Bijbeluitleg over Genesis 11:26-32 en 12:1-8

Deze exegese gaat over Genesis 11:26-32 en 12:1-8 en hoort bij les B1.7 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.

Bijbelgedeelte: Genesis 11:26-32 en 12:1-8

Vers 26-29
Het geslachtsregister van Genesis 11 houdt halt bij Terah. Zijn ‘familieomstandigheden’ krijgen bredere aandacht. De Bijbel geeft ons in een paar verzen er een kort overzicht van. Terah krijgt drie zonen. Abram trouwt met zijn halfzus Sarai. Nahor trouwt met zijn nicht Milka. In Genesis 22 blijkt dat Nahor ook kinderen gekregen heeft. De naam van Harans vrouw wordt niet vermeld. Wel de naam van zijn zoon: Lot. Haran sterft terwijl hij nog in Ur woont. Ur is een belangrijke stad. Hoofdstad van het Sumerische rijk. Het ligt in Mesopotamië. In dit land is de cultuur in die tijd al hoog ontwikkeld. In de tempels worden de afgoden aanbeden. De maangod Sin is één van de belangrijkste goden. Elementen uit de natuur, aarde, wind, water, hemellichamen, etc. vereert men.

Vers 30
In één dramatische zin wordt een belangrijk thema voor de komende hoofdstukken aangesneden: Sarai is onvruchtbaar. Men legde in die tijd de oorzaak daarvan bij de vrouw. Het verdriet is merkbaar in deze ene zin.

Vers 31-32
Vader Terah gaat op weg naar Kanaän. Hij neemt het initiatief voor de reis; volgens de kanttekeningen doet hij dat nadat hij van Abram Gods opdracht vernam (zie ook Handelingen 7: 1-4). Maar Terah bereikt Kanaän niet. Hij blijft in Haran steken en sterft uiteindelijk daar. Ook in Haran, een stad in Noord-Mesopotamië, werd de maangod Sin gediend. Jozua 24:2 vertelt dat ook Abrams familie daaraan meedeed.

Vers 1
De HEERE roept Abram om zijn geboortestad en -land, zijn familie en zijn ouderlijk huis te verlaten. Eerst uit Ur en nadat zijn vader in Haran, gestorven is, wordt hij weer geroepen verder te trekken. Als ze in Haran aankomen, hebben ze ongeveer duizend kilometer afgelegd.
‘Ga’ het is een bevel van God om hem op de proef te stellen of hij zijn geboortegrond, familie en vrienden gewillig kon verlaten en God gehoorzaam zijn. De HEERE beproeft zijn gehoorzaamheid, geloof en geduld. Familie verlaten betekende in die tijd ook de bescherming tegen vijanden opgeven.
Hij moet naar een land gaan dat God hem wijzen zal; de HEERE noemt het land niet en zegt ook (nog) niet dat Hij dit land aan Abram geven zal.

Vers 2-3
Gods geboden gaan altijd samen met beloften.
‘Ik zal u tot een groot volk maken’ - dit was voor Abram een heerlijke belofte omdat hij nog geen zoon had, maar tegelijk een beproeving omdat Sara onvruchtbaar was. Bovendien verwijst ‘groot’ ook naar de waardigheid van het volk, als eigendom van God.
‘Ik zal u zegenen’ - een zegening van God betekent weldaden op lichamelijk, geestelijk, aards, hemels, tijdelijk en eeuwig gebied.
‘Ik zal uw naam groot maken’ - toen Abram het huis van zijn vader verliet, verloor hij daar
zijn naam en omdat hij geen zoon had, zou zijn naam verloren gaan.
‘Wees een zegen’ - het geluk van Abram zal een voorbeeld zijn voor zijn omgeving maar ook
waar hij zal wonen, zal hij tot een zegen zijn.
‘Ik zal zegenen die u zegenen en vervloeken die u vervloekt’- dat geldt in deze geschiedenis voor Abram maar ook voor al Gods kinderen.
‘In u zullen alle geslachten van het aardrijk gezegend worden’ - deze belofte wijst heen naar de Heere Jezus die uit het geslacht van Abram geboren zal worden. Jezus Christus is de grootste zegen waarmee de wereld gezegend is.

Vers 4-5
Abram is 75 jaar als hij uit Haran vertrekt. Lot, zijn neef, is de zoon van zijn overleden broer Haran. Abram neemt ook al zijn bezittingen mee.
‘de zielen die zij verkregen hadden’ zijn de slaven.

Vers 6
Abram trekt door het land naar het zuiden (de woestijn), hij komt eerst in Sichem. Deze plaats ligt ongeveer halverwege het land Kanaän, ongeveer 700 kilometer ten zuiden van Haran. Sichem is een centrum van wegen en handel, maar een goddeloze stad. Bij deze stad is een eikenbos: More. Abram komt daar en ziet dat het land wordt bewoond door de Kanaänieten. De Kanaänieten zijn nakomelingen van Cham.
Abram komt onopgemerkt in het land en krijgt blijkbaar toestemming van de bewoners om zijn tenten op te slaan. Hij is dus als vreemdeling in het land dat de HEERE hem wees.

Vers 7-8
God openbaart zich opnieuw aan Abram om zijn geloof te versterken. Nu laat de HEERE hem ook pas weten dat dít het land is dat de HEERE hem beloofd heeft. In Ur beloofde Hij Abram een land te wijzen, aangekomen in Kanaän zegt Hij dat Hij het aan Abram en zijn nageslacht geeft.
De HEERE toont dat Hij regeert: nu zijn de Kanaänieten nog in het land, maar het is bestemd voor Zijn volk.
Abram bouwt bij zijn tent een altaar. Hij roept in dat heidense land ‘de Naam des HEEREN’ in het openbaar aan. Hij brengt offers, spreekt zijn gebeden en dankzeggingen uit. Zo belijdt hij Gods Naam en zoekt de gemeenschap met Hem.
Steeds wanneer Abram als vreemdeling ergens in Kanaän zijn tenten opslaat, richt hij zo een altaar op.
Opmerkelijk is dat dit niet in het vervolg van Genesis 13 staat, als Abram naar Egypte trekt.



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B1.7

Alles van

Genesis 12:1 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.7 en C1.8 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De roeping van Abram

1 oktober 2021
Dit plaatmateriaal hoort bij les B1.7 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 105:4 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.7, B4.18 en B4.19 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Roeping

10 november 2020
God spreekt tot je en roept je op om je te bekeren en te geloven in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus.
+
Ontwikkeld door

Vertelschets over de roeping van Abram

5 oktober 2021
Deze vertelschets gaat over Genesis 11:26-32 en 12:1-8 en hoort bij les B1.7 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Abram geroepen

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B1.7 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!