Bijbelgedeelte: Handelingen 1:15-26

Context
De Heere Jezus is na Zijn opstanding aan Zijn elf overgebleven discipelen verschenen; Judas heeft zichzelf van het leven beroofd. Nadat de Heere in aanwezigheid van Zijn discipelen naar de hemel terug is gegaan, gaan de volgelingen van de Heere Jezus terug naar Jeruzalem. Daar moeten ze blijven totdat ze de Heilige Geest zullen ontvangen. Op één van deze dagen gebeurt het dat er een ‘nieuwe’ discipel gekozen wordt.

Kerntekst
Handelingen 1:20 Een ander neme zijn opzienersambt.

Doelstellingen

• De kinderen horen hoe de Schrift vervuld wordt.
• Zij leren daarbij dat het apostelambt een bijzonder ambt is.

Zingen

• Psalm 2:7; 109:4; 121:1; 134:3; 135:1
• ZB - Wees ook jij een discipel / Laat mij zijn een instrument / ‘k Stel mijn vertrouwen

Geloofsleer

• NGB art. 30 - De regering van de kerk
• NGB art. 31- De ambtsdragers
• Formulier - Bevestiging ambtsdragers

Introductie
Wie weet wat een apostel is? Hoe kwam het dat er maar elf apostelen overbleven?

Beginzin
Het is vol in de zaal waar de apostelen zijn. Veel volgelingen van de Heere Jezus zijn bij elkaar gekomen. Het wordt stil als de apostel Petrus opstaat en het woord neemt.

Vertelschets

• De elf overgebleven discipelen – apostelen – zijn, zoals gewoonlijk, samen gekomen. Het is Petrus die tijdens een samenkomst met vele andere volgelingen van de Heere Jezus, het woord neemt. Hij opent daarbij het Woord van God en spreekt over de lege plaats die er in de discipelkring gekomen is. Petrus laat zien dat de Heere Zelf door de woorden van David in Psalm 69 en Psalm 109 voorzegd heeft dat dit verraad van Judas komen zou. Judas, de discipel die ook deel uitmaakte van de uitverkoren apostelen en dagelijks in de nabijheid van de Heere Jezus verkeerde.
• De Schrift is in Judas vervuld. Zo betrouwbaar is het Woord van God! Wat Hij vertelt en belooft, komt zeker. Petrus vertelt hoe het met Judas gegaan is, om duidelijk te maken dat dit past bij wat al honderden jaren daarvoor was voorzegd. Voor het verradersloon is een akker gekocht en heel Jeruzalem weet langzamerhand met welk geld deze akker gekocht is. Zo heet deze akker een bloedakker, omdat door het verraad het onschuldige bloed van de Heere Jezus gevloeid heeft.
• Petrus gaat verder. In Psalm 109 staat, zo zegt hij, dat een ander de taak van Judas moet overnemen. ‘Een ander neme zijn opzienersambt.’ Er moet dus een nieuwe apostel komen. Iemand die ook de Heere Jezus heeft gehoord en heeft gezien welke wonderen Hij deed. Iemand die meegemaakt heeft dat Hij gekruisigd is, gestorven en opgestaan.
• Wanneer Petrus klaar is met zijn toespraak en hij uitgelegd heeft dat er een nieuwe apostel moet komen, gaan de elf apostelen aan het werk. Ze gaan na wie er apostel zou kunnen worden en er worden twee mannen gevonden. Het zijn Jozef, een andere naam van hem is Bársabbas, die de bijnaam Justus, rechtvaardige, draagt. Iemand die heel goed bekend staat onder de mensen. De ander is Matthias en van hem is verder niet veel bekend.
• ‘Laten we eerst bidden tot God om Zijn leiding’, zeggen de apostelen tegen elkaar. Ze weten dat de Heere het zal besturen als ze het lot werpen. Ze weten hoe belangrijk het is dat ze de juiste man kiezen. En zij zien immers alleen maar de buitenkant, maar de Heere kent ieder mens, ook van binnen.
• Doe jij dat ook, bidden tot God, de Almachtige, als je iets van plan bent om te gaan doen? Vraag je of Hij je de weg wil wijzen, of Hij je wil leiden?
• Dan werpen ze het lot. Wie zal apostel worden? Ze zien het al meteen: Matthias is aangewezen.
• Dankbaar aanvaarden ze dat Matthias apostel zal worden. God Zelf heeft hem uitgekozen en aangewezen.

Slotzin
Zo zorgt de Heere er Zelf voor dat het werk in Zijn Koninkrijk doorgaat. Telkens opnieuw roept Hij mensen tot Zijn dienst. Dat doet Hij nu nog steeds.

Gesprek

• Wat leer je uit deze geschiedenis? Hoe worden in onze kerken mensen tot ouderling of diaken gekozen? Wie kiest hen eigenlijk: mensen of God (betrek hierbij de eerste vraag uit het Formulier)? Hoe kun je dominee worden? Waarom is het goed om voor deze mensen te bidden? Je kunt met de kinderen (afhankelijk van de groep) ook Psalm 41:10, Psalm 69 en Psalm 109:8 bespreken.

Samenvatting
Terwijl ongeveer honderdtwintig personen bij elkaar zijn om te bidden, staat Petrus op. Hij zegt dat de Heilige Geest door de mond van David -in Psalm 41 en 69- het verraad van Judas en zijn vreselijk einde al voorzegd heeft. Het is nodig dat iemand de plaats van Judas inneemt. Het moet iemand zijn die de omwandeling van de Heere Jezus op aarde, net als de andere discipelen, van heel nabij heeft meegemaakt en mede getuige kan zijn van Christus' opstanding. Er wordt een tweetal gekozen: Jozef (die ook wel Barsabas of Justus genoemd wordt) en Matthias. Na een gebed om Gods leiding, werpen ze het lot en wordt Matthias aangewezen.

Vragen

1. Wat deed Judas nadat hij de Heere Jezus had verraden?
2. Wat zei Petrus waardoor wij weten dat de Heere regeert en dat alles gebeurt zoals Hij wil?
3. Wat doen de discipelen om er een nieuwe apostel bij te krijgen?
4. Wat leer je uit deze geschiedenis over de verantwoordelijkheid van de mens en de leiding van God?