Bidden is moeilijk. Dat vonden de discipelen ook, want ze vroegen aan Jezus: ‘Heere, leer ons bidden.’
LEZEN
Mattheüs 6:7-15
ZINGEN
Gebed des HEEREN: 10
OVERDENKING
Bidden is moeilijk. Dat vonden de discipelen ook, want ze vroegen aan Jezus: ‘Heere, leer ons bidden. ’Voordat de Heere Jezus Zijn discipelen het ‘onze Vader’ leert, geeft Hij twee belangrijke aandachtspunten (vers 7 en 8): Geen onnodig gebruik van mooie en moeilijke woorden, en beseffen dat God al weet wat je nodig hebt. Je kent wellicht de geschiedenis van Elia op de berg Karmel (1 Kon.18). Daar zijn de Baälpriesters uren bezig om hun afgod te vermurwen om antwoord te geven. Zo hoeft een christen dus niet te bidden. Geen geschreeuw, geen eindeloos verhaal. Wat bidden wel is, zie je bij Elia. Hij bidt niet met vuisten, maar met lege handen. Hij maakt kort en krachtig de zaak waar het om gaat, bekend aan God. In het besef dat het gaat om Gods eer. Wie bidt, gaat op audiëntie. Tijdens de audiëntie ziet de koning de houding van zijn gast en proeft zijn woorden. Zo ziet hij of het echt belangrijk is. Zo is het ook met ons bidden. Bidden is niet God informeren over wat er aan de hand is. Dat weet Hij al. Hij weet wat er nodig is. Maar God wil in mijn bidden zien hoe dat bij mij leeft. En of ik me echt van Hem afhankelijk weet. Niet alleen tijdens ons bidden proeft God of onze nood echt is en of onze hulpvraag gemeend is. Hij kijkt ook hoe mijn leven is (vers 14 en 15). De vraag of mijn houding naar anderen in orde is, is geen voorwaarde, maar wel een toetsing. Vergeving vragen, kan niet zonder vergevingsgezindheid. Er is er maar Eén Die ons helpen kan zo te bidden en zo te leven.
VERWERKING
- Hoe, of naar wie kun jij vers 14 en 15 in de praktijk brengen?
- Wat zegt jouw houding tijdens het bidden over jouw gebed?
GESPREKSVRAAG
Wat vind jij het moeilijkste van bidden?