Bijbelgedeelte: Jozua 5

Context
Na een lange reis door de woestijn is het volk eindelijk aangekomen in het beloofde land. Daar beveelt de Heere dat het volk zich moet besnijden en daarna kunnen ze pas het Pascha vieren. Ze eten van het brood uit het beloofde land, waarna er geen manna meer uit de hemel valt. Dan gaat Jozua op verkenning naar Jericho – maar de poorten van de stad zijn gesloten.

Kerntekst
Hebreeën 11:30,31 Door het geloof zijn de muren van Jericho omgevallen, als zij tot zeven dagen omringd waren geweest. Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen.

Doelstellingen

De kinderen horen hoe Jozua bemoedigd wordt door de Heere en dat de Heere dit ook nu nog doen wil; Hij is altijd Dezelfde.
Ze beseffen dat de Heere in geloof gehoorzaamheid vraagt.
Ze weten dat Rachab en haar familie als enigen behouden zijn in de stad Jericho.

Zingen

Psalm 2; 21:8,9,11,12; 72:6; 87:3,
UMK - Jericho is in uw hand / God die Israel bevrijdd
ZB - Nooit kan ’t geloof te veel verwachten

Geloofsleer

NGB art. 16 - De eeuwige verkiezing van God
NGB art. 31 - De ambt

Introductie
Neem een plaatje of foto mee van een stad met muren eromheen. Hoe kun je die stad binnenkomen? En als de poorten gesloten zijn? Hoe kan een vijandig leger de stad innemen? Hoe zouden de mensen in de stad zich voelen? En het leger?

Beginzin
Jozua tuurt in de verte; daar ligt de stad Jericho. Wat een grote, machtige stad! ‘Hoe moeten we die toch ooit gaan innemen?’ denkt hij. Hij ziet de dikke muren; wat zien ze er sterk uit.

Vertelschets

Weer kijkt Jozua goed. Hij mompelt: ‘De poorten van de stad zijn dicht! Er kan niemand naar binnen en naar buiten, zullen ze bang zijn dat wij eraan komen en dat we ze zullen aanvallen?’
Dan schrikt Jozua. Er staat opeens een Man voor hem! Een man met een zwaard in Zijn hand. Wie is dat? Hij loopt naar de Man toe en vraagt: ‘Hoort U bij ons of bij de vijand?’
‘Nee’, zegt de Man, ‘Ik ben de Vorst van het leger van de Heere: Ik ben nu gekomen.’
Dan schrikt Jozua nog meer. Dit is de Heere Zelf, weet hij. Gelijk valt Jozua op zijn knieën en buigt zich naar de grond. Hij kan niet voor de heilige God bestaan. ‘Wat wilt U tegen mij zeggen?’ vraagt hij. ‘Trek je schoenen maar van je voeten’, zegt de Heere, ‘want de plaats waar je op staat, is heilig.’ Snel doet Jozua zijn schoenen uit. Wat zal de Heere nog meer tegen hem gaan zeggen?
‘Jozua’, zegt de Heere, ‘Ik heb Jericho, met de koning van Jericho en alle soldaten in jouw hand gegeven. Ik zorg ervoor dat de stad van ons wordt. Je moet met het hele volk zes dagen lang rondom de stad lopen. Helemaal vooraan moeten de zwaarbewapende mannen lopen, daarachter zeven priesters die allemaal een ramshoorn zullen dragen, dan de priesters met de ark en daarachter de rest van het leger.
En dan, op de zevende dag, moet je zeven keer om de stad heen lopen en op het geluid van de ramshoorn wachten. Als je dat geluid hoort, zullen jullie allemaal gaan juichen en zullen de muren van de stad omvallen. Dan kunnen de soldaten zo de stad binnengaan.
Jozua weet niet hoe snel hij terug moet naar zijn volk om alles te vertellen. Wat is Zijn God machtig. Ja, Hij is echt de Almachtige.
Op de muren van de stad Jericho staan mensen te kijken. Ze zijn bang. Zou dat volk uit de woestijn hen echt gaan aanvallen? Kijk, daar komen ze! Vooraan lopen mannen met wapens, daarachter priesters met hoornen waar ze op blazen, de ark en dan nog veel meer soldaten.
Maar wat vreemd! Ze komen helemaal niet naar de muur toe om te vechten. Heel de lange stoet loopt om de stad heen. Een paar mensen beginnen te lachen: als ze op deze manier de stad in willen nemen…
De volgende dag komen ze weer. Opnieuw trekken ze om de stad heen en opnieuw horen ze het geluid van de ramshoornen. De mensen in de stad Jericho worden bang. Wat gaat er toch allemaal gebeuren? Dit is zó vreemd! Ook de derde, vierde, vijfde en zesde dag gaat het zo.
Dan breekt de zevende dag aan. De mensen van de stad Jericho zien het volk al weer aankomen. Ze trekken weer om de stad, maar nu gaan ze niet terug. Weer komen ze voorbij en nog een keer – wel zeven keer achter elkaar.
Jozua weet dat het nu genoeg is. ‘Juicht’, roept hij, ‘want de Heere heeft deze stad aan ons gegeven. Alles zal vergaan, alleen Rachab en de mensen die bij haar zijn, zullen blijven leven omdat zij onze soldaten, de verspieders, in haar huis verborgen heeft gehad. Je mag niets uit de stad voor jezelf houden – alles zal heilig zijn voor de Heere.’
Er klinken langzame tonen van de hoornen. Dan begint het volk te juichen zo hard ze maar kunnen. Voor hun ogen zien ze het gebeuren: de muren van Jericho storten zo in. Alles wordt vernield en alle mensen en dieren uit de stad worden gedood.
Storten alle muren van de stad in? Nee, kijk maar eens naar dat ene huis op de muur van de stad. Dat staat nog overeind. Dat is als enige blijven staan. Wat een wonder! Een wonder van de Heere. Jozua is naar de twee verspieders gelopen die al eerder in de stad zijn geweest. ‘Gaan jullie Rachab eens halen en de anderen die bij haar in huis zijn. Dat heb je haar beloofd!’
Bij Rachab wordt er op de deur geklopt. Wat is ze blij! Ze mag blijven leven en ze mag mee naar het volk van de verspieders. Daar mag ze nog niet meteen bij het volk Israel wonen maar vlak buiten het tentenkamp. En als ze ook heeft geleerd wie de Heere is, trouwt ze met een man uit de stam van Juda. De Heere Jezus is later ook uit de stam van Juda geboren.
Aan het einde van de zevende dag is er van de stad Jericho niets meer over. De stad is in brand gestoken en de rookwolken stijgen op. Het volk kijkt ernaar. Jozua ook. Hij moet van de Heere nog iets zeggen. ‘Jullie mogen de stad niet meer opbouwen – nooit meer. Wie het wel doet, wordt vervloekt en als straf zal zijn zoon gedood worden.

Slotzin
Door het hele land wordt verteld wat de Heere door Jozua heeft gedaan. Wat een Machtige God is de God van Israel. Is Hij ook jouw God?

Gesprek

Waarom schrok Jozua toen de Heere bij hem kwam?
Weet je nog andere keren dat de Heere aan iemand verscheen?
Waarom mochten de Israëlieten niets voor zichzelf houden uit de stad Jericho?
Hoe zal Rachab zich hebben gevoeld toen ze door de verspieders werd gehaald?
Lees (afhankelijk van het niveau van de groep) 1 Koningen 16:34 – wat betekent di-

Samenvatting
Bij Jericho ontmoet Jozua een Man Die zich bekend maakt als de Vorst van het leger. Jozua aanbidt Hem. De Israëlieten moeten elke dag één keer in stilte om Jericho heen trekken; alleen het geluid van zeven ramsbazuinen klinkt. Dit doen zij zes dagen. Op de zevende dag trekken ze zevenmaal om de stad; de laatste keer juichen zij op het sein van de bazuinen. De muren storten in en het volk vernielt alles in de stad en laat niemand in leven. Rachab en haar familie nemen ze mee naar het tentenkamp. Ze verbranden de stad, maar alle metalen voorwerpen bewaren zij voor de tabernakel.

Vragen