Bijbelgedeelte: Lukas 10:38-42

Intro

Deze geschiedenis volgt direct op de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Daar ging het over Gods liefde en barmhartigheid en onze liefde tot God en de naaste. In het gedeelte dat nu volgt, draait het om het belang van het horen naar Gods woord. Om het maken van keuzes terwijl er zoveel dingen belangrijk zijn. Anders gezegd: waar haal je de voeding voor het dagelijks geestelijk leven met God vandaan?

Vers 38
Jezus is met Zijn leerlingen onderweg. Er wordt niet precies gezegd hoeveel mensen met Hem meereizen. Het zijn in ieder geval de twaalf discipelen. En daar om heen waren er nog heel wat mensen. Dit gezelschap komt door Bethanië (zie Johannes 11:1) en wordt daar gastvrij ontvangen door een zekere Martha. Zij woont in één huis met haar zus Maria en broer Lazarus. Hoe zij de Heere Jezus hebben leren kennen, is niet duidelijk. Uit Johannes 11 blijkt wel dat er een bijzondere band tussen deze mensen en de Heere Jezus was. Het meest opvallende aan en waarschijnlijk tot op vandaag het meest bekende over deze mensen, is de opwekking van Lazarus uit de dood (zie verder Johannes 11).

Vers 39-40a
Als Jezus in het huis is, zijn Maria en Martha allebei enorm op Hem betrokken. Bij Maria merk je dat doordat ze aan de voeten van de Heere Jezus gaat zitten. Dat deden leerlingen van een Rabbi (zie bijvoorbeeld Handelingen 22:3). Let op dat er staat dat Maria ‘ook’ aan de voeten van Jezus zat. Ze zit er blijkbaar niet alleen, maar samen met anderen, waarschijnlijk de discipelen die met Jezus meegekomen zijn. Martha toont haar betrokkenheid heel anders. Ze is ‘zeer bezig met veel dienen’. Daarbij moet je vooral denken aan de voorbereidingen van de maaltijd. Let goed op dat je dit niet meteen in een negatief daglicht moet stellen. Jezus nam een behoorlijk gezelschap mee. Dus dat vroeg ook nogal wat inzet. Inzet die hoort bij gastvrijheid en gastvrijheid stond in die tijd (en staat in de Bijbel) buitengewoon hoog genoteerd (zie Hebreeën 13:2). Je kunt deze vorm van bezig zijn dan ook opvatten als haar manier om haar liefde voor de Heere Jezus te tonen.

Vers 40b
Maar er blijkt ook meer aan de hand te zijn bij Martha. Want ze is niet zo druk bezig of ze heeft nog wel tijd over om zich te ergeren aan het feit dat haar zus met iets anders bezig is. De ergernis blijkt alleen al uit het feit dat ze spreekt over ‘mijn zus’ en het niet gewoon heeft over ‘Maria’. Martha maakt niet alleen haar zus verwijten maar ook de Heere Jezus. Ze snapt er niets van dat Hij het goed vindt dat Maria haar zus alleen de maaltijd laat voorbereiden. En ze verwacht van de Heere Jezus dat Hij Maria zal aansporen om mee te gaan helpen.
Wellicht speelde bij Martha ergernis mee over het ‘aanstootgevende’ gedrag van Maria die zich als een discipel aan de voeten van de Heere Jezus had gezet. Misschien was het vooral ergernis omdat Martha vond dat Maria haar taak verwaarloosde. Hét punt is dat Martha zo druk is dat ze niet de tijd en bezinning vindt om zich af te vragen waarom Maria zich zo opstelt en waarom Jezus geen afkeuring daarover uitspreekt.

Vers 41-42
Jezus’ reactie is een terechtwijzing, maar let goed op de toon. Hij spreekt haar heel persoonlijk aan bij haar naam: Martha. Dat Hij het twee keer doet, wijst er op dat Hij haar nadrukkelijk toespreekt. Hij wijst Martha erop dat ze ‘bekommerd en ontrust is over veel dingen’. Bezorgd zijn verwijst in de Bijbel naar een levensstijl waarbij de dagelijkse dingen je in beslag gaan nemen (Mattheüs 6:25-34). De toevoeging van het woord ‘ontrusten’ geeft iets aan van ‘je op laten jagen’. Samen geven die woorden dan iets aan van een mentaliteit waarbij je heel je doen en laten laat bepalen door de uiterlijke dingen van dit leven. De ‘vele dingen’ uit vers 41 worden dan hier niet verder uitgewerkt. Maar iedereen die eerlijk over dit gedeelte nadenkt, kan voor zichzelf nagaan welke dingen dat in zijn of haar leven zijn.
In het laatste vers zegt Jezus drie dingen.

1. Dat er maar één ding nodig is
2. Dat Maria dat deel heeft uitgekozen
3. Dat dit deel van haar niet zal weggenomen worden
   De woorden ‘nodig’ en ‘deel’ werden allebei ook gebruikt bij een maaltijd. Jezus stelt nu dat er een ding is waar je niet zonder kan. Iets dat ver uitgaat boven zo iets als dagelijks voedsel en een gemeenschappelijke maaltijd. Maria heeft dat door de leiding van de Heilige Geest ingezien en haar prioriteiten, om het zo te zeggen, aan de hand daarvan bepaald. Daarbij geeft de Heere Jezus een geweldige belofte. Wie zo leeft, mag weten ‘een eeuwig deel’ te hebben. In de psalmen wordt meerdere keren bij het woord ‘deel’ verwezen naar de Heere Zelf (Psalm 16:5 en 73:26).

Let op: Er staat hier niet dat Martha dit deel niet gekozen heeft. In Johannes 11 blijkt bijvoorbeeld duidelijk het geloof van Martha. Waar de Heere Jezus Martha, én ons, wél bij stilzet, is het gevaar dat we door allerlei dagelijkse beslommeringen vergeten wat het belangrijkste is in dit leven. Dienen, helpen, inzet, gastvrijheid, enzovoorts staan in de Bijbel hoog genoteerd als werken der liefde. Maar dat moeten ze dan ook wel blijven. Daarom is het ook voor gelovigen belangrijk om zich steeds af te vragen of ze nog wel gericht zijn op de Heere Jezus en leven vanuit Hem. Aan het ‘dienen’ of ‘doen’ gaat het ‘luisteren’ of ‘zitten’ vooraf!