Bijbelgedeelte: Johannes 5:1-15

Context
Nadat de Heere Jezus de zoon van de koninklijke hoveling gezond heeft gemaakt in Galilea, vertrekt hij naar Jeruzalem voor een feest. In Jeruzalem ligt Bethesda. Bethesda betekent ‘huis van barmhartigheid’.

Kerntekst
Johannes 5:14 Zie gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede.

Doelstellingen

De kinderen horen over de ellendige gevolgen van de zondeval en Gods genezende kracht.
Ze leren dat de Heere Jezus alle macht heeft over ziekte en zonde, ook in onze levens.

Zingen
Psalm 32:5; 103:1,2 en 5; 116:10 en 11; 142:2
UMK Jezus wandelt door de straten / Er was een man die niet genas / Voor al Uw goede gaven Heer’

Geloofsleer

HC vraag 12, 18 - Straf en verlossing
HC vraag 86, 91 - Goede werken

Introductie
Schrijf op een bord de woorden ‘Ziek’ en ‘Gezond’. Vraag aan de kinderen wat deze woorden betekenen. Wanneer ben je ziek en wanneer ben je gezond? Kun je dit zien aan iemand? Ken je misschien iemand die heel ziek is? Bid je daar wel eens voor? Vraag vervolgens aan de kinderen: Kun je ook nog op een andere manier ziek zijn? (En eventueel aanvullend: Als je de Heere niet kent?) Hoe kun je dan gezond worden?

Beginzin
Wat duurt het wachten lang! Ingespannen kijken de zieke mensen naar het water. Zien ze al iets bewegen? Zou de engel vandaag weer komen om het water aan te raken? Want als de engel komt… dan moeten ze vlug zijn, dan moeten ze de eerste zijn in het water! De allereerste, die wordt beter!

Vertelschets

Terwijl er zoveel mensen wachten in de vijf zalen om het water, ligt er daar ook een zieke man. Hij ligt al achtendertig jaar in Bethesda, bij de Schaapspoort in Jeruzalem. Hij kijkt niet meer gespannen naar het water. Nee, hij heeft toch niemand die hem naar het water kan brengen. Hij heeft vaak genoeg gezien dat het water ging bewegen en de engel kwam. En dat een andere zieke door familie naar het water werd gedragen of gebracht. Een blinde of een kreupele. En dat de eerste die in het water kwam gezond werd. Wat had hij dat ook graag gewild! Maar hij heeft niemand. Hij ligt alleen, al zo lang!
Plotseling hoort hij een stem boven zich: ‘Wilt u gezond worden?’ Hij kijkt naar de Man Die tegen hem praat. Wat bijzonder. Die Man kijkt naar hem! Naar hem? ‘Heere’, zegt hij, ‘ik heb niemand die mij in het water kan werpen, als het water gaat bewegen. En als ik het probeer, dan is een ander eerder in het water dan ik.’ Hij kijkt nog eens goed naar de Man boven zich. Zou deze Man hem dan willen helpen?
Opnieuw klinkt de stem van de Man: ‘Sta op! Neem je slaapmat op en wandel!’ Die woorden klinken als een bevel! De zieke man voelt kracht door zijn hele lichaam. Dit heeft hij achtendertig jaar niet gevoeld! Hij komt overeind en pakt zijn mat op. Wat een wonder. Hij is gezond! Die Vreemdeling heeft hem gezond gemaakt; niet door het badwater van Bethesda, maar door Zijn eigen woorden. Alleen… hij ziet de Man al niet meer… En het is ook zo druk!
Dan schrikt hij. Voor hem staan belangrijke mensen. Het zijn Farizeeën. Wat kijken ze boos naar hem! Zijn ze dan niet blij dat hij weer gezond is? Ze wijzen naar zijn slaapmat en zeggen streng: ‘Het is vandaag sabbat, u mag geen slaapmat dragen!’ De man kijkt naar de Farizeeën. Daar heeft hij nog geen ogenblik aan gedacht. Maar… ‘De Man Die mij gezond heeft gemaakt, heeft tegen mij gezegd: ‘Neem uw slaapmat op, en wandel.’
Weer kijken de Farizeeën boos naar de man. ‘Wie is dat dan geweest?’ vragen ze. De man kijkt hen aan: ‘Dat weet ik niet, Hij was al weg voor ik Hem kon bedanken. Het is hier zo druk…’
Niet veel later loopt de man over het tempelplein. Wat een geluk! Hij is gezond! Eigenlijk kan hij het nog steeds niet goed begrijpen. Na achtendertig jaar weer gezond! Dan ineens, ziet hij weer de Man Die hem gezond heeft gemaakt. En die Man kijkt ook naar hem! Die Man komt zelfs naar hem toe…
‘U bent gezond geworden. Maar zondig niet meer, zodat er niet iets ergers met u gebeurt’ klinkt Zijn stem. Dan is de Man weer verdwenen. Nadenkend kijkt de genezen zieke hem na. De Man heeft hem gewaarschuwd om niet meer te zondigen, anders zal hij zwaarder gestraft worden dan zijn achtendertig jaar ziek zijn. Snel vraagt hij aan mensen om hem heen: ‘Wie is die Man?’
Weet jij Wie deze Man is? Wie alleen heeft alle macht om ziekten te genezen? Wie alleen kan helpen als niemand anders meer helpen kan? Geloof je dat?
‘Jezus’, klinkt het. De man gaat gelijk naar de Farizeeën toe. Nu zal hij hen gaan vertellen wie zijn Genezer is! Wat een groot wonder heeft de Heere Jezus in zijn leven gedaan!
De Farizeeën zijn boos op de Heere Jezus. Nu heeft Hij alweer een wonder gedaan, en wel op de sabbat! Ze zullen Hem gevangen nemen en doden…
Merk je dat verschil? De man is blij en dankbaar. De Farizeeën zijn boos.

Slotzin
En jij? Wil je ook niets van de Heere Jezus afweten? Of heeft de Heere Jezus jou ook al gezond gemaakt en ben je Hem dankbaar?

Gespreksvragen
Waarom kwam Jezus in Bethesda? Welk wonder deed hij?
Waarom waarschuwde de Heere Jezus de man om niet weer te zondigen?
Heb jij ook de Heere Jezus nodig? Waarom? Hoe kan Hij ook jou helpen?

Samenvatting
Er is een feest van de Joden. De Heere is in Jeruzalem. Hij ziet een verlamde man liggen bij het badwater van Bethesda. De man wacht al achtendertig jaar totdat hij een keer in het water kan komen. Dit water wordt van tijd tot tijd beroerd door een engel. Als je er dan in kunt komen, ben je genezen. De Heere vraagt of de man gezond wil worden. Dat wil de man, maar hij kan niet bij het water komen. De Heere zegt hem dat hij zijn ligmat op moet pakken en moet gaan lopen. De man is genezen! De Joden zien de man lopen met zijn ligmat en berispen hem omdat het sabbat is. Later komt hij de Heere tegen in de tempel, waar hij de opdracht krijgt niet meer te zondigen. Hij weet nu dat het Jezus was Die hem beter heeft gemaakt. Hij vertelt het aan de Joden.

Vragen