"In onze gezindte is er in de prediking en in theologische boeken veel aandacht voor de ervaringskant en de bevinding van het geloof, terwijl mensen met autisme vaak niets met gevoel of gevoelens hebben en bovendien meestal erg rationeel zijn ingesteld. Als ik bevinding lastig vind, is mijn geloof dan wel echt?"
Aan het woord is Bas – in werkelijkheid heet hij anders - in het boek ‘Anders voelen, anders geloven. Over autisme en geloofservaring’. De auteurs, Hanneke Schaap-Jonker en Gert van den Brink, krijgen als psycholoog en predikant geregeld te maken met mensen met autisme die worstelen met de gevoelskant van het geloof en zich daarom afvragen of hun geloof wel echt is. Afgelopen weken las Marieke Griffioen het boek en bespreekt dat in dit bericht.
Mag geloven anders? Kun je echt geloven als je door autisme minder voelt? Op deze en andere kernvragen gaan de auteurs in. Ze doen dit aan de hand van ervaringsverhalen, uitleg van wat autisme is, de relatie tussen autisme en geloofservaring en dat wat Maarten Luther schreef over geloof en genade.
Luther ontdekte na een lange worsteling dat ‘geloof alleen’ genoeg is. De kern van geloven is voor waar houden wat God belooft. Je kijkt niet naar jezelf - met je zonden, je gevoelens, je gebrek aan gevoelens of wat dan ook - maar je ziet op Christus en je vertrouwt op Gods beloften. Dat is bevrijdend evangelie.
In een recensie die ik las over ‘Anders voelen, anders geloven’ werd gesproken over een ‘feest’ van herkenning. Hoewel het boek in eerste instantie is geschreven voor en over mensen met autisme, is het ook voor hen die om andere redenen worstelen met thema’s als geloof, gevoel en vertrouwen op God een heel geschikt boek.
In de laatste hoofdstukken worden praktische handreikingen gegeven voor de kerkelijke gemeente en ambtsdragers. Een tip: schaf het boek aan als kerkenraad en bespreek het met elkaar!