Bijbelgedeelte: Richteren 13

Context
Het volk Israel maakt een moeilijke tijd mee. De Filistijnen zijn het land binnengevallen en verdrukken het volk. Dit is niet zomaar: het volk heeft God verlaten en als straf voor deze zonde gebruikt God de Filistijnen. Zo wil Hij het volk Israel tot inzicht laten komen en bij Hem terugbrengen. God vergeet Zijn volk niet, hij zorgt ervoor dat er een verlosser komt, namelijk Simson.

Kerntekst
Richteren 13:18 En de Engel des Heeren zeide tot hem: Waarom vraagt gij dus naar Mijn naam? Die is toch Wonderlijk.

Doelstellingen

De kinderen leren dat God ook in moeilijke tijden voor Zijn volk zorgt, al is het onverdiend.
Ze weten dat God een God van genade en wonderen is en dat Hij toen, maar ook nu, mensen wil verlossen van de zonde en tot Hem brengen.
Ze begrijpen wat God bedoelt met de naam ‘Wonderlijk’ en weten dat die naam ook nu nog de naam van God is.
De kinderen leren wat een Nazireeër is en weten dat ook wij een roeping hebben.

Zingen

Psalm 68:10; 75:1,2,6; 98:1,2; 113:1,5
UMK - Simson is een sterke held
ZB - God is getrouw

Geloofsleer

DL 1, 3 - De roeping
HC zondag 15, 1 - Verlossing door het sterven van Christus
NGB art. 20 en 21 - De verlossing

Introductie
Schrijf het woord ‘wonderlijk’ op het bord. Wat is dat? Waar denk jij aan als je dat woord hoort? Wat vind jij wonderlijk? Schrijf een aantal dingen kort op het bord. Na de vertelling komen we hier op terug. De Heere God heeft veel namen. Eén van Zijn namen is de naam ‘Wonderlijk’. Zo noemt Hij Zichzelf ook in dit verhaal. Luister maar goed…

Beginzin
Verdrietig kijkt de vrouw van Manoach om zich heen. Alweer zijn de Filistijnen in het land Israel gekomen. Wat hebben ze veel verwoest! Huizen en akkers hebben ze kapot gemaakt, eten meegenomen. Zou er ooit een einde aan komen? Ze weet het wel: het is de eigen schuld van het volk.

Vertelschets

De mensen hebben de Heere verlaten. Daarom stuurt de Heere de vijanden. Soms worden Manoach en zijn vrouw er moedeloos van. Zij hebben de Heere lief. Ze vragen of Hij voor Zijn volk wil blijven zorgen, maar het lijkt wel alsof Hij hen helemaal vergeten is. Zou er ooit een eind aan de verwoesting komen?
Opeens schrikt de vrouw van Manoach op. Er staat iemand bij haar! Ze kent die man niet, wie is Hij? ‘U hebt geen kinderen, maar nu zult u een zoon krijgen. U mag geen wijn of sterke drank drinken en ook geen onreine dingen eten. Want het jongetje dat u zult krijgen, zal een knecht van God zijn. Hij zal beginnen de Israëlieten te bevrijden van de Filistijnen. Zijn haar mag niet geknipt worden, het moet lang zijn. Dat zal het teken zijn dat hij door God gestuurd is.’
Vlug zoekt de vrouw haar man op. Hij moet het goede nieuws ook horen. Blij roept ze het uit: ‘Er is een man Gods, een profeet bij mij geweest. Wie hij was en hoe hij heette, weet ik niet. Maar hij zei dat wij een zoon zullen krijgen, die een Nazireeër, een knecht van God zal zijn!’
Manoach knielt op de harde grond neer. ‘O Heere’, zegt hij, ‘wilt u de man van God die bij ons is geweest nog een keer sturen? Dan kan hij ons leren hoe wij voor het kindje moeten zorgen.’
Manoach weet dat hij altijd naar de Heere toe mag gaan om Hem om hulp te vragen. Dat mag jij ook doen, de Heere wil ook naar jouw gebed luisteren.
Wat later, als Manoachs vrouw op het veld aan het werk is, komt de vreemdeling opnieuw bij haar. Vlug gaat ze naar Manoach toe: ‘Die man, die pas bij mij kwam, is er weer!’ Manoach haast zich achter zijn vrouw aan. ‘Bent U degene die met mijn vrouw heeft gesproken?’ vraagt hij.
Wat is Manoach blij dat de Heere zijn gebed heeft verhoord! ‘Ik geloof dat het waar is wat U hebt gezegd’, zegt hij. ‘Maar wat voor werk zal ons kind moeten doen? En hoe moet hij dat doen?’
De man zegt wat Hij ook al tegen Manoachs vrouw heeft verteld. Ze mag geen wijn of sterke drank drinken en niets onreins eten, want het kindje zal een Nazireeër zijn.
Manoach wil graag aan de vreemdeling laten zien hoe dankbaar hij is. ‘Blijf toch bij ons eten’, zegt hij, ‘dan zal ik een geitenbokje voor U klaarmaken.’ ‘Nee’, zegt de man, ‘Ik zal niet bij u blijven om te eten. Maar u mag wel een offer brengen aan de Heere.’
Dank jij de Heere elke dag voor alle goede dingen die Hij je geeft?
Als de man geen eten hoeft, wil Hij misschien wel Zijn naam zeggen, zodat Manoach en zijn vrouw hem kunnen vereren wanneer het kindje geboren zal zijn. ‘Hoe heet U?’ vraagt Manoach. De man kijkt Manoach aan. ‘Waarom vraagt u Mijn naam?’ zegt Hij. ‘Mijn naam is Wonderlijk.’
Ja, alles wat nu gebeurt, is ook heel wonderlijk! Dan haalt Manoach een geitenbokje uit de kudde en slacht het. Hij legt takken op een rots en daar bovenop legt hij het bokje. Dan steekt hij het offer aan. Manoach en zijn vrouw zien hoe de vlammen opstijgen naar de hemel, waar God woont.
Maar dan schrikken ze opeens vreselijk! De man die met hen heeft gesproken, is opeens in het vuur en vaart met de vlammen op naar de hemel. Van angst vallen Manoach en zijn vrouw met hun gezichten op de grond.
‘O’, roept Manoach, ‘nu zullen we vast en zeker sterven! Want deze man was niet zomaar iemand, wij hebben God gezien!’ Wat is hij bang!
‘Nee’, zegt Manoachs vrouw. ‘Als de Heere ons had willen doden, dan had Hij ons offer niet aangenomen en ons ook niet beloofd dat wij een zoon zouden krijgen.’ Ze gelooft God.

Slotzin
Precies zoals God beloofde, gebeurt het ook. Manoach en zijn vrouw noemen het jongetje, dat geboren wordt Simson. Hij zal een knecht zijn van God, de God die wonderlijk is!

Gesprek
Denk je dat Manoach en zijn vrouw de naam ‘ Wonderlijk’ een goede naam vonden? Waarom? Kun jij dingen opnoemen waarom jij zelf de naam van de Heere ‘Wonderlijk’ vindt?
‘Simson’ betekent ‘zonnig’. Is dat een goede naam voor Simson? Waarom? Manoach en zijn vrouw kregen een speciale boodschap van de Heere. Gebeurt dat nu nog? Hoe? Hoe kunnen wij knecht van God zijn?
Simson was een type van de Heere Jezus. Wat betekent dat? (Iets van de Heere Jezus in hem zien.) Waarom werd Simson een type van de Heere Jezus genoemd? (tijdelijke verlossing (verlichting) van de Filistijnen – eeuwige verlossing van zonde)

Samenvatting
Als de Filistijnen Israël al 40 jaar overheersen, belooft de Heere aan de vrouw van Manoach een zoon. Hij zal een Nazireeër zijn en een begin maken met de verlossing van de Filistijnen. Manoach bidt de Heere of Hij ook aan hem wil verschijnen. Samen horen ze nogmaals de boodschap van de Engel des Heeren. Manoach wil de boodschapper een maaltijd aanbieden, maar Die zegt dat hij een offer moet brengen. Op het moment dat het offer verteerd wordt, beseffen Manoach en zijn vrouw dat zij God gezien hebben.

Vragen