Vergeten kind in de kerk: dat kan en mag niet bestaan!

Hoe kunnen we alle kinderen in de gemeente in het oog houden en aandacht geven?

Een zondagsschoolleidster vertelt...

"In mijn groepje tienjarigen had ik Tim. Een vriendelijk, onopvallend kind dat goed mee kon komen en met wie nooit iets aan de hand was. Hij wist altijd de antwoorden wanneer ik hem iets vroeg en stelde zelf scherpe, geïnteresseerde vragen. Zijn vader zat in het onderwijs. Dat wist iedereen. Ik dacht altijd dat Tim daarom zo scherpzinnig was. Zou wel met de cultuur thuis te maken hebben.

Na zondagsschool was hij altijd snel weer weg, terwijl zijn groepsgenootjes nog even bleven kletsen en dollen. Dat was eigenlijk het enige wat mij opviel aan hem. Ik dacht achteraf dat dit teken niet zo bij z’n karakter paste en had er nooit wat achter gezocht. Toevallig kwam ik de vader eens tegen in een rustig wandelpark een paar dorpen verderop, midden op een dinsdagmorgen. Wat deed een fulltime docent basisonderwijs op dit tijdstip op deze plek? Dat liet me niet meer los. Ik begon erop te letten en vroeg in gesprekjes met Tim af en toe eens onopvallend naar thuis en naar zijn vader. Stukje bij beetje vielen er voor mij puzzelstukjes op hun plaats. Na een tijd bleek dat in het leven van Tim alles echt niet zo gladjes verliep als ik altijd gedacht had. Zijn vader had inderdaad in het onderwijs gezeten. Hij was echter al een tijd zijn baan kwijt en was depressief. Tim was altijd als eerste weg, om maar vóór zijn jongere broertje thuis te zijn. Hij was er nooit zeker van uit wat voor diepe put hij zijn vader weer moest zien te trekken. Moeder werkte in de zorg, onregelmatige diensten ook in het weekend dus. Ik kwam erachter dat Tim probeerde de eenzame momenten van zijn vader op te vangen.

Sinds mijn ervaringen met Tim ben ik altijd juist alert op ‘onopvallende kinderen’.”

Vergeten kind

Zorgen voor kinderen die zich vergeten voelen of bij wie het risico bestaat dat ze in deze categorie terechtkomen, gaat in feite over omzien naar elkaar in de gemeente. Een veelgebruikte metafoor voor dit omzien naar elkaar in de kerk is het beeld van de herderlijke of pastorale zorg. De Heere Jezus noemt Zichzelf in Johannes 10 de Goede Herder. Onder Zijn hoede, in gehoorzaamheid aan Zijn Woord en in de kracht van de Heilige Geest zijn wij als kinderwerkers, binnen en vanuit de gemeente, geroepen om om te zien naar de kinderen en jongeren op hun levens- en geloofsweg, in de context van de samenleving. 1)

Nu zijn we geneigd om bij een omschrijving als ‘het vergeten kind’ snel te denken aan de kinderen met wie iets is, kinderen die nadrukkelijk problemen hebben. Om in het herderbeeld te blijven zijn dit de schaapjes die makkelijk achterop kunnen raken, terwijl de rest van de kudde verderloopt, als de herder zijn stok en zijn staf niet op de juiste tijd en wijze gebruikt.

Over die stok en staf schrijft David in Psalm 23. David vergelijkt daar Gods zorg voor hemzelf met herderlijke zorg. David kende het herdersleven van binnenuit. Die stok, een knots met ijzer beslagen, was een instrument van de herder om zijn schapen mee te verdedigen tegen wilde dieren of rovers. De stok was bedoeld voor vijanden en niet voor de schapen. Met zijn staf, een stok met een kromming aan het einde, kon de herder een schaap optrekken als het in een put gevallen was, of het weer bij de kudde trekken als het een andere weg in wilde slaan. Zo moeten we als leidinggevenden ook bescherming, zorg en leiding geven aan kinderen met wie nadrukkelijk iets aan de hand is.

Het vergeten kind kan echter ook het schaapje zijn dat braaf meeloopt in het midden van de kudde. Het kind met wie nooit wat is, bij wie alles op rolletjes loopt. Zijn we niet geneigd hen minder aandacht te schenken dan de kinderen met problemen en uitdagingen?

Het vergeten kind kan ook het kind zijn bij wie alles goed lijkt te gaan, maar bij wie de nood verborgen is. Het zijn kinderen zoals Tim uit het verhaal hierboven. Het is bijvoorbeeld dat stille meisje dat nooit zo veel over zichzelf vertelt of het jongetje dat altijd een vriendelijke glimlach heeft voor iedereen, heel meegaand is in de groep en alles altijd wel prima vindt.

Vergeet ook de kinderen niet die in jouw groep van club of zondagsschool hadden moeten zitten, maar nooit komen. Ook zij vallen niet op, zeker niet wanneer ze zo weinig geweest zijn dat eigenlijk niemand weet wie er precies bij die ‘naam op de lijst’ hoort.

Gelaagdheid in de herderlijke zorg/herderlijke zorg op verschillende niveaus

Vanuit het zorgen voor vergeten kinderen komen we dus terecht bij het thema ‘kinderpastoraat’. Je zou de herderlijke zorg in de gemeente kunnen bezien als iets met een gelaagde structuur. In de christelijke gemeente moeten we allemaal op onze eigen manier en vanuit onze eigen rol ‘herderen’ over hen die ons zijn toevertrouwd. Dat begint bij ‘gewoon omzien naar elkaar’ en neemt geleidelijk aan intensievere vormen van pastorale zorg aan.

Omzien naar elkaar
Om te beginnen is er onderling pastoraat, het ‘gewone omzien naar elkaar’. Dit kent vele verschijningsvormen. Voor de zondagsschool of club de volgende tips:

  1. Werken in een kring. Zo zorg je ervoor dat je alle kinderen aan kunt kijken en ontstaat er geen idee van ‘rangen’ of ‘volgorde van belangrijkheid’.
  2. Zorg dat je alle kinderen bij naam kent. Zo draag je bij aan een ervaring van ‘opgemerkt worden’.
  3. Probeer van ieder kind iets te weten. Dat maakt een spontaan praatje mogelijk.
  4. Maak de groepen niet al te groot. Dit maakt het mogelijk om contact te hebben met ieder aanwezig kind.
  5. Breng in gebed wat de kinderen in de groep vertellen.

Er wordt in de gemeenten veel kinderwerk gedaan met, voor en door kinderen. Volwassen gemeenteleden worden hierbij ingeschakeld. Zij vertellen de kinderen uit de Bijbel, zijn creatief bezig met hen rondom het Bijbelse thema, ondernemen gezellige activiteiten en tonen in dit alles een belangstellende houding. Zo vormen zij een sociaal netwerk om kinderen heen.

Basale pastorale zorg
Dan is er wat je zou kunnen noemen de basale pastorale zorg. In feite is ook deze tweede laag nog steeds een vorm van onderling pastoraat, maar net iets intensiever dan in de eerste laag. Als clubleiding of leidinggevende van de zondagsschool kun je binnen je rol zorgdragen voor de kinderen van je groep. Zoek bijvoorbeeld een ziek of rouwend kind op, eventueel samen met een vriendje of vriendinnetje. Laat weten dat je afwezigheid opmerkt en aanwezigheid waardeert. Activiteiten naast de reguliere wekelijkse bijeenkomsten lenen zich extra goed voor het herderen in deze laag. Zo kun je bijvoorbeeld bewust bij een fietstocht naast een bepaald kind gaan rijden en een praatje aanknopen.

Wanneer je aan de basisvoorwaarden uit de eerste laag hebt voldaan, kan het zomaar zijn dat een kind zich zo vertrouwd weet dat het zomaar begint te praten. Dan belandt je in deze tweede laag van herderen. Wees alert. Wanneer je denkt dat een kind misschien iets begint te vertellen dat niet iedereen aangaat, probeer het dan zo te sturen dat je er later nog eens op terugkomt. Je kunt een kind eventueel apart nemen, maar wees hier voorzichtig mee. Individueel spreken met een kind kan om meerdere redenen gevoelig liggen. Ouders willen graag betrokken blijven op hun kind. Vaak is dit omdat zij zich verantwoordelijk voelen. Het kan echter ook zijn dat zij zelf onderdeel zijn van de problematiek van het kind, of niet erkennen waar het kind mee zit. Wees je er ook van bewust dat een kind juist kan terugschrikken van een nadrukkelijk gezocht één op één gesprek en dat pastorale en hulpverlenende gespreksvoering met kinderen echt een vak apart is! Doe wat past bij je rol!

Deze laag gaat dus over individuele aandacht van een leidinggevende aan een kind of thuissituatie van dat kind. Soms kan net dat extra beetje aandacht dat je geeft ervoor zorgen dat problemen niet groter worden. Ook kunnen vlotte signaleringen er juist toe leiden dat verdiepte zorg op tijd aan de orde komt. Verschillende soorten mentormodellen passen ook in deze laag van pastorale zorg.

Als er in de periode van club of zondagsschool basale pastorale zorg ontstaat, is het ook belangrijk om te werken aan een vorm van nazorg als een kind de club of zondagsschool verlaat. Bij persoonlijk voortzetten van zo’n contact moet je weloverwogen te werk gaan. Je kunt een kind bij je thuis uitnodigen, bij jou en je eigen kinderen. Dit moet je echter zelf dan ook trouw volhouden en je kinderen moeten erachter staan. Ga bij een persoonlijke voortzetting van contact altijd helder en transparant te werk om iedere schijn van onzuivere bedoelingen te voorkomen!

Verdiepte pastorale zorg
In de derde laag van pastoraat wordt door predikanten, pastoraal werkers of andere hiervoor opgeleide en toegeruste personen ingegaan op pastorale vragen en noden. Verdiepte pastorale zorg gebeurt alleen in overleg met of op verzoek van ouders en vindt het liefst plaats in de context van het gezin van het kind.

Hoewel je als kinderwerker voornamelijk actief zult ‘herderen’ op de eerste en tweede laag, heb je voor deze verdiepte pastorale zorg een signaalfunctie! Het kan zomaar zijn dat je bij een bepaald kind of een bepaalde thuissituatie een zogenaamd ‘niet-pluis-gevoel’ ervaart. Negeer dit nooit! Spreek eventueel in vertrouwen met een predikant, ambtsdrager of iemand van het jeugdpastoraal team als dat er is. De expertise en of ambtelijke verantwoordelijkheid van de pastores in deze laag, kan van grote waarde zijn. Het kan echter een moeizame stap zijn voor een kind om zijn of haar verhaal opnieuw en aan een nieuw persoon te moeten vertellen.

Specialistische zorg
Bij langdurige problemen van pastorale, psychische, opvoedkundige of lichamelijke aard is doorverwijzing naar specialistische zorg nodig. Pastoraat blijft dan wel. Idealiter werken pastorale zorg en hulpverlening samen. In de praktijk doet kerkelijk pastoraat vaak tijdelijk een stapje terug. Ook wanneer er dergelijke thematieken spelen en de predikant of een ander persoon nauw betrokken is, kun je als kinderwerker je zorgzame houding laten blijken, door bijvoorbeeld af en toe een kaartje te sturen aan een kind dat misschien tijdelijk ergens is opgenomen. Zo laat je zien dat het kind niet vergeten wordt!

Auteur: Laura van der Knijff


Voetnoot
1) Van der Meulen, Zeggen dat er een Herder is, 20.

Bronnen:

  • Meulen, H.C. van der, ‘‘Zeggen dat er een Herder is’ – over de vraag: wat is pastoraat?’ in: Liefdevol oog en open oor. Handboek pastoraat in de christelijke gemeente (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2014).
  • Voet, N.C. van der, ‘‘Op weg door het leven’ – jeugdpastoraat’ in: Liefdevol oog en open oor. Handboek pastoraat in de christelijke gemeente (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2014).
  • Voet, N.C. van der, ‘Kinderpastoraat in de gemeente’ (23 januari 2023).


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ