Leswijzer 19.3 - Naaste

Zingen: Tien geboden vers 8

Uw hart zal nimmer iets begeren
Van alles, wat uws naasten is;
Uw ziel zal, als uw mond, God eren,
En houden Zijn getuigenis.

Psalmen
Tien geboden vers 6-7

Liederen
Gele bundel: 132

Levensvragen

• Hoe kan ik de tweede tafel concreet maken in mijn leven?
• Hoe heb ik mijn naaste lief?
• Hoe wil God dat ik omga met mijn naaste

Doelstellingen

1. Je weet welke geboden er op de tweede tafel staan.
2. Je weet wat deze geboden betekenen (6-10).

Hoofdlijnen

Levensvraag
Hoe dien ik mijn naaste?
Ik kijk naar mijn naaste om, probeer mee te leven en te helpen. Ik bid voor hen en sta voor hen klaar. Is dat genoeg? Of vraagt God (nog) meer van me? Hoe kan ik mijn naaste dienen zoals God dat van mij vraagt? Hoe kan ik de tweede tafel van de wet concreet maken in mijn leven en wat heeft die mij te zeggen?

Bijbelgedeelte
Wat zegt de wet over het dienen/liefhebben van de naaste?
Op de tweede tafel van de wet staan de laatste zes geboden: vader en moeder eren, niet doden, niet echtbreken, niet stelen, niet liegen en niet begeren.

Geloofsleer
Op de tweede tafel staat hoe we onze naaste moeten liefhebben.
In vraag en antwoord 104 tot en met 113 wordt de tweede tafel van de wet behandeld. Daarin staat hoe we ons tegenover onze naaste moeten gedragen. Onze naaste zijn diegenen die we op onze levensweg tegenkomen

Verbinden

Gespreksvragen

1. Wie is onze naaste?
2. Wat doe jij voor je naaste?
3. Hoe kun je je naaste dienen?
4. Wanneer doe je genoeg voor je naaste?
5. Wat heef de tweede tafel met je naaste te maken?
6. Wie kan er bij elk gebod op de tweede tafel een concreet voorbeeld geven?
7. Hoeveel tijd mag het dienen van je naaste maximaal kosten?
8. Wat zegt de Heere Jezus over je naaste?

Stellingen

1. Alle zonden tegen de naaste vallen onder gebod 5 tot 10.
2. Een avond per week besteden om je naaste te helpen is genoeg.
3. Je kunt nooit genoeg voor je naaste doen.
4. Je naaste liefhebben is belangrijker dan je naaste dienen.

Dobbelsteen
Neem een grote dobbelsteen mee als u die heeft. Op de eerste tafel staan vier geboden en op de tweede tafel staan zes geboden. Deze les gaat het over de tweede tafel, dus de geboden 5-10. Verdeel de groep in tweeën. Straks mogen jullie om de beurt de dobbelsteen gooien. De eerste keer dat je een getal gooit, moet je het gebod raden dat er vier ogen boven zit. Als je bijvoorbeeld 1 gooit, dan moet je het vijfde gebod opzeggen en als je 6 gooit moet je het tiende gebod opzeggen. Elke goed geraden gebod is een punt. De tweede keer dat je het getal gooit, moet je er een voorbeeld uit jullie eigen leven bij bedenken. Voorbeeld: Als de eerste tafel mee zou mogen doen, is een concreet voorbeeld bij het tweede gebod (geen (afgods)beelden maken en die dienen) dat je meer tijd aan Netflix besteedt dan aan God. Als je binnen tien seconden een goed antwoord geeft, heb je een punt. De groep die na acht minuten de meeste punten heeft, heeft gewonnen.

Gespreksvragen

1. Wie kan de geboden op de tweede tafel nu opzeggen?
2. Bij welk gebod vonden jullie het lastig om een voorbeeld te bedenken?

We zullen straks in de geloofsbelijdenis zien dat er nog veel meer voorbeelden te bedenken zijn bij de geboden en dat er ook nog veel meer dingen onder vallen dan je zou denken...

Geboden vertalen (zie bijlage)
Een evangelist ging een langs de deuren en sprak een man van wie de kinderen al uit huis waren. Toen ze over het geloof begonnen te praten, gaf de man aan dat hij aan al zijn kinderen de geboden op de tweede tafel had aangeleerd, hoewel hij niet eens christelijk was. Hij vond het gewoon goede regels en als iedereen zich daaraan zou houden, zou de wereld er een heel stuk beter uitzien.
Als iedereen zich inderdaad aan die geboden zou houden, zou de wereld er heel anders uitzien... Wat opvalt aan de geboden op de tweede tafel, is dat ze bijna allemaal negatief geformuleerd zijn. Het zijn verboden: ‘u zult niet’. Alleen het vijfde gebod is positief gesteld, een gebod.
Op het blad dat jullie straks krijgen, mogen jullie de verboden omzetten naar geboden en bij elk gebod twee voorbeelden uit je eigen leven bij opschrijven.
Als voorbeeld het derde gebod: de naam van de Heere niet ijdel gebruiken. Dat is een verbod. Als we dat om zouden zetten naar een gebod, zou het iets van: ‘spreek met respect over de naam van de Heere’. En dan twee voorbeelden: als ik bid, probeer ik heel bewust God met een van Zijn namen aan te spreken en dat niet zomaar zonder nadenken te doen. En twee: als ik iemand hoor vloeken, probeer ik er iets van te zeggen. Deel het blad uit (zie bijlage).

Gespreksvragen

1. Hoe heb jij verbod … omgezet naar een gebod?
2. Welke twee voorbeelden heb jij bij gebod …?
3. Wie is onze naaste eigenlijk?

Geloofsbelijdenis
De geboden op de tweede tafel kennen we allemaal. Ouders eren, niet doodslaan, geen overspel plegen, niet stelen, niet liegen en niet begeren. De betekenis is heel eenvoudig en lijkt erg voor de hand te liggen. Maar als we alle geboden in de catechismus zouden lezen, zou je opvallen dat er nog veel meer over te zeggen is. Verdeel de groep in zes groepjes. Kijk op het bord (of luister goed) naar welke catechismusvraag en -antwoord er bij jouw gebod hoort en lees die als groep goed door. Bereid dan een korte presentatie voor waarin je in eigen woorden uitlegt wat er allemaal onder het gebod valt.

Bijbehorende catechismusvragen en -antwoorden
Gebod 5: HC 39.104
Gebod 6: HC 40.105-107
Gebod 7: HC 41.108-109
Gebod 8: HC 42.110-111
Gebod 9: HC 43.112
Gebod 10: HC 44.113

Gespreksvragen

1. Welke presentatie vonden jullie het opvallendst? Waarom?
2. Als je al deze presentaties hebt gehoord, hoe zou je dan samenvatten hoe je je naaste moet dienen?
3. Wat zegt de Heere Jezus over het dienen van je naaste?

Uitbeelden
In de vorige twee lessen hebben we ook uitgebeeld. De eerste keer ging het over dienen in het algemeen, de tweede les over het dienen van God en vandaag gaat het over het dienen van je naaste. Bedenk weer in tweetallen iets waarvan je niet verwacht dat de ander het ook zal gaan uitbeelden. Waar moeten jullie aan denken bij het dienen van je naaste?

Gespreksvragen

1. Waarom zouden we onze naaste eigenlijk dienen?
2. Wie is onze naaste?
3. Wat is de samenvatting van de tweede tafel?

Brugzin
In de verbindingen hebben we nagedacht over de geboden op de tweede tafel. We hebben hier voorbeelden bij bedacht uit ons eigen leven. Ook deze geboden zijn heel bekend, maar laten we eerst weer eens heel precies het Bijbelgedeelte zelf lezen. Wat valt jullie op?

Voor de complete les- en leerwijzer verwijzen we u naar de producten.