Deze vertelschets gaat over 1 Samuël 1 en hoort bij les B3.12 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: 1 Samuël 1
Context
Het boek Samuël laat de overgang zien van de tijd van de richters naar het koningschap. Samuël is de laatste van de in totaal 15 richters.
Kerntekst
1 Samuël 1: 27 Ik bad om dit kind, en de Heere heeft mij mijn bede gegeven, die ik van Hem gebeden heb.
Doelstellingen
- De kinderen zien de negatieve gevolgen van ruzie
- De kinderen leren geloven dat de Heere het gebed hoort en verhoort
- Ze leren wat het is om een gelofte te doen
Zingen
- Psalm 30:1,8; 34:2; 62:4,5; 116:1,7,9-11; 123:1,2
- UMK - Als ik tot de Heer’ bid
- ZB - Beveel gerust uw wegen / Wat de toekomst brenge moge / Neem mijn leven, laat het, Heer’ / Zegen ons, Algoede
Geloofsleer
- HC vraag 21 - Een waar geloof
- HC zondag 45 - Noodzaak van het gebed
Introductie
Lang geleden, tijdens de oorlog, was er bijna geen eten meer te krijgen. Een oude vrouw had geen geld meer om eten te kopen en haar eigen eten was bijna op. Op een avond vouwde ze haar handen en vroeg ze de Heere God hoe het nu verder moest. Nadat ze ‘amen’ had gefluisterd, werd er op de deur geklopt. De vrouw strompelde naar de deur. Buiten was het al donker. De deur kraakte toen ze hem open deed en tegelijk rolden er wat aardappels haar kamer in. Tegen de buitendeur stond een grote zak met aardappels. Buiten was er niemand te zien…
Beginzin
Elkana zit met zijn vrouwen Hanna en Peninna en de kinderen van Peninna te eten. Elkana heeft de Heere een dankoffer gebracht en nu eten ze allemaal van het geofferde dier. Gezellig, zou je denken… Maar toch is het helemaal niet gezellig.
Vertelschets
- ‘Hanna, zie je mijn kinderen? Jij hebt nog steeds geen kinderen hè, dus voor jou is er ook geen toekomst.’
- Hanna zucht en krijgt tranen in haar ogen. Dat is de zoveelste keer dat Peninna haar plaagt omdat ze geen kinderen heeft. Ze is zo verdrietig… Elkana houdt heel veel van haar en snapt niet dat ze zo verdrietig blijft. Hij is er toch en hij houdt toch van haar? Is dat niet belangrijker dan tien zonen?
- Na de maaltijd gaat Hanna naar de tabernakel om te bidden. ‘Heere God’, bidt Hanna huilend op zachte fluistertoon, ‘U weet waarom ik zo verdrietig ben. Ik wil ook zo graag een kind hebben. U weet ook hoe Peninna me iedere keer plaagt.’ Hanna’s schouders schokken van het huilen.
- ‘Ik beloof U: als U mij een zoon geeft, dan zal ik hem aan U teruggeven. Als hij oud genoeg is dan zal ik hem hier in de tabernakel brengen. Dan mag hij U dienen!’
- ‘Vrouw, schaamt u zich niet?’ klinkt opeens een boze stem. Hanna wrijft de tranen uit haar ogen. Eli, de hogepriester, staat naast haar. ‘Schaamt u zich niet om dronken in het huis van de Heere God te komen?’
- Vlug antwoordt Hanna: ‘Maar ik ben helemaal niet dronken. Ik heb al mijn verdriet aan de Heere verteld.’
- Vertel je ook alles aan de Heere? Als iets je dwars zit, als je verdrietig bent, of juist blij, vertel het de Heere maar.
- Eli’s boosheid verdwijnt. ‘Wees niet boos op me’ zegt hij. ‘De God van Israël zal geven waar u om gebeden hebt.’
- Hanna voelt rust in haar hart komen. De Heere zál haar een zoon geven! Dan zal Peninna ophouden met plagen. Ze zal een zoon krijgen! Blij staat ze op en later gaat ze met Elkana en de rest van de familie terug naar huis.
- En Hanna krijgt een zoon, precies zoals Eli had voorzegd. Hanna noemt haar zoon Samuël, dat betekent ‘de Heere verhoort’. Mooi is dat, aan Samuëls naam kun je horen wat de Heere God doet, Hij verhoort. Geloof je dat?
- Als Samuël ongeveer vier jaar oud is, gebeurt er iets bijzonders. Zijn moeder roept hem: ‘Ik moet je iets vertellen, Samuël. Volgende week gaat papa weer naar het huis van de Heere in Silo en wij gaan mee. Jij mag dan voor altijd in het huis van de Heere wonen, bij de hogepriester. Dat heb ik de Heere beloofd. Jij zult Zijn knecht worden.’
- Een week later staat Hanna met Samuël voor Eli, de hogepriester. ‘Ik ben die vrouw die hier vier jaar geleden bad om een kind. De Heere heeft mijn gebed verhoord en daarom kom ik mijn zoon aan de Heere teruggeven. Hij zal hier in de tabernakel de Heere dienen.’
Slotzin
Zo mag Samuël al als jonge jongen dicht bij de Heere wonen. Eli leert hem veel over de Heere God. En als Samuël wat ouder is, zal hij zelf een knecht van de Heere worden. En dat is het mooiste leven wat er is!
Gesprek
Waarom vindt de Heere het niet fijn als er ruzie is, thuis, op school of met andere kinderen op straat? Hanna was verdrietig omdat Peninna haar plaagde. Wat deed Hanna toen? Wat doe jij als je geplaagd wordt?
Wat vertelde Hanna in haar gebed aan de Heere? En wat beloofde ze? Wat vertel jij allemaal in je gebed aan de Heere?
Geloof je dat de Heere je altijd hoort als je bidt? Denk nog eens terug aan het verhaaltje aan het begin. Hoe merkte die oude vrouw dat de Heere haar gebed hoorde? Hanna kreeg van de Heere waar ze om vroeg; vertel eens wat jij van de Heere gekregen hebt op je gebed?
Wil jij ook graag net als Samuël een knecht van de Heere zijn? Hoe kun je dat worden? Hoe leef je dan?
Samenvatting
Elk jaar gaat Elkana met zijn vrouwen naar Silo om te offeren. Peninna bespot Hanna omdat zij geen kinderen heeft. In Silo bidt Hanna vurig om een kind en zij belooft dat zij, als ze een zoon krijgt, hem aan de Heere zal geven. De priester Eli vermoedt dat ze dronken is en spreekt haar daarop aan. Als hij hoort hoe het met Hanna gesteld is, zegt hij haar in naam van de Heere dat haar gebed verhoord zal worden. Samuël wordt geboren en als hij ongeveer drie jaar is, lost Hanna haar belofte in en brengt hem bij Eli.
Vragen
- Wat weet je van Elkana en zijn gezin?
- Wat doen zij in Silo?
- Wat belooft Hanna? Wat vind je daarvan?
- Wat denkt Eli en wat zegt hij?
- Houdt Hanna haar belofte? Wat vind je daarvan?