Bijbeluitleg over Johannes 6:1-15

Deze exegese gaat over Johannes 6:1-15 en hoort bij les A2.20 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Johannes 6:1-15

Het voorafgaande hoofdstuk speelt zich af in Jeruzalem, maar in het begin van dit zesde hoofdstuk bevindt Jezus zich weer in Galilea. De uitdrukking ‘na dezen’ waar dit tekstgedeelte mee begint, betekent dan ook niet ‘meteen hierna’, maar biedt eventueel ruimte voor een tussenpoos.

Vers 1-2
Jezus vertrekt in een boot over het meer van Galilea. Johannes voegt er aan toe, dat hij hiermee het meer van Galilea bedoelt; onder die naam kreeg het later ook meer bekendheid. Door de genezingen die Jezus deed, heeft Hij inmiddels een groot aantal volgelingen. Wanneer deze mensen Hem in een boot zien vertrekken, volgen ze Hem lopend langs de kant.

Vers 3
Jezus is inmiddels met Zijn discipelen aan de noordelijke kant van het meer aangekomen. Ze gaan het bergachtige gebied in de buurt van Bethsaïda in en gaan daar ergens zitten.

Vers 4
Johannes noemt de tijd waarin deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Het Joodse paasfeest is aanstaande. Afhankelijk van de vraag of in Johannes 5:1 ook het Pascha wordt bedoeld, is dit het tweede of derde Pascha sinds Jezus’ doop, waarmee Zijn openbare optreden begon.

Vers 5
De rust die Jezus met Zijn discipelen heeft opgezocht, duurt niet lang. In de verte naderen de mensen al. Johannes is in zijn weergave van de zaken nogal beknopt. Hij vertelt niet, zoals de synoptische evangelisten, van de wonderen die Jezus daar heeft gedaan. Hij vond dit nu niet zo belangrijk, of hij veronderstelde dat de lezers dat uit de andere evangeliën wel zouden weten. Jezus ziet de mensen en vraagt aan Filippus waar ze broden kunnen kopen om deze mensen te eten te geven. Hij richt de vraag aan Filippus, omdat deze uit het nabijgelegen Bethsaïda komt (Johannes 1:44).

Vers 6
Johannes geeft ons tussendoor een blik in Jezus’ werkelijke bedoeling. De vraag die de Heiland stelt, is bedoeld om Filippus op de proef te stellen. Zou Filippus, wanneer hij voor een onverwacht probleem wordt gesteld, ook weten bij Wie hij de oplossing moet zoeken? Jezus weet ondertussen precies wat Hem te doen staat. De zaak loopt Hem niet werkelijk uit de hand.

Vers 7
Uit het antwoord van Filippus blijkt echter niet dat hij een wonder van Jezus verwacht. Wat uit zijn reactie wel blijkt, is de onmogelijkheid van Jezus’ vraag. Om al die mensen ook maar een beetje eten te kunnen geven, zou voor tweehonderd penningen aan brood gekocht moeten worden. Een enorm bedrag, als je bedenkt dat één penning al een dagloon was. Zo wordt duidelijk dat er menselijkerwijs geen oplossing is.

Vers 8-9
Een andere discipel, Andreas, heeft ondertussen niet stilgezeten. Hij heeft een jongen ontdekt die vijf gerstebroden en twee vissen bij zich heeft. Maar Andreas ziet zelf ook wel, dat dit weinige eten voor zo’n grote groep mensen niet veel voorstelt. Gerstebrood was bovendien het voedsel voor de armen. Ook de inbreng van Andreas accentueert uiteindelijk alleen maar hoe groot de nood is: zó weinig voedsel en zó veel mensen.

Vers 10
Nu is voor Jezus het moment aangebroken om Zijn macht te tonen. Hij draagt Zijn discipelen op om de mensen in het gras te laten zitten. Hier pas lezen we hoe groot de menigte is: vijfduizend mannen. Daar komen dus nog vrouwen en kinderen bij!

Vers 11-13
Naar Joodse gewoonte spreekt Jezus de dankzegging over de maaltijd uit. Ook Hij dankt de Vader voor de maaltijd, ook al zal Hij Zelf dat brood vermenigvuldigen. Jezus breekt van het brood de stukken af en deelt ze uit. Met de vissen doet Hij hetzelfde. Hij blijft maar delen en het voedsel raakt niet op. Alle mensen raken verzadigd. Alle brokken die overblijven, moeten verzameld worden. Hoewel de Heiland net had laten zien dat Hij zonder moeite voor eten kan zorgen, maakt Hij hier duidelijk dat ook met deze gaven van God zorgvuldig moet worden omgegaan. Als alles verzameld is, blijken er twaalf manden met broodstukken over te zijn. Het laat zien hoe groot de overvloed is van Christus’ werk. In vers 35 zegt Jezus dat Hij het Brood des levens is: Hij geeft niet alleen brood voor het lichaam, maar Hij geeft ook Zichzelf, het Brood des levens, en wie daarvan eet, zal in eeuwigheid leven.

Vers 14
De mensen zijn zo onder de indruk gekomen van dit wonder, dat ze belijden dat Jezus de profeet is die komen zou. In het Jodendom van die tijd circuleerden diverse opvattingen over de komst van ‘de profeet’ en de ‘de Messias’. De belijdenis van de schare gaat verder dan dat Jezus ‘de Elia’ is, wiens komst vooraf zou gaan aan de Messias. De mensen zien nu in Jezus de beloofde Profeet uit Deuteronomium 18:15. Sommige Joden identificeerden de beloofde Profeet uit Deuteronomium 18 met de Messias. We zien hier dus de eerste tekenen dat de mensen Jezus als de Messias gingen zien. Dat de mensen juist nu tot deze belijdenis komen, is niet verwonderlijk. Het Oude Testament laat regelmatig zien dat de HEERE Zijn volk te eten geeft. Denk bijvoorbeeld aan het manna in de woestijn. Ook Elisa had gerstebroden vermenigvuldigd. Zo leefden ook aangaande de Messias dergelijke verwachtingen. Jezus heeft met dit wonder duidelijk gemaakt dat Hij die langverwachte Messias is.

Vers 15
De Messiasverwachting van het Joodse volk was in die tijd vaak politiek van aard. De Messias, zo meende men, zou koning worden en de Romeinen verjagen. Jezus kent deze verwachtingen, en weet dat dit nu ook van hem verwacht wordt. Hij vreest zelfs dat ze Hem met geweld zullen dwingen. Als dat zou gebeuren, zou het heilswerk van Jezus in gevaar kunnen komen. Jezus’ Koningschap is immers niet van deze wereld. Daarom onttrekt Hij zich aan de menigte en gaat opnieuw, alleen, de berg op.



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les A2.20

Alles van

Johannes 6:35 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.20, B1.26, B2.29, B2.33 en C2.37 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De wonderbare spijziging

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les A2.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 145:5 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Vertelschets over de wonderbare spijziging

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Johannes 6:1-15 en hoort bij les A2.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - De wonderbare spijziging

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les A2.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!