hij terug. Hij komt uit het noorden van Afrika, maar is nu in Jeruzalem om het Pascha te vieren.
‘Wat hoor ik toch?’ denk Simon. Hij kijkt in de richting van het geluid en ziet een groep soldaten met iemand die een balk op zijn rug draagt. Simon schrikt als hij die man ziet. Hij zakt bijna in elkaar onder de balk! Gelijk staan een paar soldaten voor Simon: hij moet de balk dragen. Maar dat wil Simon helemaal niet! Dan is hij onrein en mag hij de tempel niet meer inkomen tijdens het paasfeest. Ze dwingen hem om het kruis te dragen.
Op Golgotha geven de soldaten Hem eerst een sterke wijn om Hem te verdoven. De Heere Jezus schudt echter Zijn hoofd. Dit wil Hij niet. Hij moet lijden zoals God in de hemel dat wil.
Zijn kleren worden uitgetrokken en verloot onder de soldaten. En dan, als het negen uur in de ochtend is, wordt de Heere Jezus aan het kruis vastgemaakt. Nu hangt Hij tussen de hemel en de aarde en boven Zijn hoofd hangt een bordje: De koning der Joden. Wat de meeste mensen niet doorhebben: Hij ís de Koning van de Joden. De echte Koning!
Naast Hem hangen twee andere mannen, misdadigers. En daar hangt de Heere Jezus nu tussen, terwijl Hij helemaal geen zonde heeft gedaan!
Opeens wordt er geroepen: ‘Ha! U heeft gezegd dat U de tempel af kan breken en in drie dagen weer op kunt bouwen. Dan kunt U toch ook Uzelf verlossen en van het kruis afkomen?’ Een groepje Farizeeërs en Schriftgeleerden is bij het kruis blijven staan; ze kijken spottend naar de Heere Jezus. ‘Ja’, zegt een ander, ‘anderen heeft Hij wel verlost, maar Zichzelf kan Hij niet verlossen!’ De twee misdadigers naast de Heere Jezus luisteren ook naar dit gespot en beginnen al snel mee te doen. Maar de Heere Jezus geeft geen antwoord.
Ondertussen is het twaalf uur in de middag geworden. De zon staat hoog aan de hemel en brandt op het lichaam van de Heere Jezus. Wat een vreselijke pijn moet Hij lijden!
Dan wordt het plotseling helemaal donker; drie uur lang blijft het helemaal duister. Nu is de Heere Jezus helemaal alleen. Mensen hebben Hem bespot en verzocht om van het kruis te komen, de duivel pijnigt Hem en zelfs God heeft Hem nu verlaten. God helpt Hem niet meer en dat is wel het allerergste. Wat een lijden voor de Heere Jezus!
‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Dan verdwijnt de duisternis en breekt de zon weer door. Het is het negende uur, drie uur in de middag. Weer beginnen de mensen te spotten: ‘Roept Hij soms Elia?’ Een soldaat geeft Hem een spons met zure wijn. ‘Hé, houd eens op! We moeten toch zien of Elia nu komt!’ zeggen de mensen.
Maar dan roept de Heere Jezus met een grote stem ‘Het is volbracht’. Hij buigt Zijn hoofd en geeft de geest.
In de tempel scheurt het voorhangsel van boven naar beneden: de weg naar God is weer geopend. De hoofdman bij het kruis staart naar het lichaam van Jezus. ‘Waarlijk, deze man was de Zoon van God!’ roept hij uit.
In de stilte van de namiddag komt een man aangelopen. Het is Jozef van Arimathéa, een belangrijke man uit het Sanhedrin. Jozef heeft aan Pilatus gevraagd of hij het lichaam van de Heere Jezus mag begraven. Pilatus is verbaasd dat de Heere Jezus al is gestorven en vraagt aan de hoofdman of het wel klopt. Daarna geeft hij toestemming aan Jozef. Met een paar vrouwen haalt hij het lichaam van het kruis. Snel verzorgen ze het lichaam en leggen het dan in het graf, want zo meteen is de sabbat, en dan mag er niet gewerkt worden.

Slotzin
Verdrietig gaan Jozef en de vrouwen naar huis. Na de sabbat, dan zullen ze wel terugkomen om het lichaam van de Heere Jezus verder te verzorgen. Maar wat denk je… zou het dan nog wel nodig zijn?

Gesprek

Waarom antwoordde Jezus niet? Kon de Heere Jezus wel of niet van het kruis afkomen? Waarom deed Hij het niet? Wat betekende het voor de Heere Jezus om helemaal van God verlaten te zijn? Wat vind je er van dat Jozef van Arimathéa het lichaam van de Heere Jezus heeft begraven? Zou jij dat gedurfd hebben? Waarom?
Wanneer mag je zeggen dat de Heere Jezus ook in jouw plaats aan het kruis gestorven is? Waarom moest Hij eigenlijk sterven?

Samenvatting
De soldaten spotten met het Koningschap van de Heere Jezus. Als Jezus naar Golgotha geleid wordt, dwingen ze een voorbijganger, Simon van Cyrene, om het kruis over te nemen. De Heere Jezus wordt tegelijk met twee misdadigers gekruisigd. Zowel de misdadigers als voorbijgangers en de Joodse leiders, spotten met de Heere Jezus. Midden op de dag treedt er een drie-urige duisternis in. Als de Heere Jezus Zijn klacht van Godverlatenheid heeft uitgeroepen en met grote stem de geest geeft, scheurt het voorhangsel in de tempel in tweeën en erkent de hoofdman over honderd dat Jezus Gods Zoon was. Jozef van Arimethea legt het lichaam van de Heere Jezus in zijn eigen graf.

Vragen

Waarom kleden de soldaten de Heere Jezus als een zogenaamde koning aan?
Waarom is het zo erg dat ze met de Heere Jezus spotten?
Welke lastering spreken de voorbijgangers uit?
Waarom erkent de hoofdman over honderd Jezus als Gods Zoon?
Hoe zie je aan het eind van deze geschiedenis dat niet alle Joodse leiders de Heere Jezus verwierpen?

naar overzichtspagina