Vertelschets over Ezau die zijn eerstgeboorterecht verkoopt

Deze vertelschets gaat over Genesis 25:19-34 en hoort bij les B1.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.

Bijbelgedeelte: Genesis 25:19-34

Context
Na Sara’s dood hertrouwt Abraham met Ketura bij wie hij nog verschillende kinderen krijgt. Op de leeftijd van 175 jaar sterft hij. Zijn zoon Izak moet evenals hij zelf lang op de beloofde nakomelingen wachten.

Kerntekst
Gen. 25:11a En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, zijn zoon, zegende.

Doelstellingen

  • De kinderen leren dat het voor een kind van God niet erg is om te sterven omdat er dan een beter leven komt.
  • Ze horen over de waarde en de zin van het gebed.
  • Ze leren dat juist de zwakken vaak door God uitgekozen worden.
  • Ze beseffen hoe erg het is als je een van God gegeven recht (denk aan de doop!) veracht.

Zingen

  • Psalm 5:1,2; 31:1; 105:5; 147:5,6
  • ZB - God is getrouw / ‘k Ben reizend naar die stad
  • UAM - Als God, mijn God maar voor mij is
  • UMK - Ik heb je bij je naam geroepen

Geloofsleer

  • HC vraag 1 - De enige troost in leven en sterven
  • HC zondag 26, 27
  • NGB art. 16 - Over de doop
  • DL 3, 4, 9 en 10 - Van de eeuwige verkiezing van God De schuld van het ongeloof en de genade van het geloof

Introductie
Het is een mooie zondag. Terwijl buiten de zon schijnt, wordt in de dorpskerk een heel klein jongetje gedoopt. Het jongetje beseft helemaal niet wat er gebeurt, maar terwijl het water over zijn hoofdje drupt, zegt de Drie-enige God tegen hem: ‘Ik, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, wil jouw God zijn. Alles wat je in het leven en bij het sterven nodig hebt, wil Ik je geven.’
De jongen wordt groot. Hij vindt het eigenlijk maar niets om naar de kerk te gaan. Wat heeft hij eraan? Waarom hebben zijn ouders hem eigenlijk laten dopen? Als hij achttien jaar is, gaat hij het huis uit met de gedachte: met de kerk en met God wil ik nooit meer iets te maken hebben.
Luister maar heel goed, straks vraag ik wat dit te maken heeft met de vertelling van vanmorgen.

Beginzin
Wie zijn dat, die twee mannen daar? Waarom kijken ze zo verdrietig en wat dragen ze toch? Het zijn Izak en Ismaël, de twee zonen van Abraham. Hun oude vader is gestorven en nu moeten ze hem gaan begraven.

Vertelschets

  • Als Abraham heel oud is geworden, sterft hij. Wel 175 jaar is hij geworden.
  • Zijn twee zonen begraven hem in de spelonk waar ook zijn vrouw Sara al begraven ligt. Normaal kunnen ze
    niet zo goed met elkaar opschieten maar nu hun vader sterft, vinden ze elkaar in hun verdriet.
  • Ook al is Abraham nu gestorven, zijn ziel leeft verder bij God! Kun jij ook sterven? Als je in dit leven de
    Heere zoekt en hem mag kennen, zul je ook na de dood bij Hem mogen zijn. De Heere belooft dat als je
    Hem zoekt, je Hem zeker zult vinden!
  • Na de begrafenis gaat Izak bij de put Lachaï-Roï wonen. Dat is de plaats waar de Heere Hagar vond. En Izak
    merkt dat de Heere Zijn belofte houdt, dat Hij voor hem zorgt.
  • Izak en Rebekka hebben namelijk heel lang op kinderen moeten wachten. Twee jaar, drie jaar, vijf, tien, vijftien jaar. Izak moet denken aan het verhaal van zijn eigen vader en moeder. Zou hij ook zo lang moeten wachten
    op de belofte?
  • Weet je wat Izak doet? Het beste wat je kunt doen met al je vragen en problemen: hij gaat er mee naar God! Samen met zijn vrouw Rebekka bidt hij erom. Niet één keer, niet tien keer, geen honderd keer, maar jaar in jaar uit vraagt hij God om een zoon of dochter. Wel twintig jaar moeten ze erom bidden!
  • God heeft alle gebeden gehoord, maar nu verhoort God dit gebed.
  • Als we Hem vragen wat Hij beloofd heeft, wat goed voor ons is, verhoort de Heere altijd. Blijf bidden, ook als het
    lang duurt.
  • Eindelijk wordt een tweeling geboren. Het zijn twee heel verschillende jongetjes. De oudste is roodkleurig en
    behaard. Daarom wordt hij Ezau genoemd, de Harige. Dat wordt vast een sterke man.
  • Het andere jongetje is kleiner. Het lijkt wel of hij graag de eerste had willen zijn, want hij houdt met zijn kleine
    handje de hiel van zijn broer vast. Daarom wordt hij Jakob genoemd, de Hiellichter. Dat betekent ook: iemand die
    niet zo eerlijk is.
  • Al in de buik voelde Rebekka dat de kinderen ruzie maken. Ze vroeg de Heere om uitleg. God vertelde haar dat
    allebei de kinderen tot een groot volk zullen worden. Maar niet het oudste en sterkste kind zal het grootste volk
    worden, maar juist andersom! De Heere zoekt juist zwakke mensen uit om sterk te maken, zodat Hij de eer krijgt!
  • Denk jij dat je zelf alles kan? Of vertrouw je juist op de Heere die Zijn kracht in jouw zwakheid wil volbrengen?
  • Als ze groter worden, wordt Ezau echt een ‘buitenman’, iemand die van jagen houdt. Jakob is meer een ‘huisman’, hij blijft liever bij de tenten en houdt van koken.
  • Izak trekt Ezau voor omdat die vaak na de jacht wat lekkers voor hem klaar maakt. Rebekka houdt juist veel van
    Jakob die zo graag thuis is.
  • Maar beide jongens krijgen dezelfde opvoeding, horen de verhalen van de schepping en zondvloed, van de beloften van God.
  • Ezau doet het niets, het laat hem koud, maar Jakob beseft dat hij zonder God niet kan leven.
  • Op een dag komt Ezau moe thuis van de jacht. Hij ziet Jakob zitten bij de tent, roerend in een kookpot die boven een vuur hangt. Eten, flitst het door Ezau heen. Hij loopt op Jakob af en zegt: ‘Ik ben moe van de jacht en uitgehongerd.
    Geef mij van dat rode spul.’
  • Jakob antwoordt: ‘Je kunt dit krijgen, als je mij je eerstgeboorterecht geeft.’ Ezau kijkt verbaasd. Wat een vraag. Wat heb je aan een eerstgeboorterecht als je bijna sterft van de honger? Eenmaal zal hij toch sterven. Hij zegt: ‘Je mag het hebben.’ ‘Zweer het mij’, zegt Jakob. Ezau bedenkt zich geen ogenblik en zweert dat Jakob het van hem mag hebben. Even later eet hij de heerlijke linzensoep met wat brood op. Aan de weggegeven rechten denkt hij niet meer.
  • Ezau verkwanselt onverschillig het eerstgeboorterecht aan Jakob. Dit eerstgeboorterecht was niet zo maar iets. Als oudste kreeg je een dubbel erfdeel, maar de Heere wilde daarmee ook Zijn bijzondere zegen geven. Het was een voorrecht, dat Ezau nu zomaar onverschillig afwijst.

Slotzin
Jakob is blij. Nu heeft hij voor een kom soep en wat brood de rechten van de oudste gekregen, de bijzondere belofte van God! Maar Jakob moet nog wel veel leren. Hij kan niet zomaar zelf zijn zaakjes regelen. God zal Zijn beloften op Zijn manier en Zijn tijd vervullen.

Gesprek

  • Denk eens terug aan het verhaaltje uit het begin. Wat hebben de doop en het eerstgeboorterecht met elkaar te maken? Wat heeft God jou beloofd? Hoe krijg je die belofte? Welke voorrechten geeft God jou? Op wie zou jij het liefste lijken: op Ezau of op Jakob? Waarom?
  • Hoe los jij je problemen op?
  • Waarom is het zo belangrijk om na te denken voor je iets belooft?
  • Wat vind je er van dat Jakob om het eerstgeboorterecht vroeg op het moment dat hij wist dat Ezau heel snel ja zou zeggen omdat hij zo’n honger had?

Samenvatting
Izak bidt samen met Rebekka of zij kinderen mogen krijgen van de Heere. God verhoort dit gebed en Rebekka wordt zwanger. De Heere vertelt haar dat zij twee volken in zich draagt en dat de meerdere de mindere zal dienen. Ezau wordt als eerste geboren, hij is rossig en draagt veel haar. Daarna wordt Jakob geboren, die met zijn hand de voet van Ezau vasthoudt. Ezau wordt een goede jager, Jakob blijft meer thuis. Izak houdt van Ezau, vanwege het wildbraad. Rebekka houdt meer van Jakob. Op een dag komt Ezau moe thuis van de jacht, terwijl Jakob net gekookt heeft. In ruil voor het eten verkoopt Ezau zijn eerstgeboorterecht aan Jakob. Hiermee veracht Ezau zijn eerstgeboorterecht.

Vragen

  1. Wat vraagt Izak aan de Heere?
  2. Wie wordt er het eerst geboren? Wat houdt Jakob vast bij zijn geboorte?
  3. Van wie houdt Izak het meest? En Rebekka?
  4. Vindt Ezau het eerstgeboorterecht belangrijk? Hoe merk je dat?


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B1.14

Alles van

Bijbeluitleg over Genesis 25:19-34 - B1.14

10 november 2020
Deze exegese gaat over Genesis 25:19-34 en hoort bij les B1.14 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
+
Ontwikkeld door
LCJ

Puzzel over Jakob en Ezau

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les B1.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Genesis 25:34b met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Niet liegen

10 november 2020
De Heere God houdt van de waarheid. Hij is de Waarheid Zelf! Daarom wil Hij dat wij de waarheid spreken.
+
Ontwikkeld door

Plaatmateriaal - Ezau die zijn eerstgeboorterecht verkoopt

1 oktober 2021
Dit plaatmateriaal hoort bij les B1.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 24:2 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.14 en B1.18 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Ezau verkoopt zijn eerstgeboorterecht

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B1.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ
Naar de methodepagina

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!