Vertelschets over de opname van Elia en de aanstelling van Elisa als profeet

Bijbelgedeelte: 2 Koningen 2
Context
Elia heeft een opdracht van de Heere gekregen. Hij moet een reis gaan maken en hij weet dat deze reis, zijn laatste reis zal zijn. Ook Elisa en de ‘zonen der profeten’ weten dat Elia bijna gaat sterven.
Elisa is al eerder gezalfd. Tijdens deze reis zal Elisa op verschillende plaatsen als opvolger van Elia voorgesteld worden.

Kerntekst
2 Koningen 2: 15b De geest van Elia rust op Elisa.

Doelstellingen

De kinderen beseffen dat Elia opgenomen wordt en met zijn lichaam naar de hemel gaat.
Ze zien dat Elisa’s wens vervuld wordt.
Het wordt hen duidelijk dat de profeten vol ongeloof zijn.
Ze beseffen dat de Heere almachtig is en wonderen doet.

Zingen
Psalm - 29:6, 43:4, 47:3, 68:2 en 9, 89:20
UAM - ‘k Stel mijn vertrouwen

Geloofsleer

HC vraag 21 - Een waar geloof
HC vraag 46 - Hemelvaart van Christus

Introductie
In jouw klas zitten jongens en meisjes. Met sommige kinderen speel je veel en met andere kinderen weinig. Je hebt niet vaak ruzie, maar soms gaat het mis, dan heb je ruzie. Die jongen doet opeens zo vreemd, hij is helemaal niet zo aardig als anders. Hij zegt iets lelijks tegen jou en jij schrikt. Dat had je niet verwacht. In het verhaal gaat het over de Heere, die altijd dezelfde is. De Heere zorgt voor Zijn kinderen, in de tijd van de bijbel, maar nu nog steeds.

Beginzin
Op de weg staan twee mannen.

Vertelschets

Elia vertrekt uit het plaatsje Gilgal. Elisa woont in Gilgal en wil met Elia mee. ‘Blijf toch hier’, zegt Elia ‘want de Heere heeft mij de opdracht gegeven om naar Bethel te gaan. Elisa schudt zijn hoofd en heel duidelijk zegt hij: ‘Zo zeker als de Heere leeft en u leeft, ik ga met u mee, ik ga niet bij u weg.’
Samen komen ze in Bethel aan. Daar komen de leerlingen van de profetenschool al naar Elisa toe. ‘Weet u wel dat de Heere Elia bij u zal wegnemen?’ ‘Ik weet het wel, praat er maar niet over’, zegt Elisa. Waarschijnlijk hebben deze jonge mannen afscheid van Elia genomen, want ze wisten dat Elia door de Heere weggenomen zou worden.
Samen reizen ze naar Jericho. Elia wilde dat Elisa niet met hem meeging, maar opnieuw heeft Elisa gezegd dat hij niet bij hem weg wil gaan. Ook in Jericho komen de leerlingen van de profetenschool naar hem toe om hem te waarschuwen dat Elia door de Heere weggenomen zal worden. Maar Elisa zegt dat ze er niet over moeten praten.
Daar gaan Elia en Elisa richting de Jordaan. Elisa wil met Elia mee en gaat niet bij hem vandaan. Ze gaan langs de plaatsen waar het volk Israël ook langs gekomen is toen ze het land Kanaän binnentrokken. Op die plaatsen heeft de Heere Zijn trouw en almacht laten zien.
Na ongeveer zeven uurtjes lopen komen ze bij de Jordaan. Ze staan aan de oever en voor hen zien ze het water van de Jordaan. Elia doet zijn jas uit en slaat met zijn jas op het water. Kijk eens! Er ontstaat een pad! Aan de ene kant staat een muur van water en aan de andere kant stroomt het water weg.
Als ze aan de overkant zijn, kijkt Elia Elisa aan. ‘Wat zou je willen dat ik nog voor je doe, voordat ik weggenomen word?’ ‘Vader’, zegt Elisa, ‘zou ik als het ware uw eerstgeborene mogen zijn?’ De eerstgeborene kreeg 2 delen van de erfenis. ‘Zou ik twee delen van uw geest en profetische kracht mogen ontvangen.’
Elia: ‘Je vraagt iets moeilijks, Elisa. Ik kan je dat niet geven, dat kan God alleen. Je zal het krijgen als je erbij bent en het kan zien als ik weggenomen word.’
Elia en Elisa lopen verder. In de verte rommelt de donder. Bliksemstralen schieten neer, het onweer komt steeds dichterbij. Opeens daalt in een bliksemflits een vurige wagen met vurige paarden neer. Elia wordt opgenomen, zijn profetenjas valt van zijn schouders. Daar wordt hij meegenomen, hij gaat omhoog. Hij mag zonder te sterven zijn God ontmoeten.
Is de Heere jouw God? Ken je de Heere en wil je Hem gehoorzamen? Als je Hem niet kent en niet naar Hem luistert, moet je zonder Hem sterven en mag je niet bij Hem in de hemel komen. Maar als je Hem kent en naar Hem luistert mag je als je sterf, voor eeuwig met Hem leven.
Elia kijkt omhoog. Daar gaat Elia, Elia wordt meegenomen, hij gaat bij hem vandaan. Dan roept Elisa: ‘Mijn vader, mijn vader, wagen Israël en zijn ruiters.’ Elia is voor hem belangrijker dan wagens en ruiters in het leger. Dan is Elia uit het zicht verdwenen. Elisa pakt zijn eigen jas en scheurt hem in tweeën als teken van rouw.
Dan bukt Elisa zich, raapt de mantel van Elia op en loopt weer naar de Jordaan. Daar staat hij aan de oever. Hij pakt de jas van Elia en roept ‘Waar is de Heere, de God van Elia? Dan slaat hij met de jas op het water. En… er ontstaat een pad! De God van Elia helpt hem, Hij zorgt ook voor Elisa! Elisa’s wens wordt vervuld!
De God van Elia en Elisa leeft nog. Hij is en blijft dezelfde. Wil jij deze God dienen, de almachtige en trouwe God, die Zijn kinderen niet vergeet?
Bij Jericho staan profeten Elisa al op te wachten. Ze zien hem komen en roepen: ‘De geest van Elia rust op Elisa!’ En dan vragen ze: ‘Waar is Elia?’ En Elisa vertelt wat er gebeurd is.
De mannen kunnen het niet geloven. Is Elia echt zonder te sterven naar de hemel gevaren? Ze willen hem gaan zoeken. Elisa wil dat niet, want ze zullen Elia niet vinden. Maar ze blijven het vragen en tenslotte laat Elisa ze gaan. Vijftig mannen zoeken drie dagen naar Elia, maar ze vinden hem niet.
Een groepje mensen uit Jericho gaat naar Elisa. ‘Meester, wilt u ons helpen? Jericho is een goede stad en er staan goede huizen, maar het water is zo slecht. Het zorgt er ook voor dat er weinig groeit op het land.’
‘Breng mij eens een nieuwe schaal met zout.’ Snel wordt het voor Elisa gehaald. Elisa loopt met het zout naar het water en strooit het zout in het water en zegt: ‘Zo zegt de Heere, ik heb dit water gezond gemaakt.’ Voorzichtig proeven de mensen van het water: Het is heerlijk, het water is gezond! De Heere laat door dit wonder zien dat Elisa Zijn knecht is.
Daar gaat Elisa over de weg naar Bethel. Hij klimt de heuvel op waar Bethel ligt. Dan hoort hij gelach en jongensstemmen roepen: ‘Kaalkop kom maar op, kaalkop kom maar op!’ Wat erg denkt Elisa. Ze lachen niet alleen hem uit, ze spotten niet alleen met hem, maar ook met de Heere. Dan draait hij zich om en roept: ‘Ik vervloek jullie in de naam van de Heere.’
Dan hoort hij struiken kraken en twee beren komen te voorschijn. Tweeënveertig kinderen worden door de beren gedood. Elisa hoopt dat door deze straf de mensen beseffen dat ze de Heere moeten dienen, dat ze de Heere lief moeten hebben. Er waren zoveel mensen, ook de ouders van deze kinderen die niet in de Heere geloofden, die met Hem spotten

Slotzin
Hier laat de Heere zien dat je niet met Hem mag spotten, maar dat Hij wil dat je Hem dient en van Hem houdt.

Gespreksvragen
Waaraan kun je merken dat de Heere dezelfde is, waarom Hij een trouwe God is? Waarom is dat een bemoediging? Ook in deze tijd waarin wij leven?

Samenvatting
Elia en Elisa gaan naar Gilgal. Elia weet dat hij sterven gaat. Van Gilgal gaan ze naar de profetenschool van Beth-El, van Beth-El naar de profeten van Jericho en van Jericho naar de Jordaan. Steeds vraagt Elia of Elisa hier niet achter wil blijven. Ook de profeten zeggen hem dat. Maar Elisa gaat met zijn meester mee. Elia slaat met zijn mantel op het water en er komt een pad. Hij vraagt Elisa wat hij van hem hebben wil, nu hij gaat sterven. Elisa wil twee delen van de geest van Elia. Als Elisa zijn meester ziet terwijl hij van hem weggaat, zal het gebeuren. Dan gaat Elia met een vurige wagen met paarden ten hemel. Elisa neemt zijn mantel en is de nieuwe profeet. De profeten gaan het lichaam van Elia zoeken, maar het is niet te vinden. Elisa maakt water gezond door er zout in te laten werpen. Als kinderen hem bespotten, komen er twee beren uit het bos en verscheuren 42 kinderen.

Vragen