Bijbelgedeelte: 1 Samuël 15

Context
Saul is ongehoorzaam geweest, hij heeft niet geluisterd naar het bevel van de Heere (1 Samuël 13). Samuël heeft gezegd dat zijn geslacht niet op de troon zal zitten, maar dat de Heere iemand anders zal kiezen die koning mag worden. Hier krijgt Saul een nieuwe kans.

Kerntekst
1 Samuël 15:22 Doch Samuël zeide: Heeft de HEERE lust aan brandoffers en slachtoffers, als aan het gehoorzamen van de stem des HEEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen.

Doelstellingen

De kinderen kennen deze geschiedenis, hoe Saul de opdracht krijgt alle Amelekieten te doden.
Ze beseffen dat het zonde is dat Saul zijn eigen gang gaat en niet doet wat de Heere van hem vraagt.
Zij leren dat de Heere Saul niet langer als koning wil en Zijn handen van hem aftrekt. Ze weten dat de Heere straft als je niet naar Hem luistert.

Zingen
Psalm 15:2; 51:1,6; 130:1,2; 139:13,14
ZB - Welzalig de man die niet wandelt

Geloofsleer

HC vraag 4 - Wat eist de wet van God van ons
HC vraag 10 - De gevolgen van de ongehoorzaamheid aan God

Introductie
Stel je voor: Je moet voor je moeder even een boodschap doen. Als je weg wil gaan, zie je dat er lege flessen staan. Je denkt: ’Die neem ik ook maar mee.’ Je vergeet dat je moeder ze niet zomaar bewaard heeft…
De volgende dag belt er een jongen aan. Hij komt lege flessen halen voor het goede doel. Je moeder had ze voor hem bewaard, maar kan ze nergens meer vinden. Als ze hoort dat jij ze meegenomen hebt, is ze boos. Waarom is ze boos? Kun je dat begrijpen?

Beginzin
Het is donker, het is nacht. Samuël ligt in bed, maar hij slaapt niet.

Vertelschets

Samuël kan niet slapen! Hij voelt zich zo verdrietig. Hij heeft een boodschap van de Heere gehad. Omdat Saul niet geluisterd heeft naar de Heere, mag hij geen koning blijven. De Heere is boos op Saul.
Samuël was eerst boos op Saul geworden. Waarom luisterde hij niet naar de Heere? Waarom heeft hij niet alle mensen gedood? Waarom heeft hij spullen van de vijanden meegenomen?
Jaren geleden hadden de Amalekieten het volk Israël van achteren aangevallen. Dat was heel laf. Ze bleven vijanden van het volk Israël. De Heere had alles gezien en nu had hij het bevel gegeven om alle mensen en dieren te doden. De Heere wilde dat de Amalekieten gestraft werden omdat ze de vijanden van Zijn volk waren.
Samuël vindt het zo erg dat Saul heeft gezondigd, dat hij de Heere verdriet heeft gedaan en dat de Heere nu niet meer wil dat Saul koning blijft.
Als het een beetje licht begint te worden, staat Samuël op. Hij moet Saul gaan vertellen wat de Heere gezegd heeft.
Onderweg wordt hem nog iets verteld. Saul heeft op de berg Karmel een overwinningszuil gemaakt. Ter ere van zichzelf. En daarna is hij naar Gilgal gegaan.
Samuël voelt zich boos worden! Heeft Saul een overwinningszuil opgericht? Gaat het alleen maar om hem zelf? En niet om Gods eer?
Dank jij de Heere als Hij je geholpen heeft? Geef je Hem de eer? De Heere wil dat we Hem de eer geven.
Als Samuël in Gilgal aankomt, loopt Saul hem vriendelijk tegemoet en zegt: ‘Weest gezegend door de Heere, ik heb gedaan wat de Heere gezegd heeft.’
Samuël zegt: ‘Ik hoor schapen en koeien. Hoe kan dat?’ Saul vertelt: ‘Die dieren zijn apart gehouden om de Heere te offeren, maar verder hebben we alle dieren gedood.’
Samuël roept boos: ‘Zwijg! Want ik zal u vertellen wat de Heere deze nacht tegen mij gezegd heeft.’ Saul schrikt, wat zou er komen?
‘Toen u nog niet zo lang koning was, was u heel nederig. U deed wat de Heere aan u vroeg. En de Heere had u nu de opdracht gegeven om alles te doden wat van de Amalekieten was. U mocht niets meenemen. Waarom hebt u dat niet gedaan? Waarom hebt u toch dieren meegenomen?’
Saul verdedigt zich: ‘Maar ik heb toch gedaan wat de Heere heeft gezegd? Ik heb alle Amalekieten gedood, alleen koning Agag heb ik laten leven. En het volk heeft koeien en schapen meegenomen om ze hier in Gilgal te offeren aan de Heere. Het volk heeft ze meegenomen, niet ik.’
Samuël schudt zijn hoofd. ‘Denk jij, Saul, dat de Heere liever offers krijgt, dan dat je luistert naar Zijn bevel? De Heere wil dat je luistert naar Zijn woorden. En omdat je dat niet gedaan hebt, heeft de Heere je verworpen. Je zult geen koning blijven.’
De Heere wil dat we van Hem het meeste houden en dat we doen wat Hij zegt. In de kerk, thuis, op school, op de club hoor je wat de Heere wil. Vraag aan de Heere of Hij je wil helpen. De Heere ziet en hoort wanneer je doet wat Hij van je vraagt. Dat wil Hij zegenen. Maar Hij ziet ook wanneer je niet naar Hem luistert.
Saul kijkt geschrokken naar Samuël. ‘Ik heb gezondigd’, zegt hij. ‘Ik was bang voor het volk en daarom heb ik naar hen geluisterd. Vergeef toch mijn zonden, ga met mij mee terug, aanbid met mij de Heere.’
Maar Samuël schudt beslist zijn hoofd. ‘Nee, ik ga niet met je terug. U hebt niet naar de Heere geluisterd, u vond de opdracht van de Heere niet belangrijk. U hebt de Heere verworpen en nu heeft de Heere u verworpen.’
Dan draait Samuël zich om en loopt weg. Hij voelt dat iemand z’n jas heeft vastgegrepen. Het is Saul. Maar Samuël loopt gewoon door. Kkrrrrr, de jas scheurt en Saul staat met een stuk van de jas in z’n handen.
Samuël stopt en draait zich om. ‘Zo heeft de Heere het koninkrijk van u afgescheurd. Hij heeft het aan iemand gegeven die beter is dan u. En de Heere liegt niet en Hij heeft geen berouw. Hij is geen mens die berouw krijgt over wat Hij gedaan heeft.’
Saul kijkt wanhopig naar Samuël. ‘Ik heb gezondigd.’ Hij smeekt Samuël: ‘Geef mij de eer die mij als koning toekomt. Ga met mij terug, dat ik de Heere aanbid.’
Samuël beseft dat Saul gelijk heeft en gaat met Saul mee. Als Saul gebeden heeft, beveelt Samuël: ‘Breng koning Agag van de Amalekieten hier bij mij.’
Daar wordt Agag gebracht. Hij heeft z’n hoofd omhoog en is helemaal niet bang. ‘Ik hoef niet bang te zijn voor de dood.’ Samuël voelt zich boos worden. Deze man heeft zoveel mensen gedood, hij is een vijand van God en Zijn volk. Samuël zegt: ‘Zoals uw zwaard veel kinderen heeft gedood zodat moeders hun kinderen moesten missen, zo zal uw moeder u moeten missen.’ Dan heft Samuël zijn zwaard omhoog en doodt Agag.
• Samuël gaat naar zijn huis in Rama. Hij had zoveel van koning Saul verwacht, maar er was zo weinig van terecht gekomen.

Slotzin
In zijn hart is verdriet om Saul, omdat hij niet naar de Heere wilde luisteren.

Gespreksvragen
Waarom had Samuël zoveel verdriet over Saul? Denk eens terug aan het verhaal aan het begin; wat heeft dat te maken met deze geschiedenis?
Welke opdracht heeft de Heere aan jou gegeven? Doe jij wat de Heere van je vraagt? Wil je doen wat de Heere zegt en waarom?

Samenvatting
Saul moet van de Heere de strijd aangaan met Amalek, vanwege hun zonde tegen Israël. Alle overlevenden moeten gedood worden. Saul voert de oorlog en overwint. De inwoners van de stad worden gedood, maar de koning en het beste van het vee voeren ze mee. Dan spreekt de Heere tot Samuël dat het Hem berouwt dat Hij Saul koning gemaakt heeft. Samuël zoekt Saul op en wijst hem op zijn zonde. Hij is ongehoorzaam geweest. Ook al wil Saul de dieren gebruiken voor een offer voor de Heere, hij heeft niet naar de Heere geluisterd. Saul krijgt berouw en hij smeekt Samuël voor hem te bidden. Uiteindelijk doet Samuël dat. Agag, de koning van Amalek, wordt alsnog gedood. Samuël heeft Saul al gezegd dat zijn koninkrijk gegeven wordt aan iemand die beter is dan hij.

Vragen