Deze bijbelleesles gaat over Lukas 1:26-38 en hoort bij les B1.16 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 1:26-38
Context
De vorige keer is er een begin gemaakt met de geschiedenissen uit het Nieuwe Testament. Er is verteld over de gebeurtenissen rond de geboorte van Johannes de Doper. Maar in dit Bijbelgedeelte vertelt de engel Gabriël aan Maria dat Elizabeth ook zwanger is. Hier wordt dus nog even teruggegrepen naar wat er gebeurt vóór de geboorte van Johannes de Doper.
Kerntekst
Lukas 1:38 - Mij geschiede naar uw woord
Doelstellingen
- De kinderen leren dat Maria geen gewoon Kindje zal krijgen.
- Ze zien dat de Heere Jezus komt om het goed te maken met God.
Zingen
- Psalm 146:1; Lofzang van Maria
- ZB - Alzo lief had God de wereld / Mijn ziel maakt groot de Heer
Geloofsleer
- HC zondag 14 - Ontvangen van de Heilige Geest
Gedeelten uit het Oude Testament waarin de Messias wordt beloofd:
Na de zondeval (Gen. 3:15)
Aan Abraham (Gen. 12:3)
In de profeten (Jes. 9:5, Micha 5:1)
Introductie
Wat is een engel? Ken je namen van engelen? Wat doen engelen? Weet je hoe engelen eruit zien?
Bijbelleesles
We willen dit gedeelte behandelen met een Bijbelleesles, korte vragen die over de Bijbeltekst gaan. Steeds wordt gezocht naar een combinatie van vragen over de tekst én vragen die de toepassing naar het eigen leven maken. Aan het eind zijn dan geen gespreksvragen opgenomen. Kopieer van tevoren dit Bijbelgedeelte (bijvoorbeeld via www.statenvertaling.info), de vragen en eventueel de in de exegese genoemde teksten. Voor het leesgemak van de kinderen is het aan te bevelen de tekst uit te vergroten op een A-4.
Vers 26
- Wie stuurt de engel Gabriël? Waar moet de engel naar toe?
- Waarom zou de Heere een engel sturen?
Vers 27
- Uit welk geslacht komt Jozef?
- Wat betekent het dat Jozef en Maria ondertrouwd zijn?
Vers 28
- Waarmee groet de engel Maria? Wat betekent het dat ze ‘begenadigd’ is?
- ‘De Heere is met u’, wat betekent dat?
- Waarom is Maria gezegend onder de vrouwen?
- Hoe zou je het vinden als er ineens een engel naast je staat? Zouden de mensen het geloven als je dat gaat vertellen?
Vers 29
- Hoe voelt Maria zich als ze de engel ziet en hoort wat hij zegt?
- Begrijpt ze wat de engel tegen haar zegt?
Vers 30
- Waarom hoeft Maria niet bang te zijn?
Vers 31
- Denk je eens in wat het voor Maria betekent. Ze is maar een heel gewoon meisje en dan komt er een engel bij haar die vertelt dat ze de moeder mag zijn van de Heere Jezus! Kiest de Heere vaker mensen uit die niet zo belangrijk zijn? Kun je daar voorbeelden van noemen?
- Waarom kwam de Heere Jezus naar de aarde toe? Wat moest Hij daarvoor doen?
- De naam ‘Jezus’ betekent Redder, Zaligmaker. Waarvan zal de Heere Jezus ons redden?
Vers 32
- Hoe zal de Heere Jezus genoemd worden? Wie is de Allerhoogste?
- Hij zal de troon van Zijn vader David krijgen. Wat betekent dat?
- Waarom is de Heere Jezus geen gewoon Kindje? Wat maakt dat Hij anders is dan andere kinderen?
Vers 33
- Wat is het ‘huis Jakobs’?
- Van Welk Koninkrijk is de Heere Jezus de Koning?
- Wat is hetzelfde als bij andere kinderen? En hoe kunnen Jozef en Maria merken dat Hij anders is dan andere kinderen?
Vers 34-37
- Welk probleem heeft Maria?
- Hoe kan het dat ze toch zwanger zal worden? (vers 37)
- Waarom vertelt de engel dat Elizabeth ook zwanger is?
Vers 38
- Gelooft Maria wat de engel haar heeft verteld? Hoe zie je dat?
- Zou jij ook een dienstknecht van de Heere willen zijn?