Overdenking - Hart verstand en wil

LEZEN
Mattheüs 6:19-24

ZINGEN
Ps. 64:10; 73:14

OVERDENKING
In Galaten 3:1 herinnert Paulus de Galaten eraan dat hij hen de Heere Jezus voor ogen geschilderd heeft. Paulus schilderde met woorden. Zo gebeurt dat nog steeds als we naar een preek luisteren. Maar om met oprechte belangstelling naar dat schilderij van Jezus Christus te kijken moet de Geest wel aan het werk in mijn leven. Wat dat werk is, zal in deze Bijbelstudie uitgelegd worden aan de hand van Mattheüs 6:19-24. Dit gedeelte sluit aan bij Jezus spreken over vroomheid (zie dagboekstukje dag 5). Vroomheid gaat over ons innerlijk, dat wil zeggen ons, ons verstand en onze wil.

Het Bijbelgedeelte bestaat uit drie stukjes. Het eerste stukje (vers 19- 21), geeft ons inzicht in het werk van de Heilige Geest in het hart. De Geest moet ons hart inwinnen. Een mens ziet namelijk niets moois in de kleuren van licht en leven waarmee Christus geschilderd wordt. Aardse schatten vullen ons hart.

Vroeger bewaarde men kostbaarheden vaak in de grond. Een dief moest dan een schep meenemen, wilde hij wat kostbaars aantreffen. Het nadeel van iets in de grond bewaren, is dat het daar aan bederf blootgesteld is. Wat een zorgen om een aardse schat!

Behalve ‘geld en goed’ kunnen we ook vast zitten aan niet-materiële zaken. Hoe trots kunnen we zijn op de status die ik met mijn baan heb. Of hoe druk kunnen we bezig zijn met ons uiterlijk of de omvang van je (digitale) vriendengroep.

Dit wordt anders wanneer de Geest ons hart verovert. Hij zorgt ervoor dat een mens die eerst naar God niet vroeg, naar Hem gaat vragen. Dat een zondaar die niets heerlijks in Jezus Christus ziet, nu gaat verlangen om door Hem met God verzoend te worden. Dan verbleken alle aardse schatten.

Het tweede dat de Heilige Geest doet, is het verlichten van het verstand. Een mens ziet niet in waarom hij naar de schildering van Jezus Christus moet kijken. Dat lijkt ons een nutteloze bezigheid voor ons verstand.

De Heere Jezus zegt iets over ons verstand in vers 22 en 23. In eerste instantie wat moeilijk te begrijpen.

‘De kaars van het lichaam is het oog.’ Het is een manier van zeggen, te vergelijken met de uitdrukking die wij soms gebruiken, namelijk: ‘Je licht ergens over laten schijnen.’ Met deze uitdrukking bedoelen we dat je iets probeert te begrijpen. Als het gaat om het zien en begrijpen van Jezus Christus zijn er twee mogelijkheden. Mensen hebben een ‘eenvoudig oog’, of mensen hebben een ‘boos oog’. ‘Eenvoudig’ betekent ‘oprecht’. Wie zo naar de Heere Jezus kijkt, ziet Hem zoals Hij is, en waar Hij voor nodig is. ‘Boos’ is een omschrijving voor iemand die ‘niet oprecht’ is.

‘Boos’ zijn we allemaal van onszelf. Het gevolg is dat wij uit onszelf niet in staat om een juist oordeel te vormen over het spreken van God. Ons oordeel is verduisterd. Tegenover dit donkere in ons, laat God woorden van hoop en leven horen. De Heilige Geest is het Die het verstand verlicht. Dit werk van de Geest gaat samen met het veranderen van je hart. En, waar ons hart en ons verstand worden geopend, worden we het eens met God.

Het derde werk van de Heilige Geest is het vernieuwen van de wil. Een mens wil Christus niet dienen. We dienen liever andere goden. Soms denken we daarbij dat we wel van twee walletjes kunnen eten. Maar die gedachte wordt afgewezen. ‘Niemand kan twee heren dienen’, zegt Jezus (vers 24).

In onze tijd klinkt dat misschien niet zo vanzelfsprekend. Er zijn immers heel wat Nederlanders die meerdere banen hebben. En dat kan prima werken. Maar in de tijd van de Heere Jezus, alsook de eeuwen ervoor en erna, waren er slaven. Daar verwijst de Heere Jezus naar. Een slaaf kan niet twee eigenaren hebben. Wie moet hij dan gehoorzamen? Als hij zelf de keus had, zou hij alleen willen luisteren naar de aardigste meester.

Wij als mensen zullen nooit uit onszelf naar God willen luisteren. Omdat we het onjuiste idee hebben dat aardse schatten ons gelukkiger kunnen maken. Toch hoeven we niet te wanhopen of het ooit goed komt. Want het is de Geest Die mijn wil kan ombuigen.

Hoe de Heilige Geest dat doet? Hij doet het in ons, maar ook zonder ons. We zijn er met ons hele leven bij betrokken, maar bij het ombuigen van onze wil staan we toch buiten spel. Het is Zijn werk in ons. Maar dan zo, dat ik zelf niet anders meer wil.

Wat een vreugde is het dan om Christus met steeds intensere kleuren geschilderd te zien worden in prediking en Bijbelstudie. Dat Hij zo goed voor mij wil zijn. Dat God mij omwille van Hem wil aannemen. Dat Hij Zijn Geest in mij werken laat. Het is alles bron van eeuwig geluk.

VERWERKING

1. Heb je vragen naar aanleiding van het gelezen Bijbelgedeelte en Bijbelstudie?
2. In vers 19-21 waarschuw de Heere Jezus tegen het vergaderen van schatten op aarde. Wat betekent dat voor jouw spaarrekening?
3. Wat zijn de schatten waar vers 20 over spreekt? Hoe vergader [verzamel] je die?
4. Wat is het verschil tussen de aardse en de hemelse schatten? Wat betekent dat?
5. Welke drie vragen kun je jezelf stellen om erachter te komen waar jouw hart is (vers 21)?
6. Vers 22 gaat over het oog van het lichaam. Welke zaken kunnen ons het zicht belemmeren?
7. Vers 24 laat geen ruimte voor een compromis. Wat zou je zeggen tegen iemand die beweert dat het wel kan?
8. Schrijf een gebed waarin je de elementen hart, verstand en wil verwerkt. Wat wil je graag dat de God door Zijn Geest je geeft op die gebieden?
9. Lees Dordtse leerregels, hoofdstuk III/IV, paragraaf 11. Vat puntsgewijs samen hoe hier over het werk van de Geest wordt gesproken.