Bijbelgedeelte: Handelingen 18:1-22

Context
Paulus is nog steeds met zijn tweede zendingsreis bezig. Via verschillende plaatsen is hij in Athene gekomen. Op de Areópagus heeft hij aan de filosofen van Athene de noodzaak van geloof en bekering verkondigd. Dit riep spot en uitstelgedrag op. Maar er kwamen ook mensen tot geloof! Paulus vertrekt uit Athene en komt in Korinthe. Hij ontmoet Áquila en Priscilla, gelovige Joden uit Rome. Nadat Paulus lange tijd in Korinthe gewerkt heeft, vertrekt hij en komt via Éfeze in Jeruzalem.

Kerntekst
Handelingen 18:9-10 En de Heere zei tot Paulus door een gezicht in de nacht: Zijt niet bevreesd, maar spreek, en zwijg niet; want Ik ben met u, en niemand zal de hand aan u leggen om u kwaad te doen; want Ik heb veel volk in deze stad.

Doelstellingen

De kinderen horen hoe Paulus werkzaam is in Korinthe, onder zowel Joden als heidenen. Ze horen van tegenstand en Gods bemoediging.
De kinderen denken na over het verwerpen van het Evangelie door de Joden en dat daardoor de heidenen het mogen horen.

Zingen

Psalm 3:3; 116:9, 10, 11; 119:32, 35, 45; 138:2, 3; 147:1, 10
ZB - Abba Vader, U alleen / Er komen stromen van zegen / Looft den Heere, alle gij volken

Geloofsleer

HC zondag 12 - Christus en de christen
HC zondag 31 - De sleutelen van het hemelrijk
NGB art 34 - De heilige doop
DL 3/4, 6-11 - Het Evangelie als middel tot geloof

Introductie
De Joden mogen als eersten het Evangelie van de zaligheid in Jezus Christus horen, daarom gaat Paulus tijdens zijn zendingsreizen altijd eerst naar hen. Maar daarna gaat hij ook naar de heidenen, vaak als de Joden het Evangelie verwerpen. Dat blijkt ook in dit hoofdstuk. Bespreek met de kinderen of zij Joden kennen en hoe christenen met hen moeten omgaan. Wat zegt de Bijbel over de verhouding tussen Joden en christenen, welke beloften liggen er nog voor hen (zie o.a. Romeinen 11)?

Beginzin
Daar gaat Paulus weer, steeds maar verder op reis. Athene en de Areópagus liggen alweer kilometers achter hem. Bijna twee dagen is Paulus onderweg en nu ziet hij in de verte de stad Korinthe liggen. Dat is het doel van deze tocht, daar mag hij nu het Evangelie brengen. Wat zal de reactie van de mensen zijn? Geloof, hoopt Paulus!

Vertelschets

Terwijl Paulus daar in de stad is, ontmoet hij een gelovige Jood, Áquila. Waarschijnlijk had Paulus geld nodig en heeft hij zijn oude beroep als tentenmaker weer opgepakt. Ook Áquila is tentenmaker, daarom gaat Paulus bij hem en zijn vrouw Priscilla wonen. Zij zijn uit Rome vertrokken, op bevel van keizer Claudius.
Verkondigt Paulus dan het Evangelie niet meer? Jawel hoor! Op de sabbatten gaat Paulus naar de synagoge. Jood en heiden spoort hij aan om te geloven.
Als Paulus enige tijd in Korinthe is, komen Silas en Timótheüs. Wat is Paulus blij met hun komst! Nu hoeft hij niet langer meer te werken, want ze hebben geld bij zich vanuit Macedónië. Nu kan hij doorgaan met het verkondigen van het Evangelie. Paulus doet niets liever, hij wordt door de Geest aangespoord om te preken. Vanuit de Schriften (het Oude Testament) laat hij zien dat Jezus de beloofde Messias is.
Maar, wat een verdriet. De Joden willen helemaal niet geloven in de Heere Jezus, ze moeten niets van Hem hebben. Wat erg hè?! De Joden horen het Evangelie en toch willen ze niet geloven.
Kijk eens, wat doet Paulus nu? Hij staat op, klopt zijn kleren af en gaat weg. Luister, hij zegt ook iets: 'Uw bloed zij op uw hoofd, ik ben er rein van.' Paulus heeft zijn best gedaan om mensen tot geloof te brengen, maar het is hun eigen verantwoordelijkheid dat ze zijn boodschap verwerpen. Paulus kan vrijuit gaan.
Wat gaat Paulus nu doen? Moedeloos neerzitten? Stopt hij met preken? Nee, gelukkig niet! Hij gaat naar de heidenen, ook zij mogen het Evangelie horen. Zo hebben uiteindelijk ook wij de Bijbel gekregen. Geloof je in de Heere Jezus Christus als jouw Redder? Dat is Gods genade, maar ook jouw verantwoordelijkheid.
Gelukkig zijn er mensen die geloven! Paulus ontmoet Justus, hij woont naast de synagoge. Hij gelooft met heel zijn huis, al deze mensen worden gedoopt. God gaat door met Zijn werk. God gaat Paulus daarover bemoedigen.
Het is nacht, Paulus ligt op bed. Dan komt daar opeens een droom van God. 'Paulus, wees niet bevreesd, maar spreek en zwijg niet. Want Ik ben met u, niemand zal de hand aan u leggen om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad.'
God belooft het, Hij heeft veel mensen in de stad Korinthe die in Hem zullen gaan geloven. Daarom moet Paulus doorgaan met de prediking! Daarom horen ook wij het Evangelie nog, God wil dat mensen zalig worden!
Dat doet Paulus, dag in dag uit spreekt hij mensen aan en vertelt ze over Jezus. Eén jaar en zes maanden is Paulus al in Korinthe. Zo lang is hij nog nooit ergens anders geweest.
Maar... dan komt er ook hier tegenstand. Er komt een nieuwe stadhouder, Gállio. De Joden grijpen hun kans. Ze zijn die Paulus meer dan zat, het moet nu maar eens klaar zijn! Ze nemen Paulus mee naar de stadhouder, in de hoop dat hij Paulus het zwijgen zal opleggen.
Luister maar naar hun aanklacht: 'Deze man probeert mensen over te halen om een andere God te dienen, wat niet is volgens de Romeinse wetten.'
Paulus wil zich verdedigen. Hij wil vertellen waarom hij preekt over Jezus. Maar hij krijgt er niet eens de kans voor. Gállio is hem voor. 'Wat heb ik hiermee te maken? Het gaat jullie godsdienst aan, zoek het zelf maar uit.' Gállio wil er niets mee te maken hebben, hij stuurt ze allemaal weg.
Kijk eens, wat er dan gebeurt! Ruw wordt een man beetgepakt en voor de rechterstoel van Gállio in elkaar geslagen. Het is Sósthenes, de overste van de synagoge. Waarom doen deze mannen dit? Ze haten de Joden, met hun vreemde gewoonten. Een diepe haat tegen het volk van God komt hier openbaar.
Gállio, hij laat het allemaal voor wat het is. De stadhouder neemt zijn verantwoording om in te grijpen niet.
Paulus blijft hierna ook nog langere tijd in Korinthe. Maar dan breekt toch het moment van vertrek aan. Hij wil naar Jeruzalem, daar wordt binnenkort feest gevierd.
Voordat hij per schip naar Éfeze vertrekt, laat hij zijn hoofd scheren. Paulus heeft een belofte gedaan. Misschien dat hij daarom naar Jeruzalem moest, om de belofte in te lossen. Samen met Áquila en Priscilla vertrekt hij.
In Éfeze bezoekt Paulus de gemeente. Lang kan hij niet blijven, hoewel de gemeente van Éfeze dat graag zou willen. Áquila en Priscilla blijven wel achter. Paulus belooft zo God het wil terug te komen.

Slotzin
Via Cesaréa komt Paulus weer terug in Jeruzalem, zijn tweede zendingsreis is voorbij. Wat heeft hij veel meegemaakt. Tegenstand, verwerping en ongeloof. Maar ook: wonderen, bemoedigingen en geloof! De verkondiging van het Woord is doorgegaan, want God heeft veel volk in deze wereld!

Gesprek

Gállio trok zich er niets van aan, toen de overste van de synagoge in elkaar geslagen werd. Dit is een vorm van antisemitisme (haat tegen Joden). Hoe is dat op andere momenten in de geschiedenis naar voren gekomen? Waar zou het vandaan komen?
Tijdens zijn zendingsreizen ondervindt Paulus tegenstand; Joden moeten niets van hem hebben en heidenen soms ook niet. Maak jij ook wel eens mee dat je bijvoorbeeld uitgescholden wordt omdat je naar de kerk gaat, of omdat je bidt voor je eten? Wat of wie kan je daarin helpen?
Paulus had een gelofte gedaan aan God en liet daarom zijn hoofd kaal scheren. Misschien moest hij daarom ook wel naar Jeruzalem. Doe jij ook wel eens beloften aan God? Wat voor beloften? Kom je ze ook na?

Samenvatting
Van Athene vertrekt Paulus naar Korinthe. Daar mag hij overnachten bij Aquila, een christen die uit Rome is gevlucht. Ook hij is tentenmaker, net als Paulus. Als Silas en Timotheüs komen, vertellen ze overal het Evangelie. De Joden beginnen te lasteren en voortaan spreekt Paulus in het huis van Justus, naast de synagoge. De synagogeleider, Crispus, wordt met zijn hele familie christen. Vele heidenen komen tot geloof en worden gedoopt. Anderhalf jaar blijft hij er Gods Woord vertellen. Als Gallio stadhouder wordt, klagen de Joden Paulus aan, maar Gallio bemoeit zich er niet mee. Na enige tijd vertrekt Paulus met Aquila en Priscilla naar Antiochië. Onderweg laat hij hen in Efeze achter en vertrekt zelf naar Jeruzalem.

Vragen