Bijbelgedeelte: Handelingen 1:4-14

Context
Niet alleen Maria Magdalena heeft de Heere Jezus gezien na Zijn opstanding. Ook aan Petrus en de andere discipelen verschijnt de Heere Jezus. Op een nacht staat Hij plotseling tussen Zijn discipelen. Hij laat hen zien dat Hij het werkelijk Zelf is. Dan onderwijst de Heere Jezus hen in het geloof en bestraft de discipelen om hun ongelovigheid in Zijn opstanding. Hij had immers voorzegd dat Hij de derde dag zou opstaan. Ook moeten de discipelen het Evangelie aan andere volken vertellen. Zoals de Vader de Heere Jezus heeft uitgezonden, zo zendt Jezus hen nu uit en als teken daarvan blaast Hij op hen en zij ontvangen de gave van de Heilige Geest.

Kerntekst
Handelingen 1:11 Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren.

Doelstellingen

De belofte van de komst van de Heilige Geest wordt aan de kinderen verteld.
De discipelen krijgen de opdracht om te getuigen van de Heere Jezus. Wij moeten dat ook!
De kinderen horen dat de Heere Jezus zal terugkomen.
Ze beseffen dat het nodig is om aanhoudend te bidden om de Heilige Geest.

Zingen

Psalm 24:4,5; 47:3,4; 68:9; 110:1,2
UMK - Na de dag van Hemelvaart / Elf mannen staan bijeen
ZB - Op bergen en in dalen / Majesteit, groot is Zijn majesteit

Geloofsleer

HC zondag 18 - De hemelvaart van Christus
HC zondag 48 - De komst van Gods Koninkrijk

Introductie
Jitske kijkt stilletjes om zich heen. Papa en mama zitten met een verdrietig gezicht op een stoel. Ze hebben geen aandacht voor haar en haar broertjes. Jelmer is de enige die nergens erg in heeft. Vrolijk rijdt hij zijn autootjes over de vloer. Als Jitske mama’s rode ogen ziet, springen de tranen ook in haar ogen. Opa is gestorven. Nu zal hij nooit meer aan haar haren trekken en zeggen: ‘Je bent mijn grote Jits!’ Ze kan niet meer achter op de fiets met hem mee naar de kinderboerderij. Ineens glimlacht ze, mama heeft gezegd dat opa nu in de hemel is. En dat is heerlijk, al missen zij hem heel erg.

Beginzin
De Heere Jezus is juist opgestaan uit de dood en Hij zal nooit meer sterven! Maar hij gaat wel weg van Zijn discipelen. En toch, toch blijft Hij voor hen zorgen… luister maar.’

Vertelschets

De discipelen kijken naar de Heere Jezus. Op hun gezichten is een blijde glans; wat zijn ze blij dat Hij bij hen is! Het is nu alweer 40 dagen geleden dat de Heere Jezus is opgestaan en wat heeft Hij hen nog veel geleerd! Met Zijn discipelen loopt de Heere Jezus naar de Olijfberg. Nu zegt Hij ook weer iets belangrijks! Ingespannen luisteren ze naar Hem.
‘Jullie moeten in Jeruzalem blijven’, zegt de Heere Jezus, ‘en biddend wachten op de dingen die Mijn Vader in de hemel heeft beloofd. Want Hij heeft beloofd dat de Heilige Geest zal komen. Johannes de Doper heeft gedoopt met water, maar jullie zullen gedoopt worden met de Heilige Geest en het zal niet lang meer duren na vandaag.’
Verbaasd kijken de discipelen elkaar aan. Ze begrijpen niet goed wat de Heere Jezus zegt over het komen van de Heilige Geest. Zal de Heere Jezus nu in Israël Zijn koninkrijk krijgen? Een koninkrijk waarin het nog heerlijker is dan het koninkrijk in de tijd van David en Salomo? Waarin er geen oorlog en verdriet meer is? En geen Romeinen die de baas in hun land zijn? En dan zegt een van hen: ‘Heere, zult U nu in Israël het Koninkrijk weer oprichten?’
De Heere Jezus kijkt naar Zijn discipelen. ‘Jullie hoeven helemaal niet te weten wanneer dat is. Dat weet alleen God de Vader.’ De Heere Jezus bedoelt dat wij niet hoeven te weten wanneer Hij terug komt. Dat weet alleen God, Zijn Vader. Maar wat is het belangrijk dat wij Hem echt kennen, als Hij terug komt. We moeten dan wel weten dat al onze zonden in het bloed van de Heere Jezus gewassen zijn. Dan is de dag dat Hij terug komt een gelukkige dag.
‘En’, gaat de Heere Jezus verder, ‘er is iets anders dat veel belangrijker is. Jullie zullen de kracht van de Heilige Geest ontvangen. En dan moeten jullie van Mij gaan vertellen. Eerst in Jeruzalem en dan in Judea en Samaria en zelfs tot aan het einde van de aarde.’ Overal heen, op heel de wereld, moet over Hem gesproken worden.
Ondertussen staan ze op de Olijfberg. De discipelen kijken naar de Heere Jezus. Dan zien ze dat de handen van de Heere Jezus omhoog gaan. Hij zegent hen. Maar wat is dat? De voeten van de Heere Jezus komen los van de aarde. Zien ze het wel goed? De Heere Jezus gaat omhoog naar de hemel! Steeds hoger en hoger gaat Hij, Zijn handen nog steeds over hen uitgestrekt. Hij is de volmaakte Hogepriester!
En dan is er opeens een wolk en zien ze de Heere Jezus niet meer. Ook de wolk wordt steeds kleiner en kleiner en dan zien ze niets meer. Helemaal stil blijven de discipelen naar boven staren. Wat een wonder! De Heere Jezus is nu echt in de hemel.
‘Mannen uit Galilea!’ horen ze opeens naast zich. Geschrokken kijken ze opzij. Daar staan twee mannen in witte kleren! Het zijn engelen, dienstknechten van de Heere Zelf! ‘Wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus Die naar de hemel is gegaan, zal op dezelfde manier terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.’
De Heere Jezus is nu in de hemel en bidt daar voor Zijn volk. Maar eenmaal zal Hij terugkomen, en dan mag Zijn volk voor altijd bij Hem zijn. Maar alle mensen die niet in Hem geloven, zullen veroordeeld worden en de straf zelf moeten dragen.
Opnieuw kijken de discipelen elkaar aan. Verdrietig? Nee, dat zijn ze niet. De Heere Jezus is niet echt weg. Hij is in de hemel en regeert daar. En Hij komt terug!
Dan gaan de discipelen terug naar Jeruzalem. Daar gaan ze naar een grote zaal; misschien wel dezelfde als waar de Heere Jezus het Pascha met hen vierde en het Heilig Avondmaal heeft ingesteld.
Kijk eens, in deze zaal zien we de discipelen zitten: Petrus en Jakobus, Johannes, Andreas, Filippus, Thomas, Bartholomeüs, Mattheüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, Simon Zelotes en Judas, de zoon van Jakobus. Maar er zijn ook anderen bij! De vrouwen die ook naar het graf zijn gegaan en Maria Magdalena en de moeder van de Heere Jezus en zelfs de broers van de Heere Jezus!
Ze bidden. Ze bidden voortdurend of de Heilige Geest wil komen. Zonder Hem kunnen ze niet aan andere mensen over de Heere Jezus vertellen. Daar hebben ze de kracht van de Heilige Geest voor nodig. Allemaal!

Slotzin
En jij? Heb jij ook de Heilige Geest nodig in je leven?

Gesprek

Waarom kon de Heere Jezus niet op de aarde blijven? Waarom was de Heilige Geest echt zo nodig? En heb jij de Heilige Geest ook nodig? Waarom? Wat doet de Heere Jezus nu in de hemel? En zie je ernaar uit dat de Heere Jezus terugkomt? Waarom? Eigenlijk was Jitske blij en verdrietig tegelijk. Hoe kan dat?

Samenvatting
Vlak voor Zijn vertrek naar de hemel zegt de Heere Jezus tegen Zijn discipelen dat ze in Jeruzalem op de belofte van de Vader, de gave van de Heilige Geest, moeten wachten. De discipelen vragen of de Heere in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer zal oprichten. Jezus antwoordt dat het hun niet toe komt dat te weten. Maar ze zullen de kracht van de Heilige Geest ontvangen en Zijn getuigen zijn, niet alleen in Jeruzalem maar in heel de wereld. Daarna vaart de Heere Jezus op naar de hemel en wordt door een wolk onttrokken aan hun ogen. Twee engelen vragen hun waarom ze omhoog kijken. De Heere Jezus zal op dezelfde manier terugkomen. De discipelen keren terug naar Jeruzalem en bidden samen met enkele vrouwen en Jezus' broers volhardend om de komst van Gods Geest.

Vragen

Wat vragen de discipelen aan de Heere Jezus?
Wat is Zijn antwoord?
De Heere Jezus zal net zo terug komen als Hij opgevaren is naar de hemel. Wat betekent dat voor jou?
Waarom moeten de discipelen bidden om de Heilige geest? Jezus beloofde Die toch te schenken?

naar overzichtspagina