Bijbeluitleg over Mattheus 14:13-21

Deze exegese gaat over Mattheus 14:13-21 en hoort bij les B1.26 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Mattheus 14:13-21

Intro
Als achtergrond bij deze geschiedenis is het goed om te letten op de beschrijvingen van voedselwonderen in het Oude Testament. Het meest bekende is misschien wel het wonder van het manna in de woestijn (Exodus 16). Er is een dubbele overeenkomst, omdat het niet alleen gaat om een wonder, maar het vindt allebei plaats in de woestijn. Bij uitstek de plaats waar een mens zijn afhankelijkheid ontdekt. Een ander, misschien minder bekend, voedselwonder vindt je in 2 Koningen 4:42-44. Daar is de overeenkomst vooral gelegen in het feit dat het gaat om het geloof dat iets wat weinig of niets lijkt, door Gods zegen meer dan genoeg is.
Een tweede belangrijk punt is dat het verzorgen van een maaltijd in de Bijbel hoog gewaar- deerd wordt als uiting van gastvrijheid. In deze geschiedenis stelt de Heere Jezus zich op als de Gastheer, Die Zijn volk van al het nodige voorziet.

Vers 13-14
Dit gedeelte begint met een terugverwijzing naar het bericht over de executie van Johannes de Doper. Als dit bericht Jezus ter ore komt, vertrekt Jezus met zijn discipe- len naar ‘een woeste plaats’. Dat woord ‘woest’ wijst op de woestijn. Een plaats waar ze alleen kunnen zijn en waar het rustig is. De reden van dit vertrek is tweeledig. Enerzijds ontloopt Jezus hiermee het risico om net als Johannes opgepakt te worden. Dat wil Hij niet, omdat Zijn tijd nog niet gekomen is. Tegelijk trekt Hij zich ook terug, omdat Hij rust zoekt voor Zichzelf en Zijn discipelen.
Rust die hun door de schare niet gegund wordt. Zij horen waar Jezus heengaat, volgen Hem en vinden Hem. Juist op zo’n moment, waarop wij mensen misschien juist wel boos zouden worden, lees je dan dat de Heere Jezus met ‘innerlijke ontferming’ bewogen wordt. Dat woord ‘innerlijke ontferming’ wordt in de Bijbel alleen maar voor God gebruikt. Dan gaat het over Gods diepste liefde. In Jesaja 63:15 wordt dat tot uitdrukking gebracht met een verwijzing naar ‘rommelende ingewanden’. (Zie voor de verbinding tussen deze uitdrukking met liefde ook Psalm 40:9, Hooglied 5:4, Jeremia 31:20.) Het woord dat in het Hebreeuws gebruikt wordt, is bijna hetzelfde woord als ‘baarmoeder’. Dat is het ultieme voorbeeld van ‘ontferming’.
Let er op dat hier blijkt dat de Heere Jezus een volkomen Zaligmaker is. Niet alle mensen worden door Hem genezen, maar degenen die wél genezen worden, zijn het levende bewijs dat Jezus niet alleen vergeeft, maar ook geneest.

Vers 15-16
Naarmate de tijd vordert, ontstaat er echter toch een probleem. Zo denken de discipelen tenminste. De mensen zijn er niet op voorbereid om daar lang in de woestijn te blijven. Ze moeten nu snel naar huis anders hebben ze straks tekort aan eten en daar- mee ook te weinig energie om de reis naar huis te maken. Er klinkt een licht verwijt in hun woorden. ‘De tijd is voorbijgegaan’, zeggen ze. Met andere woorden: het is nu wel weer mooi geweest. Best wel schokkend als je bedenkt wat er daar op dat moment aan de gang is. Jezus toont Gods ontferming in de genezing van zieken! Jezus’ reactie naar de discipelen is dan ook een test. Hoe willen zij omgaan met deze ‘schare’? Hun reactie is kort en eerlijk. We hebben hier niets, dan vijf broden en twee vissen. Dat is inderdaad niets als je ziet wat er moet gebeuren. Vijfduizend mensen voeden (vers 21). Dat gaat dus niet, tenzij....

Vers 17-19
Jezus’ opdracht is opvallend. In die tijd was het gebruikelijk dat leerlingen zorgden voor het onderhoud van hun leraar. Andersom kwam niet voor.
Die vijf broden en twee vissen lijken misschien wel niets, maar toch vraagt Jezus het te brengen. Kort gezegd maakt Jezus hier een paar dingen duidelijk. Allereerst leren de discipelen dat zij alléén niet kunnen wat Jezus van hen vraagt. Ten tweede leert Jezus Zijn discipelen dat Hij recht heeft op zelfs dat ‘weinige’ wat zij hebben. Ten derde maakt Jezus hier duidelijk dat als wij het weinige dat Hij ons eerst gegeven heeft aan Hem teruggeven, Hij dat zal zegenen. Zo wordt glashelder dat wij zonder Hem niets zijn én dat Hij ons, mensen, toch in dienst wil nemen met wat wij hebben ontvangen. Jezus ‘zegent’ het brood. In betekenis is dat ons bidden en danken in één. Het goede dat wij ontvangen, is een zegen (1 Timotheüs 4:4). De erkenning van deze zegen brengt, als het goed is, ook dankbaarheid mee. Verder is het goed om te bedenken dat het uitspreken van de zegen gewoonlijk gedaan werd door de gastheer. Zo stelt Jezus Zich hier dus op. Hij is gekomen om Zijn volk het goede te geven (zie ook de intro).

Vers 20-21
In deze verzen wordt iets zichtbaar van de overvloed van Gods genade. Allen die door Jezus worden gevoed, raken verzadigd. Niemand heeft iets te kort. Er blijft zelfs over. Het getal twaalf is in de Bijbel een bijzonder getal. Het volk Israël bestond uit twaalf stammen. De twaalf overgeble- ven manden verwijzen naar de volken. Jezus komt eerst naar Zijn volk Israël, maar Hij is uiteindelijk de Redder van de wereld. Bij dit wonder wordt dus al iets zichtbaar van Pinksteren.
Tenslotte wordt nog een indruk gegeven van de menigte. Maar liefst vijfduizend mannen zijn het. Met vrouwen en kinderen erbij dus ruim tienduizend.



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B1.26

Alles van

Bijbelleesles over de wonderbare spijziging

1 oktober 2021
Deze bijbelleesles gaat over Mattheus 14:13-21 en hoort bij les B1.26 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Knutselwerkje over de wonderbare spijziging

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les B1.26 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Johannes 6:35 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.20, B1.26, B2.29, B2.33 en C2.37 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De wonderbare spijziging

1 oktober 2021
Dit plaatmateriaal hoort bij les B1.26 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door

Psalm 84:6 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.25, B1.26, B3.27 en B3.28 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de wonderbare spijziging

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Mattheus 14:13-21 en hoort bij les B1.26 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Wonderbare spijziging

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B1.26 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!