Dit citaat komt uit het boekje ‘Daadkracht’, geschreven door Laurens Snoek. De citaten zijn ‘denkprikkels’ voor opvoeders die betrokken zijn op doeners in de kerk. In de toelichting wordt een stukje uitleg gegeven.
Niet opgehoopt in de veilige, droge schuur, maar uitgestrooid over de akker van de wereld kunnen ze uitgroeien tot vruchtbare planten. Zij hebben hiervoor een natuurlijk aanknopingspunt: grote nieuwsgierigheid.
Laten wij de moed hebben om hen te vermanen én los te laten, in vertrouwen op de God van hun doop, Die hen van de wereld heeft afgezonderd om hen in de wereld vruchten te laten dragen.
Aanvaard dat onze kinderen zijn als graan
Toelichting
Niet van de wereld zijn, maar wel in de wereld staan, dat is onze dubbele roeping. Apart staan om van betekenis te kunnen zijn.
Deze gedachte sluit aan bij een hoofdlijn in de Bijbel die voor elke vader en moeder herkenbaar is: de worsteling van het oude Israël om zijn identiteit te bewaren. Het werd geroepen om te leven bij Gods zegeningen in een land van overvloed. Zowel de aartsvaders als verschillende koningen hebben daar een groots bestaan opgebouwd. Maar ze konden maar op één manier getuige zijn van de enige ware God: door afgezonderd te blijven van de heidenvolken.
Dat begon al bij Abraham. Na het sterven van Sara beschrijft de Bijbel opvallend uitgebreid hoe Abraham op zoek ging naar een vrouw voor zijn zoon. En dat is precies waar Israël in de verstrooiing zich permanent en alle eeuwen door zorgen om heeft gemaakt: zullen onze kinderen trouw blijven aan ons volk?
Het geloof in de God van het verbond gaf Abraham de moed zoveel moeite te doen voor de toekomst van zijn nageslacht.