Bijbelgedeelte: Lukas 5:17-26

Context
De Heere Jezus leert de mensen eerst vanuit het schip van Petrus. Veel mensen uit allerlei plaatsen komen naar de Heere Jezus toe. Ze willen graag naar Hem luisteren. Ook de Joodse leiders luisteren naar Hem, vooral uit nieuwsgierigheid. In dit gedeelte bewijst de Heere Jezus dat Hij zelfs de macht heeft om zonden te vergeven! Ook Mattheüs en Markus beschrijven deze gebeurtenis.

Kerntekst
Lukas 5:20 En Hij ziende hun geloof, zeide tot hem: Mens, uw zonden zijn u vergeven.

Doelstelling

De kinderen zien dat de Heere Jezus de enige is die echt de zonden kan vergeven.
Ze geloven dat de vergeving het allerbelangrijkste is, ook voor hun leven.
Ze leren dat de Heere alwetend is.

Zingen
Psalm 32:1; 86:5; 99:7; 103:2; 130:2
UMK - O volk, verdwaald, verloren / Heer’, wat wilt Gij dat ik doe?

Geloofsleer
HC vraag 21 - Een waar geloof
HC vraag 56 - De vergeving van zonden.
HC vraag 84 - De verzekering van vergeving.

Introductie
Hoe ziet het dak van jullie huis eruit? Wie weet of dat in de tijd van de Bijbel ook zo was? Hoe zag een dak er dan u

Beginzin
‘Kom op, we zijn er bijna. Nog even volhouden, jongens!’ Bijna zijn ze bij het huis waar Jezus is!

Vertelschets

Hoe lang ligt hij nu al met zo’n slap lijf op bed? De man snapt niet dat zijn vrienden nog steeds naar hem omkijken, hij kan niet eens wat voor hen terug doen. Maar ze brengen hem nu zelfs met bed en al bij de Heere Jezus!
Ja, hij gelooft het zeker! Jezus kan helpen. En gelukkig geloven zijn vrienden dat ook, anders zouden ze niet zoveel moeite voor hem doen. Als hij deze vrienden niet had…
‘Oh, moet je eens kijken wat een mensen! Daar komen we nooit met een bed doorheen!’ Hè, kunnen ze nu niet bij de Heere Jezus komen? Moet de verlamde man zijn hoop toch weer opgeven?
‘Kijk maar, we kunnen nog niet eens bij de deur komen, zoveel mensen staan er buiten te wachten. Niemand wil ons er door laten, wat zullen we doen?’
‘Wacht, als we het nou eens via het dak proberen?’ zegt een andere vriend van de verlamde man. ‘Ja, dat is een goed idee. Dat gaan we doen!’
Aan de zijkant van het huis is een smalle trap. De vrienden dragen hun verlamde vriend voorzichtig naar boven en leggen hem op het dak. ‘Goed luisteren waar de Heere Jezus precies staat, dan maken we op die plaats het dak open.’
Brokken klei wrikken de vrienden tussen de balken vandaan. Af en toe moeten ze ook nog een tak wegtrekken om het gat groter te maken. Dan binden ze aan de vier hoeken van het bed een touw en laten hun vriend door het gat naar beneden zakken.
Daar ligt hij, machteloos. Maar naast hem is Jezus! Hij, die niets kan ligt naast de Man die álles kan!
Jezus kijkt omhoog naar de vier vrienden die op het dak door het gat naar beneden kijken. Hij ziet hoe ze vol vertrouwen wachten op wat gaat gebeuren. Vriendelijk zegt Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden zijn vergeven.’
Ongelooflijk, hier durfde de verlamde man zelfs niet op te hopen! De Heere Jezus neemt eerst de oorzaak van zijn verlamde lichaam weg. Ondanks zijn zonden mag hij een kind van God zijn.
Om zich heen hoort hij gestommel en gefluister. Hij ziet boze gezichten van een paar Schriftgeleerden. Het woord ‘godslastering’ klinkt. Denken de Schriftgeleerden zó over Jezus? Mag Hij dan geen zonden vergeven?
‘Wat denkt u toch over deze dingen? klinkt Jezus’ stem. ‘Zeg het zelf, wat makkelijker is. Tegen de verlamde te zeggen: uw zonden zijn vergeven, of te zeggen: sta op, pak uw bed op en ga naar huis?’
Even is het heel erg stil. De vier vrienden op het dak kijken vol geloof naar beneden.
‘U moet weten dat de Zoon des Mensen op aarde de macht heeft om de zonden te vergeven, daarom moet u nu goed luisteren.’ Tegen de verlamde man zegt Jezus: ‘Ik zeg: Sta op, pak uw bed en ga naar uw huis!’
Precies op dat moment voelt de man weer de kracht in zijn lichaam. Hij kan weer bewegen! Wat een wonder! Meteen staat hij op van zijn bed en loopt!
In zijn hart is alleen maar blijdschap. De Heere heeft hem eerst verlost van zijn zonden en daarna ook nog zijn lichaam beter gemaakt. Hij kan nu helemaal zelf lopen.

Slotzin
Hij rolt zijn matrasje op en loopt naar de deur. Om zich heen hoort hij verbaasd fluisteren: ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien! Wat is God groot!’

Gesprek
Zulke wonderen gebeurden toen Jezus op aarde was. Maar kun je nu ook nog iemand bij de Heere Jezus brengen? Hoe dan? Wie breng jij bij de Heere Jezus? Denk je dat er anderen zijn die jou bij de Heere Jezus brengen? Wie?
Geloof jij dat de Heere God alles kan?
Wat vind je een groter wonder: het vergeven van de zonden of het genezen van die zieke man? Waarom? Heb jij ook vergeving nodig? Waarom?
Zeg en zing jij het mee: ‘Wat is God groot!’?

Samenvatting
Uit allerlei plaatsen zijn farizeeën en schriftgeleerden gekomen om te luisteren naar de Heere Jezus. Het hele huis is vol mensen. Een paar mannen willen hun verlamde vriend bij de Heere Jezus brengen. Ze dragen hem op een bed mee, maar kunnen niet tussen de mensen door naar binnen. Ze klimmen omhoog over de trap die naast het huis is, halen wat tegels van het dak weg en laten de stevige mat aan vier touwen zakken. De Heere Jezus vergeeft de verlamde eerst zijn zonden. Hij weet dat de farizeeën en schriftgeleerden vinden dat Hij God lastert. Om hun te laten zien dat Hij macht heeft om de zonden te vergeven, geneest hij de man. Deze verheerlijkt God; diep onder de indruk zeggen de mensen dat ze iets ongelooflijks hebben gezien.

Vragen