Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B4.25 en B4.26 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema's
Dit psalmvers wordt gebruikt bij meerdere thema's:
- Nicodemus (B4.25)
- De Samaritaanse vrouw (B4.26)
Psalmtekst
Wie heeft lust den HEER' te vrezen,
't allerhoogst en eeuwig goed?
God zal Zelf zijn leidsman wezen,
leren, hoe hij wand'len moet.
't Goed, dat nimmermeer vergaat,
zal hij ongestoord verwerven.
En zijn Godgeheiligd zaad
zal 't gezegend aardrijk erven.
Uitleg
B4.25
De Heere vrezen, is niet bang voor Hem zijn, maar eerbied en respect voor Hem hebben. En Hem kinderlijk vertrouwen en gehoorzamen. De dichter vraagt wie dat van harte verlangt. Die zal merken dat de Heere als Leidsman in zijn leven voorop gaat en hem leert naar Zijn wil te wandelen en te handelen.
B4.26
Wie de Heere vreest mag delen in Zijn eeuwig heil. Ongestoord verwerven: er zonder onderbreking in delen. Dat zal ook tot zegen zijn voor zijn nageslacht. God geheiligd zaad: het nageslacht dat de Heere is toegewijd. Dat afgezonderd is van de wereld (denk aan de doop) en voor de dienst aan God wordt opgevoed. Die zullen ook eens op Gods vernieuwde aarde mogen wonen.