Vertelschets over Hagar en Ismaël

Deze vertelschets gaat over Genesis 16 en hoort bij les C1.10 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.

Bijbelgedeelte: Genesis 16

Context
De Heere heeft Abram de weg gewezen uit Ur der Chaldeeën naar het land Kanaän om daar te gaan wonen. Bovendien heeft de Heere beloofd dat hij een zoon en een heel groot nageslacht zal krijgen. Dit had Hij in Ur al gedaan, maar ook weer toen Abraham net in Kanaän was. Als deze geschiedenis zich afspeelt, wonen Abram en Saraï er al weer tien jaar, maar nog steeds is het beloofde kind niet geboren.

Kerntekst
Genesis 16:2 En Abram hoorde naar de stem van Saraï.

Doelstelling

  • De kinderen leren dat als Gods iets belooft, Hij het altijd doet, maar wel op Zijn tijd.
  • Ze leren dat het goed is te wachten tot de Heere doet wat Hij belooft.

Zingen
Psalm - 62:4; 116:1
ZB - Nooit kan ’t geloof te veel verwachten / Groot is Uw trouw o Heer’

Geloofsleer

  • HC, vraag 104 - Het vijfde gebod
  • NGB, art. 17 - God zoekt naar verloren mensen

Introductie
Mama belooft je dat je een cadeautje krijgt, maar ze zegt er niet bij wanneer. Jij wilt het natuurlijk wel érg graag hebben. Ga je er nu steeds om vragen: ‘Mama, wanneer krijg ik het nou?’ Of denk je: ‘Mama heeft het beloofd. Ik weet zéker dat ik het krijg!’

Beginzin
‘Abram, het duurt zó lang! We wachten nu al zó lang op een kindje. Zou de Heere nog wel weten dat Hij ons een kindje heeft beloofd?’ Verdrietig kijkt Saraï Abram aan.

Vertelschets

  • Abram knikt, ja het is waar. Ze wachten al heel lang op het kind dat de Heere beloofd heeft. Er gebeurt niets. Maar de Heere heeft het toch beloofd?
  • ‘Ik heb een plan bedacht’, zegt Saraï op een dag tegen Abram. ‘Weet je wat je moet doen? Je moet ook mijn dienstmeisje als vrouw nemen. Misschien krijgt zij dan een kind en dat is dan ook eigenlijk mijn kindje.’ Zo gebeurt dat in die tijd wel vaker.
  • Abram denkt na en vindt het ook een goed plan. Ze vergeten aan de Heere te vragen of Hij het ook een goed plan vindt.
  • Vraag jij altijd aan de Heere of het goed is wat je wilt doen?
  • Hagar wordt de tweede vrouw van Abram.
  • Hagar vindt het maar wat fijn als ze met Abram mag trouwen. En als ze dan weet dat ze een kindje zal krijgen, is ze helemaal blij. Trots loopt ze door de tent. Ze voelt zich heel belangrijk, veel belangrijker dan Saraï. Díe krijgt geen kindje, zíj wel.
  • Als Saraï dat merkt, wordt ze verdrietig. Maar ze wordt ook boos! Abram moet er wat aan doen. Hij moet zorgen dat het verandert. Hij moet zorgen dat Hagar weer naar haar luistert, want ze is toch haar dienstmeisje, haar slavin. Zij, Saraï, is de échte vrouw van Abram.
  • ‘Doe maar wat je denkt dat goed is’,zegt Abram. Dát doet Saraï. Ze doet gemeen tegen Hagar. Ze is niet meer aardig tegen haar. Hagar moet maar goed weten dat ze nog steeds alleen maar een slavin is.
  • Hagar vindt het heel erg dat Saraï zo tegen haar doet; ze kan er niet tegen. Ze wil niet langer bij haar blijven. Ze zal weggaan!
    Ze pakt haar spulletjes bij elkaar en dan gaat ze de tent uit. Ze zal naar huis gaan, naar Egypte, waar ze vandaan komt.
  • Ze loopt en loopt. Het zand in de woestijn is zo warm aan haar voeten. Er zijn geen struiken of bomen waar ze in de schaduw uit kan rusten. Het is zo ver, en het is zo heet.
  • Tenslotte komt ze bij een fontein. Heerlijk, hier kan ze een poosje rusten.
  • Maar ineens is er Iemand bij haar! ‘Hagar, dienstmeisje van Saraï!’ Ze schrikt. Er is een Engel, de Heere Zelf, bij haar. Hij weet wie ze is en Hij weet dat ze vlucht om weg te gaan van Saraï. Maar eigenlijk is ze nog steeds Saraï’s dienstmeisje.
  • ‘Waar kom je vandaan? Waar ga je naar toe?’ Nu moet Hagar het wel zeggen: ‘Ik ben weggelopen van Saraï vandaan.’ Zal de Heere begrijpen dat ze niet bij haar kon blijven?
  • ‘Je moet teruggaan naar Saraï en weer naar haar luisteren. Je moet weer bij haar werken.’
  • Hagar luistert. Wat is dat moeilijk.
  • Maar de engel is nog niet uitgepraat. ‘Je krijgt een zoon, Hagar. Weet je hoe je hem moet noemen? Ismaël, want de Heere hoort alles!’ Hagar begrijpt het: De naam die haar kindje krijgt, is Ismaël en dat betekent dat de Heere hoort.
  • De engel zegt nog meer: ‘Ismaël zal heel sterk zijn, zo sterk als een woudezel. Hij zal met anderen vechten, niemand zal hem kunnen verjagen. Hij zal ook een hele grote familie krijgen.’
  • Hagar luistert heel stil naar de engel. Ze is verwonderd dat de Heere haar zo veel goede dingen belooft, want zij was zo trots, en luisterde niet naar hem. ‘U bent de God des aanziens!’ zegt ze dan. Ze zegt het omdat de Heere voor haar zorgt en zij de Heere helemaal niet zocht.
  • Ze drinkt nog wat water uit de put en dan gaat ze weer terug. Heel die lange weg loopt ze terug naar Abram en Saraï.
  • Gehoorzaam jij de Heere ook als Hij iets van je vraagt wat je best moeilijk vindt?

Slotzin
Een poosje later wordt Hagars baby geboren: een jongetje. Ze noemt hem zoals de Heere het zei: Ismaël, want de Heere heeft haar gehoord.

Gesprek
Wat had de Heere beloofd aan Abram en Saraï? Waarom maakte Saraï zelf een plan?
Waarom was dat niet goed?
Wat deed Hagar toen ze wist dat ze een kindje zou krijgen? Hoe liep dat af?
Hoe moest de zoon van Hagar heten? Weet je nog wat die naam betekent?

Samenvatting
Omdat Sarai geen kinderen krijgt, geeft ze haar dienstmaagd Hagar aan Abram. Als Hagar in verwachting raakt, veracht ze Sarai. Sarai vernedert haar en Hagar vlucht vervolgens de woestijn in. Dan ontmoet de Engel des Heeren Hagar. Hij geeft haar de opdracht terug te keren, maar ook krijgt ze de belofte dat ze veel nakomelingen zal krijgen. De zoon die ze zal baren moet Ismaël heten. Hagar noemt de Heere: God des aanziens. Daarom wordt die put Lachai-Roi genoemd. Als Ismaël geboren wordt, is Abram 86 jaar.

Vragen

  1. Wat gebeurt er met Sarai?
  2. Waarom vlucht Hagar weg?
  3. Wat belooft de Engel haar?
  4. Hoe heet de zoon die geboren wordt?


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les C1.10

Alles van

Bijbeluitleg over Genesis 16 - C1.10

10 november 2020
Deze exegese gaat over Genesis 16 en hoort bij les C1.10 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
+
Ontwikkeld door
LCJ

Genesis 16:7a met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les C1.10 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - Hagar en Ismaël

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les C1.10 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 62:4 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les C1.9, C1.10, C1.11, T-B7 en T-B8 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Hagar en Ismaël

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les C1.10 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ
Naar de methodepagina

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!