Kerstverhaal - Punkie Dunkie

Punkie Dunkie is een stoer joch met paars punk haar en een knetterbrommer. Samen met zijn vriend Maikel houdt hij Marieke aan en pakt haar knutselwerkje en de uitnodiging voor het kerstfeest af. Bij dat kerstfeest gaat hij maar eens een kijkje nemen…

Punkie Dunkie

Heb je wel eens van Punkie-Dunkie gehoord? Nee? Nou, gelukkig maar. Want wie hem wel eens tegen gekomen is, zal dat niet gauw vergeten. Meestal krijg je wel een klap van hem. Met een fietsketting. Die heeft hij altijd om z’n hals hangen. En als je wat bij je hebt, dan pakt hij dat gewoon van je af.
Wie is die Punkie-Dunkie dan? Een lelijke zeerover? Of een ontsnapte app uit de dierentuin? Nee, Punkie-Dunkie is een gewoon jochie, zoals er hier zoveel zitten. Hoewel, gewoon… dat nou ook weer niet. Want Punkie-Dunkie heeft paars haar. Hij heeft altijd een zwart jack aan met een grote scheur erin en aan zijn voeten heeft hij een paar veel te grote soldatenlaarzen. Z’n broer is heel strak en heeft een lange en een korte pijp, maar dat hoort zo. Dat heeft hij zo gekocht. En hij rijdt op een zwarte knetter-brommer met een heel hoog stuur, terwijl hij nog maar dertien jaar is. Natuurlijk krijgt hij wel eens een bekeuring van de politie, maar dan steelt hij hier of daar wat geld en dan is dat ook weer geregeld. Wat zeggen z’n vader en moeder daar dan van? Nou, niks, want z’n moeder woon allang ergens anders en z’n vader komt ook haast nooit thuis. Punkie-Dunkie is eigenlijk altijd alleen, maar daar geeft hij niet zo veel om, want nu kan hij doen wat hij wil en niemand zegt er wat van. Makkelijk hè?
Eigenlijk heet Punkie-Dunkie gewoon Duncan Visser, maar toen hij z’n haar paars liet verven, noemde z’n vriendje Maikel hem voor het eerst Punkie-Dunkie en nu noemt iedereen hem zo.

Op een gure, koude woensdagmiddag in december rijden Maikel en Punkie-Dunkie samen op één brommer zomaar wat door de straten van de stad. Natuurlijk allebei zonder helm; wat dacht je! Zo’n blikken muts is wat voor ouwe mannetjes en niet voor hen. De straten zijn wat glad, want het heeft gevroren. Punkie-Dunkie stuurt zijn brommer steeds rakelings langs de fietsers, zodat die bijna of zelfs helemaal onderuit gaan. Heel wat boze mensen roepen hen na, maar dat vinden ze juist leuk. Eigenlijk vervelen ze zich verschrikkelijk en ze kijken maar eens om zich heen of er wat te beleven is. Maar wacht, daar op de hoek van de straat staat een groot gebouw met een hoge toren en grote houten deuren. Eén van die deuren gaat net open en er komt een groepje kinderen naar buiten. Ze hebben zich goed aangekleed, want het is ijzig koud buiten. ‘Sjaals om, wanten aan en mutsen op, hoor!’ heeft de juffrouw van de kinderclub net gezegd, ‘en gauw naar huis hoor, want het is al een kwartier later dan anders.’ De kinderen van de kinderclub hebben ook zo hard gewerkt vanmiddag, ze hebben er allemaal rode wangen van gekregen. Want volgende week… dan vieren ze het kerstfeest van de club en dan mogen alle vaders en moeders ook meekomen. Vanmiddag hebben ze uitnodigingen gemaakt en sterren geplakt en van een klompje klei ook nog een kaarsenstandaard gemaakt. De juf heeft het verhaal van Zacharias en Elisabeth verteld. Die waren al heel oud en kregen toch nog een kindje, Johannes. Johannes zou later aan alle mensen moeten vertellen dat de Messias gekomen was.
‘Maar nu gauw naar huis, want mama heeft vast de tafel al gedekt en het eten klaar’, zegt de juf.

‘Hmm, we eten vanavond lekker stoofpeertjes met gehaktballen’, denkt Marieke, terwijl ze stevig doorstapt. Ze heeft haar zelfgemaakte ster in haar hand en ook de uitnodiging voor haar vader en moeder. De ster is prachtig rood met zilveren glittertjes erop, zo mooi!
Als Marieke bij de hoek van de straat is, stopt er ineens met veel geknetter een grote zwarte brommer vlak bij haar. Ze kan niet meer verder. Twee jongens met zwarte brillen zitten erop, de één heeft een fietsketting om z’n nek hangen en de ander die achterop zit heeft een riem om z’n middel waaraan een mes hangt. Het zijn Punkie-Dunkie en Maikel.
‘Waar mot jij heen?’ vraagt Maikel bars.
‘N..naar h..huis’, zegt Marieke bang.
‘Dat gaat mooi niet door’, zegt Maikel, ‘je mag niet naar huis van ons.’
Marieke begint te huilen. ‘Ik wil naar m’n moeder toe’, snikt ze.
‘Je ziet toch dat je d’r niet door kan’, zegt Punkie-Dunkie, ‘want wij staan hier nou.’
Marieke weet zich geen raad van angst. Kwam de juf nu maar langs, of iemand anders die haar zou helpen. Maar niemand let op hen. Ze snikt het uit: ‘Mag ik er toch door… ik heb toch niks gedaan…’
‘Hebbie geld bij je?’ vraagt Maikel, ‘dan maggie d’r pas door.’
Ja, gelukkig, Marieke heeft geld bij zich, een kwartje. Dat heeft ze over, omdat de club drie kwartjes kost. Ze haalt het vlug uit haar zak en geeft het op haar open hand aan Maikel. ‘Een kwartje…’ zegt die verachtelijk en geeft een harde klap tegen Mariekes hand, zodat het kwartje wegvliegt. ‘Hebbie niks anders?’ vraagt Punkie-Dunkie boos.
‘Alleen maar een ster en een briefje’, huilt Marieke en helemaal overstuur geeft ze haar ster en de uitnodiging aan Punkie-Dunkie. Maar die vindt dat waardeloos; hij verfrommelt de ster en gooit hem op straat en de uitnodiging stopt hij gedachteloos in z’n zak. Hij ziet dat hij hier gauw vandaan moet, want er komt een politieauto de straat inrijden. En de politie is nou eenmaal niet z’n beste vriend.
‘Kom op Maik’, roept hij en hij start met een geweldig geknal z’n brommer. Maikel balt nog een keer dreigend z’n vuist, springt achterop en rakelings langs Marieke heen scheuren ze weg.

En Marieke… ze rent zo hard ze kan naar huis, naar mama! Huilen en helemaal over haar toeren stormt ze de keuken binnen.
‘Kind, wat is er?’ vraagt mama verschrikt en ook papa en de twee kleine broertjes komen gauw kijken.
‘Ik ben tegengehouden!’ hijgt Marieke wild, ‘twee enge jongens op een brommer… ik mocht er niet door… ik was zo bang… en ze hebben ook m’n ster afgepakt!’ huilt ze ineens.
Papa en mama schrikken erg als ze dat allemaal horen.
‘Ze mag voortaan niet meer alleen uit de club komen, hoor’, zegt papa bezorgd. ‘Ik kom voortaan wel wat vroeger uit m’n werk om haar op te halen.’
‘Gelukkig hebben ze je geen kwaad gedaan’, zegt mama, ‘kom, dan zal ik je gezicht even wassen.’
Zo komt Marieke weer een beetje bij na de schrik, maar als ze lekker van haar stoofpeertjes zit te smullen, zegt ze opeens: ‘Die ene jongen hè, die had paars haar, met een groen staartje!’
‘Nu geloof ik toch dat je een beetje droomt hoor!’ zegt mama, ‘paars haar, wie heeft daar nu van gehoord?’
Maar papa heeft het ook wel eens gezien. ‘Dat heet punk’, zegt hij tegen Marieke. ‘Mensen die punk willen zijn, maken zichzelf heel lelijk om te laten zien dat ze doen wat ze zelf willen en naar niemand luisteren zullen. Zeker niet naar de Heere. Eigenlijk zijn punkies heel zielige mensen.’
Maar Marieke denkt daar anders over. Als er iemand zielig was, dan was zij dat net wel en niet die twee op die brommer!

Die avond, als Marieke lekker door mama ingestopt is, ligt ze nog even aan het kerstfeest van volgende week te denken. Mama zal de juf bellen voor een nieuwe uitnodiging en misschien komen opa en oma dan ook wel… en ze mag dan haar nieuwe jurk aan… en ze vieren het niet in het zaaltje, maar echt in de kerk. Zo valt Marieke al soezend in slaap.
Die avond gaat Punkie-Dunkie ook naar bed. Het is al heel laat als hij op z’n slaapkamer komt. Er was niemand thuis die tegen hem zei dat hij naar bed moest gaan, nou dan gá je toch ook niet? Niemand zei ‘welterusten’ tegen hem, niemand stopt hem lekker in, maar och, dat is hij allang zo gewend. Hij vindt het ook wel makkelijk, want nu zegt ook niemand dat hij z’n tanden moet poetsen of z’n gezicht moet wassen. En daar heeft hij een hekel aan.
Als hij z’n jack uittrekt, voelt hij in de zak een prop zitten. Hij vouwt hem open en leest: ‘Uitnodiging. Iedereen die dit leest wordt hartelijk uitgenodigd om het kerstfeest met de kinderclub bij te wonen op woensdag 24 december, ’s avonds om zeven uur in de kerk aan het Koningsplein. Neem gerust iemand mee, iedereen is welkom!’ ‘Kijk eens aan’, denkt Punkie-Dunkie, ‘ik ben zowaar uitgenodigd op een kerstfeest in een kerk! Dat staat er toch? Iedereen die dit leest, nou, dat ben ik ook. En: neem gerust iemand mee: Maikel dus. Nou, dat wordt wel wat, daar op dat kerstfeest!’
Punkie-Dunkie weet niets van het kerstfeest af en hij is nog nooit in een kerk geweest, maar toch heeft hij een hekel aan het kerstfeest en aan de kerk. Waarom? Nou gewoon, omdat Maikel ook een hekel aan de kerk heeft. Maikel zegt altijd dat ze je in de kerk bedriegen en dat er verder niks te beleven is. Dan ineens krijgt Punkie-Dunkie een idee en hij maakt een heel lelijk, slecht plan. Hij zal een zak vol met rotjes meenemen naar de kerk en die daar afsteken. Wat zal iedereen schrikken! Ja, dat is een goed idee.
Zo liggen die avond twee kinderen in bed aan het kerstfeest van volgende week te denken. Maar wel allebei op een verschillende manier.

Eindelijk is het dan woensdag 24 december geworden. Nu begint bijna het kerstfeest van de kinderclub. Marieke is er gewoon een beetje zenuwachtig van! Dat komt ook wel een beetje omdat ze haar nieuwe jurk aan mag. het is een rode met een grote witte kraag en een glanzende strik. Ze kan haast niet stilstaan als mama de knoopjes op haar rug dichtmaakt. Mama bromt op haar: ‘Sta toch een stil. Jij vindt geloof ik een nieuwe jurk het belangrijkste op het kerstfeest, is het niet, Marieke?’ Gelukkig is dat niet waar. Marieke weet best wat echt het belangrijkste is op het kerstfeest: dat de Heere Jezus als klein kind op de aarde kwam om de mensen te kunnen verlossen van de zonde. Maar ze is ook blij dat ze daarvan in de kerk zullen zingen en in het verhaal daarvan zullen horen.
Daar gaat de bel. Opa en oma staan voor de deur; zij gaan ook mee. De broertjes hebben hun mutsen al op en even later stappen ze met z’n allen door de donkere avond.

In de kerk is het al een drukte van belang. Het orgel speelt zachtjes en iedereen loopt en praat door elkaar. Alle kinderen gaan bij elkaar vooraan zitten, de grote mensen daar achter. Maar als de juffrouw voor de preekstoel gaat staan, wordt iedereen stil. ‘Jongens en meisjes’, zegt ze, ‘we gaan beginnen.’ Eerst zingen ze met elkaar, zó mooi klinkt dat! Daarna bidt de juffrouw en vraagt aan de Heere of Hij ook in de harten van de kinderen wil komen wonen en of Hij ook de viering van dit kerstfeest wil zegenen. Daarna gaan alle jongens met elkaar een tekst opzeggen en alle meisjes zingen met elkaar een kerstlied. Dan zegt de juf: ‘Nu allemaal rustig en op je gemak gaan zitten, dan zal ik het verhaal gaan vertellen van de geboorte van de Heere Jezus.’ Marieke schuift lekker in het hoekje van haar bank. Ze kent het verhaal al lang, maar ze vindt het steeds zo mooi om te horen! Maar net als de juf begonnen is, stopt er buiten bij de kerk met piepende remmen een brommer en even later wordt er hard op de deur gebonkt. De koster loopt snel de kerk uit, naar de buitendeur. Als hij die geopend heeft, stappen meteen twee jongens naar binnen met zwarte jacks aan en zware soldatenlaarzen. Het zijn Punkie-Dunkie en Maikel. ‘Wij hebben een uitnodiging gekregen’, zegt Punkie-Dunkie brutaal. ‘Waar is het feest?’
‘Sst!’ doet de koster, ‘we zijn net begonnen! Als je ene uitnodiging hebt, dan mag je binnenkomen. Dat is eerlijk. Maar… dan moet je je net zo gedragen als alle anderen. Je moet rustig op een stoel gaan zitten.’
‘Wat is dat nou weer voor feest, als je rustig op je stoel moet gaan zitten?’ vraagt Punkie-Dunkie. ‘Op de uitnodiging stond: kerstfeest.’
‘Ja’, zegt de koster, ‘het is hier een feest, maar wel een eerbiedig feest. Als je stil kunt zijn, dan mag je er in, anders niet. Zal ik je tas even hier neerleggen?’ vraagt hij en hij wijst naar de tas die Punkie-Dunkie bij zich heeft. ‘Nee, nee!’ zegt deze haastig, ‘die moet ik bij me houden.’
‘Paars haar’, denkt de koster, terwijl hij voor de jongens uitgaat, ‘wie heeft er nou paars haar! Dan heb ik nog liever geen haar!’ en hij wrijft over zijn kale bol. Hij brengt de jongens naar twee lege plaatsen in de bank waarin ook de vader van Marieke zit.

Als Marieke achterom kijkt wie er nog zo laat binnenkomt, zit ze ineens rechtop van schrik. Ze ziet daar die twee jongens van vorige week en ze zitten nog wel naast haar vader! En ze weet heel zeker: die twee horen hier niet, die mogen hier niet zitten, want ze zijn vast niet christelijk.
Punkie-Dunkie ziet Marieke helemaal niet. Hij zit daar maar met dat tasje op z’n knieën. En hij hoort voor het eerst van z’n leven het verhaal van de geboorte van de Heere Jezus. Maar hij luistert maar met een half oor, want hij denkt steeds: Wanneer zal ik het doen? Nu al? Of straks?
Hoor, het verhaal is bijna uit, want het juffie daar vooraan zegt: ‘Zo kinderen, nu hebben jullie gehoord hoe de Heere Jezus daar in het verre Bethlehem als een klein kind op de aarde kwam. Maar nu heb ik nog niet verteld waarom dat eigenlijk moest. Dat de Heere Jezus niet beter in de hemel kunnen blijven als er op de aarde toch geen plaats voor hem was? Gelukkig maar dat de Heere Jezus toch kwam, want nu kan het weer goed worden tussen God en de mensen. Daar heeft de Heere Jezus voor gezorgd. Zoveel houdt god van de mensen, dat Hij ze voor altijd gelukkig wil maken. En God houdt van kinderen, Hij wil jullie ook gelukkig maken. Dat heeft Hij zelf beloofd!’

Punkie-Dunkie zit rechtop in z’n bank. Hij is zo verschrikkelijk boos! Want wat hoort hij daar nou? Is er een God die naar kinderen omkijkt? Maar dan is God hem zeker vergeten, dan is hij overgeslagen. Er is niemand die van hem houdt, zelfs zijn moeder is weggelopen en zijn vader ziet hij ook nooit meer. Die juffrouw maakt die kinderen maar wat wijs! En ineens roept hij hard door de kerk: ‘Je liegt, je liegt het! D’r bestaat geen God die van kinderen houdt. Je liegt!’
Iedereen kijkt naar hem. Alle kinderen zeggen: ‘Ohh!’
Punkie-Dunkie wil hier niet langer blijven. Hij springt op en rent naar de uitgang. Z’n tas laat hij liggen. De koster en Mariekes vader rennen achter hem aan. Ze zien dat hij de buitendeur openrukt en wegrent. Dan horen ze ineens een schreeuw en een doffe klap en dan niets meer… Punkie-Dunkie is op de spekgladde stoep uitgegleden en ligt daar nu doodstil. Er stroomt een heleboel bloed uit z’n hoofd.

En zo gebeurt het dat een kwartiertje later een ziekenwagen naar het ziekenhuis rijdt met een heel stille, heel witte Punkie-Dunkie erin. Mariekes vader zit er bij. De dokter in het ziekenhuis kijkt heel bedenkelijk als hij de wond ziet. ‘Dat ziet er niet zo mooi ui. Hij moet hier wel een poosje blijven. Hoe heeft hij eigenlijk?’ Maar dat weet niemand. ‘Jongen met paars haar’ schrijft de dokter dan maar in z’n boek. Maar even later zie je van dat paarse haar niets meer, want de zuster heeft er een heel groot verband om gedaan.
Midden in de nacht wordt Punkie-Dunkie wakker en hij weet niet waar hij is. Hij heeft zo’n pijn in z’n hoofd! Waar is hij toch? En waar is z’n tas met al die rotjes… die moet hij toch nog afsteken?
Er komt een zuster bij hem. Ze zegt wat er is gebeurd en dat hij vooral niet mag bewegen. Dan gaat de zuster weer weg. En Punkie-Dunkie, die grote jongen van dertien jaar, waar iedereen zo bang van is, is helemaal alleen. Zo alleen en zo eenzaam… ‘Niemand’, zegt hij zacht, ‘ik heb niemand die aan me denkt, niemand die naar me omkijkt.’ En nu is hij zelf zo bang.

Toch krijgt hij de volgende dag bezoek. De koster en Mariekes vader stappen zijn zaaltje binnen. Ze zoeken een jongen met paars haar en een zwart jack, maar ze vinden een jongen met een groot verband en een streepjespyjama. Ze kennen hem haast niet terug.
Punkie-Dunkie schrikt als hij die twee ziet. Hij schaamt zich een beetje. Maar de koster lacht naar hem: ‘Zo jongeman, daar lig je dan. Maar hoe heet je eigenlijk?’
‘Punk… eh, Duncan Visser, meneer.’
‘Nou Duncan, je had gisteren op het kerstfeest wel een heel lelijk plan in je hoofd, hè? Je wilde een heleboel akelige herrie maken en iedereen laten schrikken. Maar… kerstfeest en rotjes, dat past niet bij elkaar. Kerstfeest en de Heere Jezus, dat past wel bij elkaar. Maar jij dacht gisteren ook: kerstfeest en liegen, dat hoort bij elkaar. Maar de juf heeft niet gelogen hoor, het is echt waar dat God ook van kinderen houdt.’
‘Ik weet niks van God’, bromt Duncan.
‘Maar God weet wel alles van jou hoor, Duncan’, zegt Mariekes vader. ‘Hij wil zo graag in je hart komen wonen om je gelukkig te maken. Dan voel je je nooit meer alleen, maar dan hoor je echt bij Hem.’
Punkie-Dunkie ligt stil te luisteren. Echt bij iemand horen, dat wil hij zo graag. Iemand te hebben die van je houdt, die voor je zorgt…
‘Zal ik het voor je vragen, Duncan?’ vraagt Mariekes vader. Hij vouwt z’n handen op de rand van het bed en zegt met dichte ogen: ‘Vader in de hemel, hier is Duncan Visser. Hij weet nog niets van U, maar hij heeft zo heel hard iemand nodig die voor hem zorgt, Heere. Wilt U alstublieft voor hem zorgen en hem alles van U leren? Om Jezus’ wil. Amen.’
Dan zegt de koster zacht: ‘We moeten nu weer weg, Duncan, maar morgen komen we weer terug. Dan neem ik een boek voor je mee waar alles instaat over God. Dat boek heeft de ‘Bijbel’. Duncan knikt even dat hij dat goed vindt. Hij denkt: God zorgt nu al voor me, want morgen komen ze weer. Met een boek voor mij.

Mariekes vader is even naar de gang gegaan en komt weer terug met een heel verlegen meisje met vuurrode wangen aan zijn hand. Dat is Marieke. Ze heeft een ster in haar hand, net zo’n mooie rode als die vorige, die Duncan afgepakt had. ‘Voor jou’, zegt ze zacht, ‘en ik heb er ook wat opgeschreven, uit de Bijbel. Kun je dat wel lezen?’
De jongen in het bed zegt dat dat wel lukt en hij leest: ‘Een volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien!’

Auteur: A. Troost-Molenaar



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Kerstverhalen

Meer

De glinsterende kerstbal

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

De vergeten oorlog

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Een geheime, eigen Bijbel

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Een kleurrijke kerst

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Het mandje in de sneeuw

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Kerst op de kinderafdeling

22 november 2020
Dit kerstverhaal is een resultaat van een kerstverhalenwedstrijd, georganiseerd door de Puntuit en de jeugdbonden HHJO, JBGG, LCJ en HJW. De verhalen …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Abul de vluchteling

10 november 2020
Een kerstverhaal over Abdul uit Soedan en zijn vlucht naar Nederland. Daar hoort hij over de Heere Jezus.
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Andrej

5 januari 2021
Een kerstverhaal over het liefhebben van je naaste. De moeder van Andrej helpt een arme, zieke vrouw door haar in huis te nemen. Andrej is er niet zo …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - Ashra de asielzoeker

10 november 2020
Een kerstverhaal over een christelijk gezin dat in Nederland asiel zoekt. Ashra moet met zijn familie vluchten. De paspoorten die vader gekocht heeft …
+
Ontwikkeld door

Kerstverhaal - Aydin uit Turkije

10 november 2020
Een kerstverhaal over christenvervolging in Turkije. Aydins vader is moslim en haat christenen. Aydin moet Husnur, die aardige jongen uit het dorp, …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Kerstverhaal - De begraven schat

10 november 2020
Een kerstverhaal over een verborgen schat, dat zich afspeelt in Noord-Korea.
+
Ontwikkeld door
BHZ

Kerstverhaal - De laatste zal de eerste zijn

10 november 2020
Alle kinderen uit de klas hebben geld opgehaald voor een goed doel. Dirk kan het niet goed hebben dat juist 'simpele' Daantje het meeste geld …
+
Ontwikkeld door
BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!